Generaals die de dienst uitmaakten: Phraya Phahol Pholphayuhashena
Als er, pakweg de laatste honderd jaar, één constante in de meer dan turbulente Thaise politiek is geweest dan zijn het wel de militairen. Sinds de door het leger gesteunde staatsgreep van 24 juni 1932 die een einde maakte aan de absolute monarchie heeft het leger niet minder dan twaalfmaal de macht gegrepen in het Land van de Glimlach.
De laatste keer gebeurde dit op 22 mei 2014, toen de stafchef van het leger, generaal Prayut Chan-o-cha met een staatsgreep meende orde op zaken te moeten stellen in het op dat ogenblik door politieke instabiliteit geteisterde Thailand.
Veel van deze coups legden geen windeieren voor de generaals die erbij betrokken waren en sommigen wisten overtuigend hun stempel op de Thaise geschiedenis te drukken. Daarom ga ik in een aantal bijdragen voor Thailandblog even stil staan bij deze merkwaardige ‘politici’, hun leven en hun motieven. Graag begin ik met Phraya Phahol Pholphayuhasena.
Phraya Phahol Pholphayuhashena
Deze militair werd op 29 maart 1887 in Bangkok geboren als Pote Phahonyothin in een etnisch gemengd gezin. Zijn vader, Kim Phahonyothin was een Sino-Thai die als beroepsmilitair was opgeklommen tot de rang van kolonel en zijn moeder, Chap Phahonyothin was een etnisch Thaise. Het was geen sinecure geweest voor zijn vader om zo hoog in rang op te klimmen want tegen het einde van de negentiende eeuw was het wantrouwen van de doorsnee Thai ten aanzien van hun Chinese medeburgers alsmaar groter geworden.
Kort nadat koning Mongkut in april 1855 met het ondertekenen van het Bowring –Verdrag Siam had opengesteld voor buitenlandse handel, kwam er een grote migratiestroom van Chinezen, voornamelijk uit de zuidoostelijke kustprovincies, op gang richting Siam. Zij waren goedkoop, plooibaar en ijverig. Tussen 1850 en 1932 vonden niet minder dan zeven miljoen etnische Chinezen hun weg naar Siam als werkmigranten. Een groot deel van hen keerde na gedane arbeid terug naar het moederland maar bijna de helft bleef. Rond 1900 zou de helft van de bevolking van Bangkok Chinese wortels hebben gehad… Eerst waren het vooral de berooide mannen die, gedreven door armoede en oorlogen in hun thuisland, hun geluk kwamen zoeken in het Land van de Glimlach. Na de eeuwwisseling volgden vele vrouwen in hun voetspoor.
De Chinese arbeiders – vaak ongeschoold – werkten op de bouw, scheepswerven of als koelie’s; zij groeven de klongs, de kanalen of waren later actief bij de constructie van de spoorwegen. Enkelen onder hen – zoals Phaholyothin senior – wisten echter uit de anonieme massa van dompelaars te treden en status en zelfs rijkdom te verwerven. Maar hierdoor riepen ze ook afgunst op. Want de relaties tussen Siamezen en Chinezen stonden vaak op gespannen voet. De activiteiten van behoorlijk invloedrijke geheime genootschappen die de Ang-Yi werden genoemd en die zich focusten op het uitbroeden van gezamenlijke strategieën om de Chinese invloed overzees financieel en economisch uit te breiden, botsten op het argwaan van de sterk op protectionisme gerichte Siamese autoriteiten. Bovendien waren soms hoogoplopende spanningen en geweld tussen de verschillende etnische Chinese groeperingen zoals Teochew, Hakka, Hainanezen en de Hokkiens. In het begin van de twintigste eeuw bleven de spanningen tussen de etnische Chinezen en de Siamezen smeulen. Een andere factor die bijdroeg tot het vervreemden van de Chinese immigranten tegenover hun gastheren was dat in 1911, revolutionairen in China de dynastie aan de kant hadden geschoven en de republiek hadden uitgeroepen. Het grootste deel van de Chinese gemeenschap in Siam verwelkomde deze ontwikkelingen met open armen en ging zich meer uitgesproken nationalistisch gedragen. Een houding die opnieuw de nodige aversie bij de Siamezen opriep.
