Het huis van Bunnag: Perzische invloed in Siam
Tino Kuis wees nog op Thailandblog op de belangrijke rol die de Chinezen hebben gehad in het tot stand komen van de hedendaagse Thaise natie. Dat het niet altijd Farang, Westerse avonturiers, kooplui en diplomaten waren die invloed hebben uitgeoefend aan het Siamese hof bewijst het verhaal van de Bunnag-familie.
De oorsprong van deze familie is voor veel historici onduidelijk maar het staat wel vast dat ze voor het eerst vermeld wordt tijdens het bewind van koning Ekathotsarot, die tussen 1605 en 1610 in Ayutthaya de plak zwaaide. Zijn bewind werd gekenmerkt door een opstoot aan handelsactiviteit. Deze economische groei was zo groot dat de vorst op zoek ging naar ervaren buitenlandse krachten die deze expansie mee in goede banen moesten leiden. Hij vond deze expertise onder meer bij de sjiitische broers Sheik Ahmad Qomi en Mohammed Said, die in 1602 met hun schip uit Tainajahar in het Perzische Qom, in de Siamese hoofdstad waren gearriveerd. In een erg kort tijdsbestek waren ze er in geslaagd om een lucratieve handel op poten te zetten in Ayutthaya. Dit succes bleef niet onopgemerkt en Sheik Ahmed kreeg een aanstelling in het Siamese bureaucratische apparaat als go between tussen de Siamese gezagdragers en islamitische handelaars uit India en Arabië.
In de volgende jaren werd niet alleen de beurs van de ondernemende Sheik Ahmad flink gespekt maar stegen ook zijn aanzien en vooral macht. Hij werd een toonbeeld van goed gelukte integratie en kreeg niet alleen een aanstelling als minister van Economische Zaken en Handel maar werd later ook nog eens de Samuha Nayok een soort van eerste minister van het koninkrijk Ayutthaya. Zijn al even ambitieuze neef Mohammed Said jr. trad in zijn voetsporen en diende jarenlang als hooggeplaatste hofdignitaris de Siamese kroon en meer specifiek koning Songtham die van 1610 tot 1628 regeerde.
Een periode die werd gekenmerkt door economische hoogconjunctuur en het verder ontsluiten van de handel met Japanners, Engelsen, Fransen en vooral de Hollandse VOC. Dit legde de familie, die intussen de naam Bunnag had aangenomen, geen windeieren. Ze huwden met prominente Mon-families, die traditioneel de markten en een flink pak van het handelsleven in Ayutthaya controleerden. Generatie na generatie maakte zich verdienstelijk in de handel én bureaucratie van Ayutthaya. De Bunnag werden zo een van de rijkste en vooral invloedrijkste families in de wijde regio.
Kort voor Ayutthaya in 1767 te vuur en te zwaard werd vernield door de plunderende Birmezen raakte een Bunnag stevig bevriend met prins Thongduang, de latere koning Rama I. Toen Rama I de Chakri-dynastie stichtte en Bangkok uitbouwde tot zijn hoofdstad behoorde deze Bunnag tot zijn onmiddellijke entourage. Bunnag huwde met een nicht van de kersverse vorst en verstevigde zo zijn banden met zijn jeugdvriend. Zijn belangrijkheid werd bevestigd toen hij omstreeks 1804 een benoeming kreeg als kalahom of minister van Defensie. Een uitzonderijk belangrijke portefeuille in de jonge en kwetsbare dynastie. Het belang en de macht van de Bunnag-familie nam de volgende jaren alleen nog maar toe; Zeker toen de familiale banden nog sterker werden aangehaald want de moeder van Rama II behoorde tot de clan. Deze verwantschap resulteerde opnieuw in ministerposten en het gouverneurschap van Bangkok. Dit Bunnag, een andere loot uit deze familietak werd in 1822 benoemd tot phrakhlang, de minister van Financiën en Buitenlandse Betrekkingen, de absolute sleutelpositie in het koninkrijk.
Toen Rama II in 1824 stierf zonder een troonopvolger aan te duiden, koos de Bunnagfamilie de zijde van prins Chetsadabodin, een zoon van een concubine van Rama II, die als Rama III de troon zou bestijgen. Tijdens zijn regeerperiode (1824-1851) werd de hoge positie van de Bunnag-familie bevestigd. Dit Bunnag verwierf faam als aanvoerder van de Siamese troepen tijdens de Siamees-Vietnamese Oorlogen (1841-1845) en liet de vloot met succes de haven van Saigon blokkeren.
