Generaals die de dienst uitmaakten – Plaek Phibun Songkhram
Als er, pakweg de laatste honderd jaar, één constante in de meer dan turbulente Thaise politiek is geweest dan zijn het wel de militairen. Sinds de door het leger gesteunde staatsgreep van 24 juni 1932 die een einde maakte aan de absolute monarchie heeft het leger niet minder dan twaalfmaal de macht gegrepen in het Land van de Glimlach. De laatste keer gebeurde dit op 22 mei 2014, toen de stafchef van het leger, generaal Prayut Chan-o-cha met een staatsgreep meende orde op zaken te moeten stellen in het op dat ogenblik door politieke instabiliteit geteisterde Thailand.
Veel van deze coups legden geen windeieren voor de generaals die erbij betrokken waren en sommigen wisten overtuigend hun stempel op de Thaise geschiedenis te drukken. Daarom ga ik in een aantal bijdragen voor Thailandblog even stil staan bij deze merkwaardige ‘politici’, hun leven en hun motieven. De generaal die het sterkst zijn stempel op Thailand in de afgelopen eeuw heeft gedrukt was zonder enige twijfel maarschalk Plaek Phibun Songkhram.
Geboren als Plaek Khhittasangkha in 1897 in een bescheiden familie in de provincie Nonthaburi, net ten noorden van Bangkok, trad hij op 12-jarige leeftijd toe tot het kadettenkorps van de Chulachomklao militaire academie. Hij bleek een schrandere en ijverige student te zijn die al op 17-jarige leeftijd afstudeerde en als onderluitenant aan de slag ging bij de artillerie. Zijn uitstekende militaire prestaties werden beloond met een geavanceerde training in Frankrijk van 1924 – 1927.
Het was in Frankrijk, waar de kiem van onvrede tegen de absolute monarchie onder de jonge Thaise studenten gistte, dat hij Pridi Banomyong, een jonge rechtenstudent, ontmoette. De twee zouden in 1932 een belangrijke rol spelen bij de geweldloze militaire staatsgreep die in de vroege ochtenduren van 24 juni door een kleine groep van burgerlijke en militaire samenzweerders werd uitgevoerd. Deze coup transformeerde Siam van een absolute in een constitutionele monarchie. De staatsgreep leidde echter ook een periode van politieke instabiliteit in die werd gekenmerkt door de rivaliteit tussen de sterk hervormingsgezinde en eerder progressief georiënteerde politicus Pridi en de militairen waarbij vooral de van ambitie bulkende luitenant – kolonel Phibun Songkhram zich als de nieuwe sterke man profileerde.
Hij bevestigde meteen zijn reputatie door in oktober 1933 met harde hand een royalistische tegencoup die werd geleid door prins Boworadet, neer te slaan. De zaak werd nog gecompliceerder toen koning Prajadhipok, die in onmin met de militairen leefde, in 1934 naar het buitenland vertrok. Hierdoor ontstond een al snel onoverbrugbare kloof tussen de kroon en de sterke mannen in het kabinet. Toen hij op 2 maart 1935 aftrad was zijn opvolger zijn neefje Ananda Mahidol. Een jongen die op een elitaire kostschool in Zwitserland zat en die, los van een kort bezoek in 1938, pas in 1946 terug zou keren naar zijn vaderland. De koninklijke focus die eeuwenlang op de Siamese samenleving had gerust was verdwenen…
Op 26 december 1938 kwam Phibun Songkhram -die sinds 1932 niet minder dan drie aanslagen had overleefd – aan de macht als eerste minister van een kabinet dat uit vijfentwintig leden bestond waarvan vijftien militairen, die meestal nauwe vrienden van Phibun waren. De pas aangestelde eerste minister nam twee tactisch cruciale portefeuilles voor zijn rekening: Binnenlandse Zaken en Defensie. Hierdoor verzekerde hij voor zichzelf de controle over het militaire apparaat maar ook over het binnenlands bestuur. Mogelijke tegenstand drukte hij al meteen de kop in door binnen de maand een pak potentiële opposanten te laten arresteren. Leden van de koninklijke familie, verkozen parlementsleden en gewezen rivalen uit het leger verdwenen zonder onderscheid achter de tralies. Via een reeks van juridisch aanvechtbare processen werden ze zonder pardon door de krijgsraden geëlimineerd. Achttien van hen werden ter dood veroordeeld en geëxecuteerd, zesentwintig kregen levenslang en de overige werden in ballingschap gedwongen. Ook de afgetreden koning Prajadhipok, die huiverde van Phibun’s eigenmachtige optreden, deelde in de klappen. Hij werd beschuldigd van het verduisteren van zes miljoen bath aan overheidsgelden. Zijn rechtszaak was hangende toen de gewezen koning in mei 1941 overleed.