Het was dan ook geen toeval dat de jonge Pote werd klaargestoomd om in de voetsporen van zijn vader te treden. Een carrière in het leger zorgde immers voor de nodige bescherming en respect. Hij leerde rekenen en schrijven aan de tempelschool van Wat Chakawat Rajavas en de Sukhumal Vidhayalai school. Daarna verkaste hij voor zijn opleiding tot officier naar de Chulachomklao Koninklijke Militaire Academie. Hij liet er zich opmerken door zijn leergierigheid en ijver en in 1903 werd deze beloftevolle 16-jarige kandidaat-officier met een koninklijke beurs naar Lichterfelde bij Berlijn gestuurd om er te studeren aan de Preußische Hauptkadettenanstalt, de vermaarde Pruisische Militaire Academie.
Hij was er niet alleen een klasgenoot van Hermann Göring maar maakte er ook kennis met de latere Japanse minister van Defensie en oorlogspremier Hideki Tojo door middel van zwaardduels. Pote werd drie jaar later dienstdoend luitenant in actieve dienst in een Duits artillerieregiment om er praktijkgerichte ervaring op te doen. In 1912 ging hij verder studeren in genietechnieken aan de Ingenieursschool in de Deense hoofdstad Kopenhagen. Hij kon echter maar één jaar voltooien omdat zijn beursgelden op waren, Net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde dan ook terug naar Siam om er carrière ta maken bij de strijdkrachten. Eerst werd hij als dienstdoend kapitein ingedeeld bij het 4e Artillerieregiment in de provincie Ratchaburi was gekazerneerd. In 1917 werd hij commandant van het 9e Artillerieregiment in Chachoengsao. Hij beschikte blijkbaar over de juiste connecties want hij kende een steile klim door de rangen en werd op 1 april 1928 bevorderd tot kolonel en ontving, conform zijn hoge rang, de titels van “Luang” en “Phra” in de naam van “Sarayuthsorasidhi”.
Op 20 mei van datzelfde jaar werd hij aangesteld als officier in de koninklijke garde en kreeg de titel Phraya Phahol Polphayuhasena die tot dan aan toe gedragen was door zijn inmiddels overleden vader. Maar zijn ambities reikten verder dan dit. Hij behoorde tot een klein clubje van in het buitenland opgeleide officieren die Siam kost wat kost wilden moderniseren en van mening waren dat dit alleen maar kon indien de monarchie haar absolutistisch karakter zou ontstijgen. De kern van deze groep – waartoe hij behoorde – zou bekend worden als de “Vier Musketiers”. Ze maakten deel uit van de Khana Ratsadon (of ‘Volkspartij’) die op 24 juni 1932 met succes een staatsgreep pleegde. Als de hoogste in rang werd Phraya Phahon als de de facto leider van de Khana Ratsadon en de revolutie beschouwd. Het was dan ook geen toeval dat uitgerekend hij de Verklaring van de Nieuwe Siamese Staat voorlas in het grote paleis, die het einde van de absolute monarchie en de oprichting van de constitutionele Siamese staat afkondigde. Vanwege de sleutelrol die hij speelde in de revolutie werd hij beloond met een hoge positie in de nieuwe regering en werd hij lid van het nieuwe kabinet.
Vrijwel meteen na de staatsgreep van 1932 vormden zich drie facties onder de politieke en militaire leiders van Khana Ratsadon. Dit waren de eerder conservatief ingestelde hoge militaire factie onder leiding van Phraya Phahon; de ambitieuze lagere leger- en marinefractie onder leiding van Luang Phibunsongkhram en ten derde, de burgerlijke factie onder leiding van de progressieve jurist Pridi Phanomyong. De ideologische verschillen en de sterke karakters van de kopstukken van de revolutie leiden onvermijdelijk tot wrijvingen die nog werden verergerd door Pridi’s voorstellen voor een ontwerp van economisch plan, dat socialistische elementen bevatte. Om de situatie te ontmijnen zette de premier Phraya Nititada hem Pridi uit het kabinet en schorste de grondwet. Deze actie bracht velen in de Volkspartij die Pridi steunden – waaronder Phraya Phahon – van streek. Deze laatste was vooral beducht voor de jongere en in zijn ogen roekelozere officieren die werden geleid door de met autocratische ideeën flirtende Phibunsongkhram.