Zo werd bijvoorbeeld een jongere broer van Dit, That Bunnag aangesteld tot kalahom. Het was echter onder koning Mongkut oftewel Rama IV dat de familie de hoogste maatschappelijke toppen zou scheren. Dit Bunnag steunde na de dood Rama III de kandidatuur van Mongkut, die op dat ogenblik kloosterling was. Deze laatste zou dit nooit vergeten en na de dood van Dit werden zijn twee zonen, Chuang en Kham zijn vertrouwelingen. Chuang mocht zich voortaan Chaophraya Sri Suriawong noemen en bekleedde als de minister van Defensie een toppositie terwijl Kham de nieuwe minister van financiën werd.
Het summum van macht en invloed bereikte de familie ontegensprekelijk in oktober 1868 toen Mongkut stierf. Chaophraya Sri Suriawong werd aangeduid als de regent voor de minderjarige troonopvolger prins Chulalongkorn. Velen vreesden dat Sri Suriawong van het momentum misbruik zou maken en zélf de macht zou grijpen. Maar dit gebeurde nooit. Als beloning voor zijn trouw kreeg hij de prinselijke titel van Somdetch Chaophraya, de laatste die in de Siamese geschiedenis werd verleend. Na het overlijden van Sri Suriawong in 1883 in Ratchaburi taande de macht van de Bunnag-clan zienderogen. Hun almacht was al langer een doorn in het oog van andere nobele families. Hun naijver ondermijnde het Huis van de Bunnag. Chaophraya Sri Suriawong’s zoon Won Bunnag kreeg weliswaar nog een benoeming tot Samuha Kalahom en mocht de titel Chaophraya Surawong Waiyawat dragen, maar het werd voor iedereen duidelijk dat de hoogdagen van de familie voorbij waren.
De drastische hervormingen die koning Rama V in de jaren tachtig van de negentiende eeuw doorvoerde in de administratie en bestuurlijke instellingen om het nepotisme, machtsmisbruik en corruptie te bestrijden, deden hen uiteindelijk de das om….
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
- Eten en drinken17 oktober 2024Culinaire herinneringen van een bourgondisch tafelaar – Chinatown & Yaowarat road (Bangkok)
- Bezienswaardigheden3 september 2024Het dak van Thailand – Doi Inthanon
- Achtergrond21 augustus 2024Thailand… om dichterlijk van te worden…
Mooie aanvulling Lung Jan.
Ja, de Chakri dynastie. De vader van de eerste vorst, Rama ! (r. 1782-1809) had een Mon vader en een Chinese moeder. De twee belangrijkste Bunnag edelen tijdens het bewind van Rama III (r. 1824-1851), de hier genoemde Dit en That Bunnag, hadden samen 43 zonen. Wat daar verder van terecht kwam weet ik niet.
Je kunt de invloed van de Bunnag familie inderdaad vergelijken met die van de Chinese gemeenschap namelijk wederzijdse steun voor en afhankelijkheid van de monarch en het koningshuis, vooral financieel . Misschien is er dit verschil. De Chinese gemeenschap hield lange tijd sterke banden aan met hun Chinese vaderland, zowel tijdens het keizerrijk, de republiek en de communistische staat, en met de Chinese gemeenschap in Oost- en Zuidoost Azië. Ik meen dat zoiets niet gold voor de Bunnag familie. Ik kan nergens vinden dat zij langdurige banden onderhielden met het Perzische Rijk.
Ook dit verhaal onderstreept weer eens de grote diversiteit van Siam/Thailand. Bestaat er wel zoiets als de Thaise cultuur?
Heel goed artikel al is hun neergang wat te summier verteld. Waar staat die familie nu?
Het is nog steeds een belangrijke familie maar minder dan vroeger. De meeste leden bekeerden zich tot het boeddhisme maar er zijn nog een aantal leden die moslim bleven. Zij behoren tot de ‘goede moslims’, dat wil zeggen trouw aan de Koning en de Staat.
Bijvoorbeeld Tej Bunnag, een beroemde diplomaat en historicus (1943- nu) .
Voor wie meer wil weten over deze interessante familie is er de website: http://www.bunnag.in.th
Wel voornamelijk in Thai. Maar dat kan voor de vele Thailand kenners hier geen probleem zijn.