Phibun stak zijn bewondering voor het Italiaanse staatshoofd Mussolini niet onder stoelen of banken. Samen met zijn met Wichitwathakan, de minister van Propaganda, bouwde hij in 1938 en daarna een leiderschapscultus op. Overal in het straatbeeld waren foto’s van Phibun te vinden, terwijl afbeeldingen van de afgetreden koning Prajadhipok werden verboden. Zijn citaten verschenen in kranten en werden als posters op billboards aangeplakt. Maar daar hield het niet bij op. Phibun beschouwde zichzelf als een man met een missie. Hij wou geen nieuw land creëren maar een nieuwe natie opbouwen. De wijze waarop hij gestalte wou geven aan wat hij als de persoonlijk door hem geleide Siamese maatschappelijke en culturele renaissance zag, werd duidelijk door een aantal opvallende maatregelen.
Op 24 juni 1939, de zevende verjaardag van de coup van 1932, veranderde hij de naam van het land van Siam in Mu’ang Thai of Thailand. Deze naamsverandering was weloverwogen en verborg in feite ook een politieke agenda met een expansionistisch randje. De naam Thailand verwees immers naar het land van alle Thai, ook etnische Thai-volkeren dus die buiten de toenmalige landsgrenzen leefden… Meteen bepleitte hij ook een terugkeer naar de traditionele normen en waarden. In feite zou men zelfs kunnen stellen dat de wortels van het geflirt van de huidige Grote Roerganger met het onbestemde gevoel van ‘Thainess’ bij Phibun liggen…. Een onderdeel van deze campagne was overigens een golf van anti-Chinese maatregelen om de etnische Chinese dominantie van de Thaise economie te beteugelen en het Chinese onderwijs, de kranten en de cultuur in te perken. Een beetje vreemd wanneer men bedenkt dat Phibun zélf over etnisch-Chinese roots beschikte. Zijn grootvader aan vaderskant was een Kantonees sprekende Chinese immigrant geweest. Een feit dat hij handig in zijn CV onvermeld had gelaten…
Een paar maanden later lanceerde Phibun een flink door de regering gesponsord programma voor een ‘nieuw en beschaafd Thailand’ Om deze doelstelling te kunnen bereiken vaardigde hij zes ‘culturele mandaten’ uit. Een reeks van richtlijnen die zich onder meer focusten op het respect voor de nationale vlag en het volkslied of het gebruiken van lokaal vervaardigde consumptiegoederen maar ook op het verplicht dragen van een hoed of de ochtendlijke afscheidszoen voor echtgenoten…
De Tweede Wereldoorlog zou Phibun’s lot bepalen. Hij maakte sluw gebruik van de val van Frankrijk in juni 1940 en de daarop volgende Japanse invasie van Frans Indochina in september 1940 om de Thaise aanspraken in Frans Indochina sterker te maken na een grensgeschil met Frankrijk. Phibun geloofde dat Thailand gebieden kon terugkrijgen die koning Rama V aan Frankrijk had afgestaan, omdat de Fransen een gewapende confrontatie zouden vermijden of ernstig verzet zouden bieden. Thailand vocht van oktober 1940 tot mei 1941 tegen Vichy-Frankrijk in de betwiste gebieden. De technologisch en numeriek superieure Thaise troepenmacht viel Frans Indochina binnen en viel militaire doelen in grote steden aan. Ondanks Thaise successen leidde de Franse tactische overwinning in de Slag bij Ko Chang tot interventie van de Japanners, die bemiddelden bij een wapenstilstand waarbij de Fransen gedwongen werden de betwiste gebieden aan Thailand af te staan. Intussen probeerde Phibun op een, voor het Westen weinig geloofwaardige manier de Thaise neutraliteit te bewaren.
