Generaals die de dienst uitmaakten: Phin Choonhavan
Als er, pakweg de laatste honderd jaar, één constante in de meer dan turbulente Thaise politiek is geweest dan zijn het wel de militairen. Sinds de door het leger gesteunde staatsgreep van 24 juni 1932 die een einde maakte aan de absolute monarchie heeft het leger niet minder dan twaalfmaal de macht gegrepen in het Land van de Glimlach.
De laatste keer gebeurde dit op 22 mei 2014, toen de stafchef van het leger, generaal Prayut Chan-o-cha met een staatsgreep meende orde op zaken te moeten stellen in het op dat ogenblik door politieke instabiliteit geteisterde Thailand.
Veel van deze coups legden geen windeieren voor de generaals die erbij betrokken waren en sommigen wisten overtuigend hun stempel op de Thaise geschiedenis te drukken. Daarom ga ik in een aantal bijdragen voor Thailandblog even stil staan bij deze merkwaardige ‘politici’, hun leven en hun motieven.
Vandaag sta ik heel even stil bij één van de meest enigmatische figuren uit de Thaise politiek, zijnde maarschalk Phin Choonhavan. De man houdt het record van de kortst zetelende premier van Thailand: hij vervulde deze functie van 8 tot 10 november 1947, maar de invloed die van hem én zijn familie uitging kende nauwelijks een gelijke in het Land van de Glimlach. Zijn familie is uitgegroeid tot hét schoolvoorbeeld van wat in Thailand wordt omschreven als politieke trakun (ตระกูลการเมือง of ตระกูลนักการเมือง); een niet van enig nepotisme gespeende politieke familiale dynastie die zich gedurende minimaal twee generaties heeft onderscheiden door middel van politieke activiteit. Activiteit, die zich vaak niet alleen onderscheidde door zetels in het parlement, het kabinet, de senaat en zelfs het premierschap maar ook door het bezetten van hoge militaire en civiele posities in de bureaucratie.
De betrokkenheid van de Choonhavans in de politiek gaat terug tot 1947 en strekt zich uit tot in he begin van de 21e eeuw. Het eerste lid van de familie dat de politiek inging, was Phin Choonhavan. Hij werd geboren op 14 oktober 1891 in het gezin van Kai, een arts die vanuit het Chinese Chaoshan naar Siam was geëmigreerd en van de uit Shangou geëmigreerde Lim Hong. Ze hielden zich bezig met de exploitatie van boomgaarden en traditionele geneeskunde. Het economisch kapitaal was dus eerder beperkt, maar het gezin was niet arm. Phins onderwijskansen werden echter gehypothekeerd door zijn familieachtergrond. Nie echt goed in de slappe was zittende etnische Sino-Thai waren niet echt geliefd.
Om een opleiding te volgen werd hij tot Boeddhistische novice gewijd en bracht hij zelfs enige tijd door in een prestigieuze tempel in Bangkok. Zijn opleiding verliep echter niet zoals het zou moeten en werd verschillende keren onderbroken omdat hij van school moest veranderen of een oudere monnik in het binnenland moest begeleiden. Op een van deze onderbrekingen ging hij naar huis om zijn familie te bezoeken. Daar kreeg hij te horen dat hij zijn militaire dienstplicht moest gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij ervoor om naar het Militaire Stafcollege te gaan en werd zo een kandidaat-onderofficier. Daar rondde hij snel het trainingsprogramma af en studeerde hij af als beste van zijn klas. Dit kwalificeerde hem om de Militaire Academie binnen te gaan. Na zijn afstuderen werd hij ingedeeld bij een eenheid die in garnizoen lag in Ratchaburi. Het ging er hem voor de wind want in 1929 was hij al in rang opgeklommen tot majoor. Terwijl hij gestationeerd was in Ratchaburi kreeg hij de officiële titel van Luang Chamnanyutthasat, waardoor hij deel ging uitmaken van de lagere adel.
Op 24 juni 1932 pleegden, in de Khana Ratsadon of Volkspartij verenigde ontevreden militairen en burgers, een staatsgreep die een abrupt einde maakte aan de absolute monarchie. He zou een scharniermoment worden in zijn leven. Deze coup bracht immers Phin’s militaire carrière ernstig in gevaar. Zijn erg collegiale relaties met zijn commandant, die lid was van de koninklijke familie, was de nieuwe machthebbers immers niet ontgaan. Hij werd ervan verdacht een royalist te zijn. Dit vermoeden werd aangewakkerd door het feit dat zijn superieur hem had bevolen om op de dag van de staatsgreep in een geheime missie naar Bangkok af te reizen om de situatie en het mogelijke gevaar voor de leden van de koninklijke familie in te schatten.
