Hmong Hilltribes in Thailand
Met een populatie van 150.000 vormen de Hmong de op een na grootste hilltribe groep in Thailand. Van oudsher bewonen zij de hogere en steil gelegen berghellingen.
Ook zij ontbossen, evenals andere groepen hilltribes, grote oppervlakten en verhuizen frequent, als de grond is uitgeput, naar nieuw te ontginnen gebieden. In het verleden waren de Hmong echte specialisten in het verbouwen van papaver. De in Thailand wonende groep behoort tot de Blauwe- en Witte Hmong en worden door de Thai ook wel Mong of Maeo genoemd. Volgens Chinese historici is Maeo een minder vlijende naam en betekent letterlijk: barbaren. Hmong daarentegen betekent: een vrij volk.
De in Thailand wonende Mhong zijn slechts twee van de achttien bestaande subgroepen die gebieden bevolken die zich vanaf Thailand via Laos, Birma en Vietnam uitstrekken tot aan het stroomgebied van de Yantze rivier in China. Na de Nijl en Amazone is de Yantze met een lengte van 6300 kilometer ’s werelds derde langste rivier.
Ongeveer een eeuw geleden kwamen de eerste Hmong via Laos naar Thailand. De meeste in Thailand verblijvende Hmong tref je aan in Tak, Chiangmai, Chiangrai en Nan.
Kledij
Blijkbaar besteden ook Hmong vrouwen heel wat meer aandacht aan hun uiterlijk dan mannen. Om de Hmong te herkennen kijken we daarom bij voorkeur naar de kledij van de vrouwen. De Blauwe Hmong dames dragen een geplooide rok van batik met een geborduurde onderkant. Evenals de Akha’s dragen ze beenwindsels. Een lange smalle schort wordt over de rok gedragen. Het haar is opgestoken tot een knot die met toevoeging van een haarstukje de kruin van het hoofd bedekt. Bij feestelijke gebeurtenissen wordt een hoofdtooi gedragen van zwart-wit geblokte doekjes.
De Witte Hmong vrouwen dragen in plaats van de rok een lange loszittende broek en een jack met een rechthoekige kraag. Het haar dragen deze dames eveneens in een knot, maar in tegenstelling tot hun blauwe collega’s meer naar voren op het hoofd. Bij speciale gelegenheden maakt de broek plaats voor een wit geplooide rok en siert een hoge cilindrische tulband het hoofd.
Clans
Binnen de Hmong gemeenschap bestaan weer zogenaamde clans die alle een eigen naam dragen en van vader op zoon worden voortgezet. Elke clan heeft haar eigen gebruiken en binnen de clan heeft men de plicht elkaar te ondersteunen. Mannen trouwen met een vrouw van buiten hun clan en die treden daarna toe tot de clan van hun echtgenoot. Hmongs leven samen in grotere groepen waarbinnen een aantal verschillende clans. De jeugd heeft daardoor weer een grotere keus om een geschikte huwelijkspartner te treffen.
Het huis
Huizen hebben een lemen vloer en de voordeur, die altijd bergafwaarts is gesitueerd, wordt door een van de aanwezige geesten bewoond ter bescherming van huis en haard. De huizen van de Blauwe Hmong hebben slechts deze ene deur. De huizen van de Witte Hmong hebben meerdere deuren. Hun voordeur wordt alleen bij speciale gebeurtenissen geopend. Een zijdeur wordt beschermd door een van de geesten. In het huis staat de rijststamper en twee haarden. Een van de haarden blijft altijd branden uiteraard ter ere van de overige geesten die zich in het huis bevinden Tegen de achterwand van het huis recht tegenover de voordeur staat een altaar. De Hmong is een zeer geestvererend volk.
De ziel
De geesten die in het huis verblijven beschermen de zielen van de bewoners, het vee, de gewassen, kostbaarheden en geld. Volgens de overlevering heeft de Hmong meerdere zielen. Toch kunnen deze zielen ook ontsnappen en moet er voor worden gezorgd dat ze snel terugkeren. Als iemand bijvoorbeeld schrikt van een plotseling opduikende slang zullen enkele van zijn zielen op de loop gaan en langzaam wegkwijnen. Het is dus zaak deze snel op te sporen en in het hart op te nemen.