Hoewel Phibun diep in z’n hart pro-Japans was, deelde hij nu een grens met hen en voelde hij zich bedreigt door een mogelijke Japanse invasie. De regering van Phibun realiseerde zich ook dat Thailand voor zichzelf zou moeten zorgen als er een Japanse invasie zou komen, gezien de snel verslechterende relaties met de westerse mogendheden in het gebied. Toen de Japanners op 8 december 1941 Thailand binnenvielen -vanwege de internationale datumgrens gebeurde dit anderhalf uur voor de aanval op Pearl Harbor- werd Phibun met tegenzin gedwongen een algemeen staakt-het-vuren te bevelen na slechts één dag van verzet. De Japanse troepen gebruikten Thailand als basis voor hun invasies in de Britse kolonies Birma en Maleisië. De aanvankelijke aarzeling van de Thaise regering om zich aan de Japanners te verbranden maakte echter plaats voor enthousiasme nadat de Japanners door de Maleise campagne rolden in een “Fiets Blitzkrieg” met verrassend weinig weerstand. Op 21 december tekende Phibun een militair bondgenootschap met Japan. De volgende maand, op 25 januari 1942, verklaarde Phibun de oorlog aan Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Op dezelfde dag verklaarden Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland Thailand de oorlog. Australië volgde kort daarna. Semi Pramoj, de Thaise zaakgelastigde in Washington weigerde de oorlogsverklaring aan de VS te overhandigen en stichtte de Free Thai Movement, een door de Amerikanen ondersteunde en getrainde ondergrondse beweging die actief werd in de strijd tegen de Japanners in Zuidoost-Azië.
Phibun zuiverde intussen iedereen weg die tegen de alliantie met Japan was. Zijn gewezen burgerlijke medestanders die de collaboratie met Peking openlijk contesteerden werden weggepromoveerd. Dit lot was onder meer Pridi, die werd benoemd tot waarnemend regent voor de afwezige koning Ananda Mahidol en Direk Jayanama, de prominente minister van Buitenlandse Zaken beschoren. Jayanama, die had gepleit voor aanhoudend verzet tegen de Japanners, werd later -tegen z’n zin- als ambassadeur naar Tokio gestuurd. In het kielzog van de snel in Birma oprukkende Japanse troepen, zond Phibun een expeditielegertje dat, niet zonder problemen, een deel van de Shanregio bezette en annexeerde.
In 1944, toen de Japanners op alle fronten de strijd aan het verliezen waren en de ondergrondse anti-Japanse Free Thai Movement gestaag in kracht groeide, ontsloeg de Nationale Vergadering Phibun als premier en kwam er een abrupt einde aan zijn zesjarig bewind als opperbevelhebber. Phibuns ontslag werd deels afgedwongen door twee grootse, bijna megalomane plannen: het ene was om de hoofdstad van Bangkok te verplaatsen naar een afgelegen plek in de jungle bij Phetchabun in het noorden van centraal Thailand, en het andere was om een ’boeddhistische stad’ in Saraburi te bouwen. Als gevolg van de enorme -gedwongen – oorlogsleningen aan Japan en de economische crisis was de Schatkist leeg en keerden veel hogere regeringsfunctionarissen zich tegen zijn plannen. Phibun was niet dom en besefte dat hij zijn hand overspeeld had. Hij nam, na zijn ontslag, zijn intrek in het legerhoofdkwartier in Lopburi.
Khuang Aphaiwong verving Phibun als premier, zogenaamd om de betrekkingen met de Japanners voort te zetten, maar in werkelijkheid om de Free Thai Movement in het geheim bij te staan. Aan het einde van de oorlog werd Phibun berecht op aandringen van de geallieerden op beschuldiging van het plegen van oorlogsmisdaden en collaboratie. Hij werd echter onder grote druk vrijgesproken omdat de publieke opinie hem nog steeds gunstig gezind was. Deze vrijspraak was een streep door de rekening van de Britten. Churchill wou kost wat kost Thailand en Phibun bestraffen maar dat was buiten de waard, in casu de Amerikanen, gerekend die op Thailand rekenden als een toekomstige loyale bondgenoot in de regio.
Phibun verdween even op de achtergrond maar dat betekende niet dat hij zijn ambities opgaf. In november 1947 voerden legereenheden onder de controle van Phibun, bekend als de Coup Group, een machsgreep uit, waardoor de toenmalige premier Thawan Thamrongnawasawat moest aftreden. De rebellen installeerden Khuang Aphaiwong opnieuw als premier omdat de coup op grote internationale afkeuring botste. Pridi Phanomyong werd vervolgd maar werd geholpen door Britse en Amerikaanse inlichtingenofficieren en wist zo het land te ontvluchten. Op 8 april 1948 nam Phibun de functie van premier over nadat het leger Khuang had gedwongen zijn ambt neer te leggen.