Op 15 juni 1933 nam Phraya Phahon om gezondheidsredenen ontslag uit het kabinet. In werkelijkheid waren hij en een paar officieren van plan om de steeds autoritairdere regering van Phraya Manopakorn omver te werpen. Op 20 juni werd onder leiding van Phraya Phahon een bloedeloze staatsgreep gepleegd. De volgende dag benoemde Phraya Phahon zichzelf tot de tweede premier van Siam. Hij stuurde onmiddellijk een rapport naar koning Prajadhipok waarin hij de doelstellingen van de staatsgreep uitlegde en vroeg om de steun van de koning. Met zichtbare tegenzin steunde de koning hem. Phraya Manopakorn werd naar Maleisië verbannen met de niet mis te verstane boodschap om niet terug te keren
De volgende vijf jaar was Phraya Phahon vrijwel constant in een strijd verwikkeld om de macht te behouden. In oktober 1933 vond een royalistische opstand plaats tegen de regering van Phraya Phahon, de Boworadet-opstand, slechts vier maanden nadat hij premier was geworden. Na wekenlange gevechten kwamen regeringstroepen als overwinnaar uit de strijd en Phraya Phahon kon zijn positie verstevigen. Het kabinet was en bleef echter politiek ernstig verdeeld. De regering werd volgens veel historici alleen in stand gehouden door de kracht van zijn persoonlijkheid. De van ambitie bulkende Luang Phibunsongkhram, die ooit zijn vertrouweling was geweest, werd minister van defensie onder de nieuwe regering. Een benoeming die Phraya Phahon niet van harte had genomen want hij begon zijn vroegere pupil meer en meer te wantrouwen. Dit was niet onterecht want Phibunsongkhram begon meer macht en invloed te verwerven ter voorbereiding op zijn uiteindelijke klim naar het premierschap. Er waren veel problemen tijdens Phraya Phahon’s regeringstermijn en hij nam verscheidene malen zijn ontslag, maar hij werd nog vier keer herbenoemd. Tijdens zijn regering ging koning Rama VII – die nooit de inperking van z’n macht had kunnen verkroppen – naar Engeland en deed troonsafstand ten gunste van zijn neef koning Rama VIII.
Phraya Phahon sleurde zichzelf intussen van crisis naar crisis en het was voor veel waarnemers duidelijk dat zijn dagen als premier geteld waren. Het begin van zijn einde is in 1937 te situeren toen er een schandaal uitbrak met betrekking tot de verkoop van het vastgoed van he Kroondomein aan hoge regeringsfunctionarissen tegen prijzen die ver onder de marktprijs lagen. De regering overleefde nauwelijks dit schandaal. De macht van de premier taande nog meer na de eerste rechtstreekse parlementsverkiezingen die op 7 november 1937 plaatsvonden. De factie van Phraya Phahon trok daarbij aan het kortste eind en dat maakte hem extra kwetsbaar. Na begrotingsproblemen in het voorjaar van 1938 werd het kabinet gedwongen af te treden op 11 september 1938, gevolgd door verkiezingen in december. Verkiezingen, die de intussen tot zijn grootste rivaal uitgegroeide Luang Phibunsongkhram, deden aantreden als kersverse premier.
