Het leven van Phraya Phichai Dap Hak
Voor het stadhuis van Uttaradit staat een standbeeld van Phraya Phichai Dap Hak (Phraya Phichai van het gebroken zwaard), een generaal, die zowel als linker- als rechterhand onder koning Tak Sin diende in de strijd tegen de Birmese troepen. Dit is zijn levensverhaal.
Kinderjaren
Tijdens de late Ayutthaya-periode, rond het jaar 1750, leefde er een jongen genaamd Choi in het district Phichai van de provincie Uttaradit. Choi was intelligent en voor niemand bang. Hoewel klein van stuk, was hij niet snel geïntimideerd en vaak vocht hij met grotere kinderen. Hij hield van boksen en andere vechtsporten. Toen Choi acht jaar oud was, zond zijn vader hem voor zijn opvoeding naar de Mahathat Tempel in Pichai. In die tempel leerde hij lezen en schrijven en elke dag na de lessen deed hij oefeningen in het boksen. Hij gebruikte daarbij een bananenboom als zijn aanvalsdoelwit, waaraan hij kleine citroenen had gehangen om die met zijn voeten weg te schoppen. Zijn passie voor boksen was ongeëvenaard.
Op een dag bezocht de gouverneur van Phichai de Mahathat Temple met zijn zoon, die hij ook wilde laten opvoeden door de abt van de tempel. Choi en die zoon konden niet goed met elkaar opschieten, hetgeen uitmondde in een vuistgevecht. Choi was de overwinnaar toen hij die zoon tegen de grond sloeg. Hij was echter bang, dat hij nu moeilijkheden zou krijgen en Choi vluchtte de tempel uit.
Op weg naar Tak
Op zijn vlucht naar het noorden ontmoette hij een master in boksen, genaamd Thiang, die bereid was Choi verder in de bokssport op te leiden in ruil voor allerlei klusjes. Aangezien dit een nieuw leven voor hem was, veranderde Choi zijn naam in Thongdee. Toen hij 18 jaar oud was, was Thongdee een uitstekend bokser. Hij gaf nu andere jonge mensen les in het boksen en deed mee aan allerlei bokswedstrijden.
Op een dag overnachtte een Chinese reiziger, die op weg was naar de provincie Tak, bij het kamp van Thongdee. Hij was erg onder de indruk van Thongdee’s vaardigheden en nodigde hem uit met hem naar Tak te reizen. De reiziger wist te vertellen, dat Phraya Tak Sin, de gouverneur van Tak, een passie had voor boksen. Hij beloofde Thongdee om hem met de gouverneur in contact te brengen.
Op het eerstvolgende bokstoernooi, dat door de gouverneur was georganiseerd, waaraan Thongdee deelnam, moest hij het opnemen tegen een aantal van de beste boksers van Tak. Tot ieders verbazing won de jonge Thongdee verschillende wedstrijden door een knock-out. Phraya Tak Sin was erg onder de indruk van het talent van de jonge jongen en hij beloofde Thongdee in dienst te nemen.
Thongdee was dankbaar voor de kans om de gouverneur te dienen en hij werd al snel één van de favoriete officieren van Tak Sin. Toen Thongdee 21 jaar oud werd schonk Phraya Tak Sin hem de titel van Luang Phichai Asa. Thongdee was nu verantwoordelijk voor de training van Phraya Tak’s soldaten. .
Birmese aanval
In 1765 werd Ayutthaya aangevallen door Birmese troepen en koning Ekkathat probeerde wanhopig om zijn land te verdedigen tegen de indringers. De koning vroeg Phraya Tak Sin om hem te steunen, maar die had de situatie in ogenschouw genomen en geloofde dat zijn inspanningen nutteloos zouden blijken. De generaal verliet de stad met vijfhonderd van zijn beste krijgers, met inbegrip van Luang Phichai Asa en zorgde ervoor dat ze niet door de vijand werden ontdekt.
Toen de Birmezen beseften dat ze Taksin en zijn mannen hadden laten ontsnappen, stuurden ze een leger in de achtervolging. De twee legers botsten op Pho Sao Harn, waar de Birmezen voor het eerst kennismaakten met de wreedheid van de generaal . Tak Sin’s troepen sloegen de aanval af, achtervolgden en doodden de Birmaanse troepen, waarna zij vele wapens buit maakten. Er volgden nog enkele veldslagen en steeds kwamen Tak Sin’s troepen als overwinnaars uit de strijd. Deze overwinningen gaven de Siamese mensen nieuwe hoop en vele mannen meldden zich aan voor het leger van Tak Sin .