Phibuns tweede premierschap verschilde op veel belangrijke punten van zijn eerste ambtstermijn. De tijden waren veranderd en Phibun ook. Zijn beleid kreeg zelfs een democratische façade. Dat had veel te maken met de sterke banden tussen het regime en de Verenigde Staten. Bij het begin van de Koude Oorlog leidde Phibun Thailand binnen in het anticommunistische kamp . Na de toetreding van Thailand tot de multinationale geallieerde strijdmacht van de Verenigde Naties tijdens de Koreaanse oorlog kreeg Thailand enorme hulp, zowel in goederen als financiën, van de VS. Dit zorgde ervoor dat Phibun zich meer confirmeerde aan het Westerse maatschappijmodel. Hij tolereerde het ontstaan van diverse politieke partijen, liet de vakbonden toe, verleende amnestie aan gevangengezette tegenstanders en organiseerde vrije verkiezingen.
Deze nieuwe politieke aanpak verhinderde echter niet dat er tijdens zijn tweede ambtstermijn verschillende pogingen tot staatsgreep werden uitgevoerd. De meest spectaculaire vond plaats op 29 juni 1951. Die dag woonde Phibun een ceremonie bij aan boord van de Manhattan, een Amerikaanse baggerboot, toen hij plots werd gegijzeld door een groep Thai marine-officieren, die hem vervolgens opsloten aan boord van het oorlogsschip Sri Ayutthaya. De onderhandelingen tussen de regering en de organisatoren van de coup mislukten snel, wat leidde tot gewelddadige straatgevechten in Bangkok tussen de marine en het leger, dat werd gesteund door de Thaise luchtmacht. Op een bepaald ogenblik wist Phibun te ontsnappen en terug naar de kust te zwemmen. Nadat de Sri Ayutthaya werd gebombardeerd door de luchtmacht, en met hun gijzelaar weg, werd de marine gedwongen de wapens neer te leggen.
In februari 1957, aan het einde van zijn tweede termijn, keerde de publieke opinie zich tegen Phibun toen zijn partij werd verdacht van frauduleuze praktijken tijdens de verkiezingen. Er was onder meer sprake van intimidatie van de oppositie, het kopen van stemmen en fraude. Bovendien beschuldigden critici van Phibun hem van een gebrek aan respect voor de Thaise monarchie, aangezien de anti-aristocratische premier altijd had geprobeerd de rol van de monarchie tot een constitutioneel minimum te beperken en religieuze functies op zich had genomen die van oudsher behoorden tot de monarch. Zo leidde Phibun de vieringen van de 2500ste verjaardag van het boeddhisme in 1956/57 in plaats van de koning Bhumibol Adulyadej, die openlijk kritiek had op Phibun. Op 16 september 1957 werd Phibun uiteindelijk omvergeworpen in een staatsgreep door troepen onder bevel van veldmaarschalk Sarit Thanarat, die eerder had gezworen Phibuns meest loyale ondergeschikte te zijn. Sarit werd gesteund door vele royalisten die weer voet aan de grond wilden krijgen, en er gingen geruchten dat de Verenigde Staten “diep betrokken” waren geweest bij deze coup.
Phibun werd gedwongen in ballingschap te gaan, eerst in Cambodja, maar later vestigde hij zich in Japan nadat het nieuwe regime van Sarit zijn verzoeken om hem toe te staan naar Thailand terug te keren afwees. In 1960 reisde Phibun kort naar India om monnik te worden in de boeddhistische tempel in Bodhgaya. Phibun stierf op 11 juni 1964 aan hartfalen terwijl hij in ballingschap verbleef in het Japanse Sagamihara.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond28 december 2024Thailand is een noedelparadijs
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Wederom bedankt beste Jan. Sta mij toe enkele aanvullingen te geven, om te beginnen wederom de naam.
In het Thai is dat แปลก พิบูลสงคราม, Plèk Phíe-boen-sǒng-khraam. Vaak afgekort tot พิบูล ofwel Phibun/Phibul in de Engelse schrijfwijze. Wederom omdat de ล (de letter L) op het eind uitgesproken wordt als een N.