Daarom gaat een van de dorpelingen, die bekend staat voor zijn bovennatuurlijke gaven, met de persoon in kwestie naar de plaats des onheils, waar de slang plotseling opdook. Daar graaft hij enkele larven op, want de geschrokken en vertrokken ziel zal zich ongetwijfeld daarin schuil houden. De larven, incluis de daarin toevende zielen, worden mee naar huis genomen en met een gerust hart kan iedereen weer aan het werk.
Trouwen
Hmong trouwen rond hun 17e jaar. De beste tijd om elkaar het hof te maken is tijdens het Nieuwjaarsfeest. De jongens en meisjes stellen zich in hun mooiste kledij tegenover elkaar op. Met een uit stof vervaardigde bal spelen ze een spel en daarbij ontstaan diepere gevoelens tussen bepaalde stellen. Vader en zoon moeten het daarna eens worden over de keuze en uiteraard moet ook het meisje en niet te vergeten haar ouders instemmen. De jongeman neemt zijn toekomstige vrouw mee en stuurt een vriend naar haar ouders. Deze onderhandelt over de bruidsschat en de huwelijksdatum. De trouwerij begint bij het huis van de bruidegom, waar bijna vanzelfsprekend offers aan de geesten worden gebracht. Vervolgens gaat het bruidspaar naar het huis van de bruid. Ook daar volgen weer offerandes aan de geesten van de bergen, het woud en niet te vergeten het water.
Een belangrijk aspect voor de bruidegom is dat hij de te betalen bruidsschat niet ineens, maar over enkele jaren verspreidt mag inlossen. Overigens kan dat ook een dure grap worden als mijnheer meerdere partners wenst, want polygamie is bij de Mhong een geaccepteerd iets.
Een heel ander gegeven dat slechts heel langzaam tot de buitenwereld doordrong is de betrokkenheid van de Hmong met de Vietnam oorlog. Bekend zijn de daardoor in Thailand ontstane Hmong vluchtelingenkampen. Maar daarover in een volgend artikel meer.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Steden27 november 2024Pak Khlong, de bloemen- en groentemarkt van Bangkok
- Thailand tips10 november 2024Thaton – Chiangrai; geen gemakkelijke keuze
- Thailand tips1 november 2024Bang Krachao, de groene long van Bangkok
- Bezienswaardigheden12 oktober 2024Mijn pareltje in Bangkok
Een goed verhaal, Joseph, behalve de volgende bewering:
‘Ook zij ontbossen, evenals andere groepen hilltribes, grote oppervlakten en verhuizen frequent, als de grond is uitgeput, naar nieuw te ontginnen gebieden.’
Ik was eens zo kwaad toen ik een verhaal zag in een Thais leerboek van mijn zoon over ontbossing. De afbeeldingen erbij lieten mensen in de klederdracht van de bergvolkeren zien. Dat wordt vaak gedacht en het is niet waar. Het zijn juist de bergvolkeren die goed voor het bos zorgen. Het is hun bestaansmiddel. Ja, slash-and burn, maar ze laten de bebouwde oppervlakten daarna weer met rust waarna er weer bos ontstaat.
De ontbossing die vooral plaats vond tussen zeg 1960 en 1990 toen wel 50 procent van het bosoppervlakte verloren ging, had de volgende belangrijke oorzaken:
1 bevolkingsdruk. De bevolking nam snel toe en was weinig ander werk. Landarme en landloze boeren trokken de beboste heuvels in om daar te gaan verbouwen.
2 militairen kapten de bossen om de communisten te bestrijden
3 voedsel-en houtbedrijven stimuleerden de ontbossing. Eucalyptus plantages voor de papierindustrie, rubberbomen, cassave in de Isaan voor de varkensindustrie (vooral in Nederland, Nederlanders aten de bossen) en maïs voor kippenvoer. De verantwoordelijkheid van grote bedrijven waarbij de autoriteiten een oogje dicht deden en hun portemonnee openden. De maïsteelt gaat in Nan en het Noorden nog steeds door. Kale heuvellandschappen.
4 illegale kap van dure houtsoorten, ook veelal door ‘invloedrijke’ personen
Helaas krijgen de bergvolkeren overal de schuld van. Echte, pure Thais doen zoiets natuurlijk niet.
Toen ik na een paar maanden in Thailand, Chiang Kham, Phayao, eens een tocht wilde maken naar de bergen, voor de natuur en om bergdorpen te bezoeken werd me dat sterk afgeraden, bijna verboden. Ze hebben ziektes, zijn vies, kidnappen en bestelen je etc, zeiden ze. Ik ging toch. Het zijn aardige mensen.