Na zijn termijn als premier trok generaal Phraya Phahon zich terug uit het openbare leven, hoewel hij tijdens de Tweede Wereldoorlog als inspecteur-generaal van de Thaise strijdkrachten diende. Hij stierf in februari 1947 op 59-jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Het lijkt erop dat hij, in tegenstelling tot andere Thaise premiers, nooit aan zelfverrijking heeft gedaan. Zo doet het verhaalde ronde dat toen hij stierf, ondanks het feit dat hij veel functies in de regering had bekleed, zijn familie niet over het geld beschikte om zijn begrafenis te betalen. Luang Phibunsongkhram en de regering kwamen tussenbeide in de kosten…
De Phahonyothin Road, die loopt van Bangkok tot aan de grens met Birma in het noorden, werd naar de oud-premier vernoemd. Dit eerbetoon vond ook plaats bij de naamgeving van het Paholpolpayuhasena Hospital, een ziekenhuis in de provincie Kanchanaburi. Maar lang niet iedereen en zeker de oerconservatieve kringen rond Vajiralongkorn, de huidige monarch zijn hiermee gelukkig. In de hofhouding van Rama X is men er blijkbaar op gebrand om de klok terug te draaien door alles wat met de staatsgreep van 24 juni, 1932 verband kan houden, uit het publieke domein te verwijderen. Ook Phraya Phapon werd intussen het slachtoffer van dit historisch revisionisme. Een artilleriebasis van het leger in de provincie Lopburi droeg de naam van generaal Phraya Phahon tot 2019, toen het, in opdracht van koning Vajiralongkorn, werd omgedoopt tot King Bhumibol-basis. Langdurige standbeelden van Phraya Phahon en veldmaarschalk Phibunsongkhram die in de basis stonden moesten eveneens worden verwijderd en vervangen door een standbeeld van koning Bhumibol…. Of hoe een staatsgreep plegende generaal die premier werd 74 jaar na z’n overlijden nog voor controverse kan zorgen…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond28 december 2024Thailand is een noedelparadijs
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Noot: de twee genoemde namen, Phraya Phahon en Phraya Phahol, zijn één en dezelfde persoon. Dit komt door omzetten naar westers schrift vs uitspraak. Zijn naam is in het Thai พระยาพหลพลพยุหเสนา, uit te spreken als Phrá-yaa Phá-hǒn Phon-phá-yóe-hà-sěe-naa. De ล (letter L) achter in een woord, spreekt men uit als een N. Dus je schrijft bijvoorbeeld voor พล Phol maar zegt Phon.
Phrayaa / phraya (พระยา) = een (hoge) ambtelijke titel voor notabelen
Phahon / Phahol (พหล) = een (machtig) leger
Phon / Phol (พล) = militaire generaal
Phayoeha (พยุห) = een prefix voor militaire troepen
Seenaa / sena (เสนา) = soldaten, troepen, dienaren.
Maakt samen iets van “Heer machtige strijdkracht, generaal der troepen”. Het ontleden van die titels en namen geeft ook iets van een kijkje en helpt misschien bij het wegwijs proberen te worden van al die namen en diverse spellingen die rond gaan. 🙂
NB: en natuurlijk dank voor weer een mooi stukje beste Lung Jan.
Citaat: “Het lijkt erop dat hij, in tegenstelling tot andere Thaise premiers, nooit aan zelfverrijking heeft gedaan”.
Dat is bijzonder, maar gelukkig niet geheel uniek, tenminste zover ik weet heeft ook burger en premier Pridi niet aan zelfverrijking gedaan. Maar hem was maar een korte ambtstermijn toegestaan. Die gevaarlijke linkse en progressieve burgers BRR. Thailand kan bouwen op een lange traditie van trotse generaals die, bijna standaard, al zakkenvullend en het plebs onderdrukkend de natie rust en orde brachten. Petje af voor de mannen in uniform die de natie voorwaarts lij.. leiden. 🙂
Het volgende deel gaat vast en zeker over generaal en veldmaarschalk Phibun / Phibul (พิบูล, phíe-boen). Ik bewaar mijn toelichting op de naam voor dan.
Dag Rob,
Niet voor niets schreef ik ‘in tegenstelling tot andere’ in plaats van ‘alle andere’….
Mooi beschreven.
Het beste en meest volledige boek over deze spannende en belangrijke periode is Judith A. Stowe, Siam becomes Thailand, a Story of Intrique, London 1991
In dat boek staat Phraya Phahol genoemd als Phya Phahol Pholpayuphasena.
Ik wil ook zo’n mooie naam!
Dank Lung Jan,
Voor weer een interessant en (op enkele tikfouten na 🙂 ) vlot leesbare bijdrage. Deze keer over deze in de Thaise geschiedenis belangrijke persoon.
Ik kijk uit naar alle volgende afleveringen in deze serie.
Bedankt. Heel boeiend. Ik kijk uit naar de volgende artikels. Ik probeer hier en daar iets te lezen over de Thaise “politiek” maar dit is wel interessant.