Plek / Plaek = vreemd, raar, ongebruikelijk. Een verwijzing naar zijn vreemde oren die lager zaten dan zijn ogen.
Phiboen / Phibun / Phibul = iets breeds, wijds, groots, iets wat veel ruimte in neemt (?)
Songkhraam / Songkhram = een gevecht, oorlog, strijd.
Dat zou letterlijk dus zijn: Mr. Vreemd Brede-Oorlog. Maar hij wou liever niet met zijn naam Vreemd aangesproken worden. Zijn geboortenaam in het Thais was ขีตตะสังคะ, maar de betekenis daarvan?
Bij het uitbreken van de oorlog was premier Phibun nog generaal-majoor. In het Thais พลตรี (pon-trie: generaal der derde klasse). Maar hij gaf zichzelf een promotie tot veldmaarschalk in 1941. In het Thais จอมพล, tjom-pon ofwel Hoofd/Leider der Generaals. Leuk toch hoe autoritaire leiders zichzelf kunnen promoveren, vrijpleiten enzovoort? Zo wonderlijk mooi hoe menig Thais premier generaal of zelfs veldmaarschalk was. Geweldig!
Wat betreft zijn ontslag, op 16 juli 1944 bood Phibun zijn ontslag aan de twee regenten aan. Naar verluid nam hij aan dat hij de positie van premier wel opnieuw aangeboden zou krijgen ondanks zijn afgenomen populariteit. Aan het begin van de oorlog met het “terugwinnen” van zogenaamd Thais grondgebied dat eigenlijk nooit echt 100% Thaise was… (denk aan de diverse koninkrijken, schatplichtigheid aan diverse hogere koninkrijken, het afwezig zijn van harde grenzen enzovoort). Maar zijn ontslag werd dus aangenomen en niet veel later was er maar 1 regent over: Pridi. Die wees op 1 augustus 1944 Khuang aan als nieuwe premier. Na de oorlog zou ook Pridi zelf korte tijd premier worden totdat de militairen weer aan de macht kwamen en Phibun terugkeerde als premier.
Wie meer over Phibun wil weten kan o.a. deze boeken raadplegen:
– Siam becomes Thailand: a Story of Intrigue. London 1991, Judith Stowe. ISBN 978-0824813932.
– Field Marshal Plaek Phibun Songkhram (Leaders of Asia). University of Queensland Press 1980, B. J. Terwiel. ISBN 978-0702215094
Rob, het deel Sangkha in zijn voornaam kan een stad/district zijn in Surin provincie. Het eerste deel (khit-ta:) kan mijn Thais contact niet thuisbrengen.
Vele Thailand kenners en ook niet zo erge Thailand kenners willen iedereen doen geloven dat:
– alle staatsgrepen vabn militairen slecht zijn en ingegeven door machtswellust en onderdrukking van het volk;
– dat het leger, de militairen en de monarchie altijd onder 1 hoedje spelen;
– dat het alleen de koning is (en niet andere koninklijke hoogheden in de familie) die als en dictator het leger orders geeft om het volk om allerlei manieren te onderdrukken.
Het verhaal van Lung Jan toont aan dat geen van deze drie aannamen correct zijn.
Als je je ogen en oren goed openhoudt en de recente geschiedenis analyseert weet je dat ook in de laatste 70 jaar deze aannames geen standhouden, geen van de drie. Niet onder het vorige staatshoofd, niet onder het huidige.
Inderdaad, beste Chris, niet alle staatsgrepen en niet altijd. Maar mijns inziens wel de meeste.
Kun je mij de staatsgrepen noemen die niet zijn ingegeven door machtswellust en onderdrukking? Dank daarvoor.
Lees de posting van Lung Jan eens opnieuw: de staatsgreep in 1932 in Thailand.
Ik ben benieuwd wie die Thailandkenners dan zijn, die moeten dan nog eens het werk van o.a. Stowe er maar eens op na slaan. Door de tijd heen zijn er diverse kampen (geweest). Zo waren de coupplegers van 1932 (de Khana Ratsadon / คณะราษฎร / People’s Party) ook weer onder te verdelen in diverse fracties: de militaire leger fractie onder leiding van Phraya Phahon (die het vorige stuk van Lung Jan), een marine fractie en een burger fractie onder leiding van Pridi. Die fracties hielden er niet allemaal dezelfde denkbeelden op na en binnen de fracties waren er ook weer diverse opvattingen. Phibun was onderdeel van de militaire fractie en kwam uiteindelijk boven als meest dominante persoon/leider.