Phin ontsnapte alleen aan een naakt ontslag uit het leger na een rechtstreekse tussenkomst van luitenant-kolonel Plaek Phibunsongkhram die, als zijn gewezen klasgenoot op de militaire academie, hem goed kende en instond voor zijn karakter en loyaliteit. Deze getuigenis ten ontlaste door één van de nieuwe sterke mannen kon niet verhinderen dat hij voor een paar maanden achter de hoge muren van een ‘heropvoedingskamp’ verdween… Kort daarna veranderde het lot van Phin opnieuw, toen hij in oktober 1933 nauw betrokken raakte bij het de kop inslaan van de pro-royalistische contrarevolutie die werd geleid door prins Bowaradet. Het was Phibunsongkhram die de operaties tegen de royalistische rebellen leidde. Hij deed daarvoor onder meer een beroep op Phin die hij omwille van zijn militaire vakkundigheid erg hoog achtte. Maar wellicht was het ook een test om Phin’s loyauteit aan het nieuwe regime op de proef te stellen. Het succesvol neerslaan van de Bowaradet-rebellie versterkte niet alleen Phibuns ‘positie als nieuwe sterke man binnen de regering maar ook Phin die zijn lot nu openlijk aan dat van Phibun had verbonden. Een beslissing die hem geen windeieren legde.
Nadat Phibun in 1936 premier was geworden kende Phin’s militaire carrière een steile opgang. In de Franco-Thai Oorlog, die tussen oktober 1940 en 28 januari 1941 in Indochina werd uitgevochten wist hij een paar successen te boeken die zijn faam als een bekwame militair bevestigden. Het was dan ook geen toeval dat wanneer Phibun in de lente van 1942, in het kielzog van de snel oprukkende Japanse troepen een Thais expeditieleger, het Thap Phayap of Noordelijk Leger samenstelde om de ‘verloren gebieden’ in Birma te bezetten, Phin benoemd werd tot bevelhebber van de IIIe Divisie. Hij verjoeg de Chinese LVe Divisie uit Loikaw en nam Kentung in. Hij werd hiervoor niet alleen beloond met een bevordering tot luitenant-generaal maar ook met de post van militaire gouverneur van de Shanstaten.
De verstrengeling van zijn lot met dat van Phibun had echter ook een keerzijde. Dat werd erg duidelijk in augustus 1944 toen Phibun door het parlement tot ontslag werd gedwongen. Phibuns tegenstanders repten zich om de entourage van de in ongenade gevallen maarschalk uit te zuiveren en amper een paar weken later zat de meteen op pensioen gestelde Phin in de ouderlijke boomgaarden te verwijlen…
Dit betekende echter niet dat zijn rol was uitgespeeld. In de vroege ochtenduren van 8 november 1947 leidde hij samen met zijn zwager, politiegeneraal Phao Sryanond en met de steun van de in ballingschap verblijvende Phibun een bloedloze staatsgreep tegen de zittende premier admiraal Thamrong Nawasawat. Het was de eerste couppoging die sinds 1932 succes kende. Deze staatsgreep illustreerde – voor de zoveelste keer – de enorme, deels ideologische verdeeldheid die er heerste binnen de Thaise strijdkrachten. De marine steunde sinds 1932 vooral de door de jurist Pridi Banomyong geleide burgerlijke fractie van de Volkspartij die een einde had gemaakt aan de absolute monarchie. Dit leidde al snel tot wrijvingen met het leger en de -embryonale- luchtmacht die aan de zijde van Phibun stonden. Terwijl tijdens de Japanse bezetting Phibun en het leger collaboreerden met de Japanners koos de marine de zijde van de geallieerden en de Free Thai Movement. Achter de schermen waren enkele van de hoogste marine-officieren ook betrokken geweest bij de politieke val van Phibun in 1944 waardoor de animositeit tussen beide kampen alleen maar was toegenomen.
Pridi én Thamrong wisten te ontsnappen aan arrestatie en kregen onderdak van admiraal Sindhu Songkhramchai in het hoofdkwartier van de marine aan de oever van de Chao Phraya. Met de hulp van een Britse adviseur en de Amerikaanse militaire attaché kon Pridi – tot frustratie van Phibun – het land ontvluchtten. Phin was heel even, van 8 tot 10 november 1947, interim premier vooraleer Phibun – zoals afgesproken – de macht overnam. Phin’s loyauteit aan Phibun wierp vruchten af. In het begin van 1948 werd hij niet alleen bevorderd tot veldmaarschalk en opperbevelhebber van de Thaise strijdkrachten maar kreeg hij ook politieke macht als vice-premier. Maar mooie liedjes duren, zoals een wijs spreekwoord te verstaan geeft, nooit lang en op 16 september 1957 was het definitief amen en uit voor Phibun en Phin. Veldmaarschalk Srisdi Dhanaraja pleegde een staatsgreep die Phibun een nieuwe – en dit keer definitieve – ballingschap opleverde en Phin op non-actief zette… Dit alles deed Phin echter niet in de vergetelheid verdwijnen. In tegenstelling tot Phibun of Phayo werd hij niet het land uitgejaagd. Hij bakte al snel zoete broodjes met de nieuwe sterke man, veldmaarschalk Sarit Thanarat, die op 9 februari 1959 aantrad als nieuwe premier.