Veldtocht naar het oosten
Tak Sin wist dat zijn troepen nog niet sterk genoeg waren om de Birmezen aan te vallen. Hij had meer mannen nodig en de enige manier was om hulp te krijgen van de Siamese gouverneurs van de oostelijke steden, die aan de Birmese aanval tijdens de invasie van 1766 waren ontsnapt. Hij trok naar het oosten, leverde nog een veldslag bij Nakhon Nayok, marcheerde langs Chachoensao, Banglamung en bereikte uiteindelijk Rayong.
De gouverneur van Rayong verwelkomde Tak Sin in zijn stad en bood hem zijn troepen aan ter versterking. Maar er waren een paar edelen van Rayong die het niet eens waren met de beslissing van de gouverneur. Zij geloofden dat als de gouverneur van Rayong Tak Sin zou helpen, de Birmese troepen hun stad niet zou sparen als die de achtervolging inzetten. De verzamelde edelen besloten zich van Tak Sin te ontdoen en vormden een groot leger, die het kamp van Tak Sin omsingelden.. De mannen van Tak Sin waren echter goed voorbereid en bij de eerste aanval doodden Taksin’s mannen de eerste linie van de tegenstander.
De gelederen waren verward door deze beschieting en Luang Phichai maakte van de gelegenheid gebruik om 15 samenzweerders in te rekenen.
Guerrilla oorlog
Luang Phichai Asa stond bekend om zijn kenmerkende vechtstijl door met twee zwaarden te strijden, één in elke hand. Hij sneed de samenzweerders het hoofd af en gooide de hoofden als trofee voor de voeten van Tak Sin. Die nacht veroverde Tak Sin de stad Rayong.
Daarna volgde Chantaburi (het beleg van Chantaburi is een apart verhaal, dat later volgt), waar Phraya Tak Sin enkele maanden bleef om zijn leger te versterken. Hij maakte Luang Phichai zijn aanvoerder van de troepen. Hij verklaarde daarop de oorlog aan Birma om vrijheid voor het Siamese volk te bewerkstelligen. Siam te bevrijden.
Phray Tak Sin voerde een soort van guerrilla oorlog met de Birmezen, waarbij vele kleine steden en dorpen op de Birmezen werd heroverd. In 1773 werd de stad Phichai aangevallen door de Birmese generaal Bo Supia. De tegenaanval werd geleid door Luang Phichai. Het gevecht vond plaats in de buurt van Wat Aka en de Birmese generaal werd gedwongen zich terug te trekken na aanzienlijke verliezen van manschappen.
Het gebroken zwaard
In het heetst van de strijd vocht Luang Phichai met “Song ma dap”, in elke hand een zwaard dus. Bij één van die gevechten slipte hij weg en hij gebruikte een zwaard om zichzelf staande te houden en plantte het zwaard in de grond. Dat zwaard brak door het gewicht van Lung Phichai. Niettemin won hij het gevecht en kreeg hierdoor de bijnaam Phraya Phichai Dap Hak.
Bevrijding
Uiteindelijk werd na een strijd van 15 jaar Siam bevrijd van de Birmezen en Tak Sin werd tot koning gekroond. Koning Tak Sin stierf in 1782. Het leven van Luang Phichai loopt lange tijd parallel aan dat van koning Tak Sin en over hem heeft Tino Kuis onlangs een goed gedocumenteerd verhaal op dit blog gezet, zie www.thailandblog.nl/geschiedenis/koning-taksin-een-fascinerende-figuur
Het einde van Luang Phichai
De nieuwe koning, Rama 1 van de Chakri dynastie, wilde Luang Phichai voor zijn trouw en verdiensten belonen en bood hem aan zijn goede werk voort te zetten als zijn lijfwacht. Dat was op zich al verwonderlijk, want het was gebruik in die tijd, dat lijfwachten en trouwe dienaren van een overleden koning ook met hem zouden overlijden.