En zo ook door de door de tijd: De People’s Party stelden de Royalisten (daarin o.a. diverse prinsen) buiten spel. Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog kwam kort de burger/civiele fractie aan de macht onder leiding van Pridi. Maar na de plotselinge dood van het Ananda roken andere fracties weer bloed. Zo speelde o.a. pas opgerichte Democratische Partij een rol in het verzwakken van pro-Pridi figuren. Ook royalisten roerde zich. Uiteindelijk lukte het Phibun terug aan de macht te komen.
Het zou ttot 1957 duren dat Phibun ten val kwam. Het was Sarit die, handig gebruik makende van de Hyde stijl achtige speeches, die Phibun wist te verstoten. Sarit begon royalistisme te propaganderen, en met hulp van de Amerikanen was er een leuk budget om o.a. overal posters te verspreiden van het Huis. Dit hing dan weer samen met de strijd tegen het Rode Gevaar.. Hoe dan ook, militaire en leger fractie vonden elkaar hierin. Staatshoofd en premier hadden elkaar nodig, maar ook daar speelde meer dingen een rol. Denk aan de rol van rijke families. Die zaken komen goed aan het licht in de dissertatie van Christine Grey uit 1970 (Thailand: the soteriological state), met o.a. veel moois over het Kathin ceremonie.
De wereld is niet zwart-wit, maar kent allerlei fracties en sub-fracties, botsende persoonlijkheden enzovoort. Maar in grote lijnen kun je wel stellen dat “de militairen”, “de royalisten” en “de rijke elites” zich vanaf Sarit zijn heerschap wisten te vinden en elkaar zowel nodig hadden als dat er sprake was van concurrentie/strijd. En uiteraard ook daar binnen weer natuurlijk want “het leger” bestaat ook niet. Maar veel artikeltjes richten zich op een specifiek aspect/onderwerp, en die complexiteit moeten we dan vaak achterwegen laten omdat in een paar A4-tjes alleen de essentie van zaken benoemd kunnen worden. En die is in Thailand heel kort geschetst dat “de militairen” al sinds 1932 een zeer dominante rolspelen in Thaise politiek en maatschappij. Dat valt niet te ontkennen, en via deze vele stukjes van diverse schrijvers lichten we daar bepaalde aspecten uit.
Ik ben dus benieuwd welke aspecten omtrent Sarit onze Lung Jan naar voren zal halen. Andere aspecten, zoals die van Thailands meest geliefde familie, liggen ronduit gevoelig dus die kunnen niet in alle vrijheid en openheid hier besproken worden. Dat is jammer. Misschien dat dat ook de reden is dat sommige “kenners” (wie?) de focus zo zwaar op “de militairen” leggen en andere zaken noodgedwongen wat minder…
beste Rob,
1 ding mag toch duidelijk zijn: een coup om de absolute monarchie te vervangen door een constitutionele monarchie (hoeveel facties dit steunden doet niet terzake) is het TEGENOVERGESTELDE van een coup die de bedoeling heeft om het volk meer te knechten en onder de duim te houden…TENZIJ de absolute monarch het altijd opnam voor de zwakkeren in de samenleving zoals King Arthur maar daarvan was in 1932 in Thailand geen sprake.
Dat we niet over de monarchie kunnen schrjven en spreken is natuurlijk onjuist. Lung Jan doet het en jij ook. Al er 1 RODE lijn NIET zichtbaar is (een lijn die vele en ook de demonstranten tegenwoordig als een vaststaand feit beschouwen) dan is dat het leger en de monarchie het altijd en eeuwig met elkaar eens zijn en elkaar de hand boven het hoofd houden. Dat is al meer dan 100 jaar in Thailand NIET het geval, en nu ook niet. De posting van Lung Jan bewijst dat nog maar eens: een coup van de royalisten tegen het leger.
Beste Chris, het mag toch wel duidelijk zijn dat:
1. Op een enkele uitzondering na, een militaire coup geen opweg is naar een democratisch systeem en democratische ontwikkelingen. Die vlieger gaat ook in Thailand op. En die eerste coup met in het begin nobele doelen, die van de Khana Ratsadon was niet eens een puur militaire coup. Militaire coups en generaals als premier hebben Thailand verre van democratischer gemaakt.