Luang Phichai weigerde het aanbod. Hij was zo die getroffen door de dood van zijn geliefde koning, dat hij opdracht gaf hem ook te executeren. In plaats daarvan verzocht hij de koning voor zijn zoon te zorgen en hem op te leiden. Dat werd aanvaard en die zoon werd later inderdaad de persoonlijke lijfwacht van koning Rama 1. Phraya Luang Phichai stierf op 41-jarige leeftijd.
Het monument
Het monument van Phraya Phichai werd in 1969 gebouwd. Het bronzen beeld van de grote krijger staat trots voor het stadhuis in Uttaradit en dient om elke generatie aan de moed en loyaliteit aan zijn koning en de Siamese natie te herinneren. De tekst op het monument luidt “Ter nagedachtenis en liefdevolle eer aan de trots van onze natie”.
Film
Over deze strijder is een ook een Thaise film gemaakt,”Thong Dee, the warrior”.
De trailer vindt u hieronder:
Bron: Phuket Gazette/Wikipedia
Over deze blogger
-
Bert Gringhuis (1945), geboren en getogen in Almelo in het mooie Twente. Later vele jaren in Amsterdam en Alkmaar gewoond, werkzaam in de export voor diverse bedrijven. Ik kwam in 1980 voor het eerst in Thailand en was meteen verliefd op het land. Vele malen sindsdien terug geweest en na mijn (vroeg)pensionering als weduwnaar naar Thailand verhuisd. Daar woon ik nu al 22 jaar samen met mijn ietwat jongere Thaise dame Poopae.
Mijn eerste ervaringen in Thailand als een soort nieuwsbrief aan familie, vrienden en kennissen gestuurd, die later onder de naam Gringo op Thailandblog hebben gestaan. Veel, heel veel artikeltjes hebben die eerste verhalen gevolgd en dat is uitgegroeid tot een vrijwel dagelijkse hobby.
In Nederland nog een verwoed voetballer en voetbalscheidsrechter, maar de jaren gaan tellen en in Thailand nog altijd verwoed, maar het poolbiljarten is echt van mindere kwaliteit, ha ha!
Lees hier de laatste artikelen
- Steden21 november 2024Chumphon: Rust en lekker eten!
- Cultuur18 november 2024Pua, Pua, Pua
- Achtergrond11 november 2024Bananen in Thailand
- Bezienswaardigheden11 november 2024Ban Chiang – Een juweel in de kroon van Udon Thani
De Thaise grond en de Thaise paleizen zijn doordrenkt met bloed.
In Pichai staat een mooie repilica van het huis van Phraya Phichai Dap Hak. Een fraaie traditionele houten paalwoning. Niet enkel historisch, maar ook architecturaal interessant.
Een eindje verder op de historische site is er een een klein museum dat de heldendaden van de de krijger en zijn volk toont.
Helemaal gratis te bezoeken, zelfs voor de farrang 🙂 Die zie je daar overigens nauwelijks, in tegenstelling tot de Thaise liefhebbers van “klassieke geschiedenis”.
Misschien vinden de geachte lezers het wel leuk, en ik kan mijn Thais weer eens wat oefenen. Tussen haakjes de correcte uitspraak.
Dap Hak , ดาบ หัก ( dàap hàk, twee lage tonen dus)
De verschillende niet-erfelijke, oude ambtelijke titels van laag naar hoog:
ขุน Khun (khǒen, stijgende toon, niet te verwarren met khoen, middentoon: meneer/mevrouw)
หลวง Luang (lǒeang)
พระ Phra (phrá, hoge toon dus)
พระยา Phraya (phráyaa)
เจ้าพระยา Chao Phraya (châo phráyaa)
Phichai พิชัย (phíechai) betekent (winnende) óorlogssstrategie. Chai is overwinning, terug te vinden in eindeloos veel Thaise namen.
Tino over die titels, die worden soms wat vrij vertaald, niet? Zo merkte je in het Darapirom museum te Chiang Mai een verschil op tussen de Engelse aanspreektitel (governor?) en die in het Thais. Weet je daar iets over te vertellen?
Geen idee, Rob. ‘Governor’ is een functie en die kon vroeger, afhankelijk van senioriteit en afkomst, verschillende titels hebben, hoewel meestal de hogere. Van Luang Phichai naar Phraya Phichai bijvoorbeeld.