De komende afleveringen in deze serie zullen dat ongetwijfeld duidelijk maken. Figuren zoals Sarit, Thanom en Suchinda waren echt geen feest der democratie. En ook meer gematigde generaal premiers zoals Prem (Preem) eigenlijk ook niet…
2. Nogmaals, veel zaken rondom het huis kunnen niet, nauwelijks of in zeer bedekte termen besproken worden. Openlijk schrijven rondom het noodlottige einde van Ananda, of de rol tussen huis, generaal premiers, burger protesten en de rol van diverse partijen daarin kunnen NIET in alle vrijheid en openheid besproken worden in Thailand.
Ik ben dus benieuwd wat Lung Jan op het digitale papier weet te zetten zodat er een toch redelijk en duidelijk beeld neergezet wordt ondanks de diverse restricties die er zijn. Wie weet heeft hij bijvoorbeeld wel wat ruimte voor de rol van de Amerikanen in de jaren 60-70.
Misschien is er dan een dankbare taak weggelegd voor Thailandkenners in den vreemde, zoals jij, om over al deze taboe-onderwerpen je licht te laten schijnen. Jij hebt ongetwijfeld al die in Thailand verboden boeken in je boekenkast staan. Jij gaat er in Nederland niet voor in het gevang.
Dus, kom op…..verdiep je in de taboe-onderwerpen en schrijf erover en laat Marx maar links liggen.
Nee, dat wordt niet gepubliceerd op Thailandblog.
Boeiend, weer een stukje Thaise geschiedenis rijker
Lung Jan,
Je schrref een geweldig stuk over de generaals, die de mensen hier politiek onverschillig maakten en de echte democratie onmogelijk. Het gaat er wat vreedzamer toe, maar veel is er voor de gewonen Thais niet veranderd. De militairen blijven in feite het landsbeleid te bepalen.
Wellicht is dat niet eens de slechtste aanpak. De buitenwacht staat ook te kijken en niemand die er baat bij heeft om het te laten escaleren. De welvaart wordt beetje bij beetje verdeeld en dat is wat men in het buitenland ( Westerse landen) wil zien. Duidelijkheid is ook belangrijk en dat is al decennia geaccepteerd door die buitenwacht. Met extreem rijke multinationals in het land weten ze heus wel welke weg ze moeten opgaan.
Inderdaad, Christiaan. In de 90 jaar sinds de revolutie van 1932 toen de absolute monarchie werd omgezet naar een constitutionele monarchie waren er gedurende 51 jaar diverse generaals aan het bewind, meer dan de helft van die periode.
Beste Christiaan, voor de lezers die niet alle stukjes van Lung Jan kennen is het misschien handig om naar dat stuk te verwijzen. Ik denk dat dat deze is: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/boekbespreking-thai-military-power-a-culture-of-strategic-accomodation/
Die begint met deze intro: “Ik vertel u geen geheim wanneer ik stel dat de invloed van het Thaise leger op de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in het land in de laatste eeuw niet weg te denken is geweest. Van staatsgreep naar staatsgreep slaagde de militaire kaste er niet alleen in om haar positie te verstevigen maar ook – en dit tot vandaag – haar greep op ’s lands bestuur te behouden. ”
Er valt zoveel te lezen over Thailand. Uren en uren leesplezier in het verschiet, en daarbij zijn de tags op dit blog vaak zo handig. Klik maar eens boven aan het artikel op “militairen” om wat te noemen. Of zoek zelf op zaken als nationalisme. De stukjes van o.a. Lung Jan, Tino en anderen (zelf heb ik ook een paard niet onaardige stukjes getikt denk ik zo) leggen een goede basis in de Nederlandse taal om wat meer van Thailand te leren. Menig bron materiaal is van auteurs die in het Engels schrijven. Met voor mij stipt op 1 het schrijvers duo Pasuk Phongpaichit en Chris Baker. Maar ook vele andere natuurlijk. Het Thaise Silkworm Books is een uitgever van veel publicaties die iemand die echt meer van Thailand wil weten niet mag missen. Alhoewel niet alles kan zomaar in Thailand ter persen komen…
Zeer interessant stukje geschiedenis over Thailand. Zoals zo vaak ontstaan uit tomeloze ambitie ontstaan maar verdronken in de realiteit van die tijd.