De staatsgreep van 1947 was het begin geweest van de Choonhavan-familie als politieke trakun. De familie Choonhavan en vijf andere verwante families staan bekend als de Rajakru of Ratchakru Group. De Ratchakru Group is vernoemd naar de straat waar de meeste leden van de groep woonden: Soi Ratchakru, Phahon Yothin 5 in Phaya Thai, Bangkok. De groep werd gevorm uit zes families die door huwelijk met elkaar verbonden zijn en die over verschillende generaties heen hun stempel hebben gedrukt op Thailand… Hun machtsbasis werd, naast de politiek, vooral gevormd door het erg winstgevende zakenimperium dat was uitgebouwd door Phin Choonhavan. Dit imperium omvat niet minder dan 32 bedrijven waaronder 10 financiële instellingen, 15 industriële en transportbedrijven en 7 handelsfirma’s… De al snel stevig geworden banden die Phin met Sarit smeedde liepen via deze, in het laatste kwart van de 20e eeuw erg machtig geworden groep.
De groep was het meest invloedrijk van 1947 tot 1957 en opnieuw tijdens de late jaren 1980 tot 1991. In die laatste periode was het vooral Phin’s enige zoon, generaal Chatichai Choonhavan die zich deed opmerken. Naast een militaire loopbaan – die hij grotendeels aan zijn familiale band met de opperbevelhebber had te danken – bouwde hij ook een erg succesvolle carrière uit als diplomaat en politicus. Hij werd verschillende keren minister en van 1988 tot 1990 was hij premier. Zijn vrouw Thanpuying Boonruen Choonhavan, née Sophot was verwant aan en een beschermelinge van prinses Srinagarindra, de moeder van de latere koning Rama IX. Hun zoon Kraisak volgde in zijn vaders spoor. Hij was van 2008 tot 2011 vice-voorzitter van de Democrat Party en zat van 2001 tot de coup van 2006 de Commissie Buitenlandse Zaken van de Senaat voor. Eerder had hij zich al als diplomaat verdienstelijk gemaakt door onder meer tussen 1989-1991 met resultaat de vredesonderhandelingen met Cambodja te leiden.
Phin’s schoonzoon, generaal Pramarn Adikreksam, die de CEO was van de in 1954 gestichte Thai Textile Company speelde niet alleen een sleutelrol in de uitbouw van de zakelijke belangen van de groep maar was ook een tijdlang viceminister van Industrie en Communicatie en één van de stichters van de Chat Thai Party in 1973. Pramarn’s zonen Pongpol en Yongyol bouwden een zakelijke en politieke carrière uit die Pongpol tweemaal het vice-premierschap opleverden. De laatste keer gebeurde dit van 2001 tot 2003 onder Thaksin Shiniwatra. Na de coup van 2006 werd diens Thai Rak Thai Party door het Grondwettelijk Hof ontbonden en verloor Pongpol voor vijf jaar zijn politieke rechten. Sindsdien is hij, onder zijn ‘nom de plume’ Paul Adirex, actief als schrijver.
De Ratchakru groep kon bijgevolg niet alleen bogen op een premier maar ook op meerdere vicepremiers en talloze ministers. Vandaag blijven enkele leden nog politiek actief, maar de invloed van de groep is intussen wel drastisch afgenomen. Ondanks zijn afnemende invloed, was en blijft de Ratchakru Group echter, na de clan Shinawatra de grootste en meest invloedrijke politieke trakun in de moderne Thaise geschiedenis.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Voor de liefhebber weer de naam in het Thais en de Nederlandse uitspraak. De
ผิน ชุณหะวัณ ofwel Phǐn Choen-hà-wan. Phǐn / Phin is “het omdraaien van je lichaam”. Geen idee wat de achternaam betekent.
Verderop in het stukje, op de postzegel, staat zijn zoon:
ชาติชาย ชุณหะวัณ, Châat-chaai Choen-hà-wan. In het Engels geschreven als Chatichai Choonhavan. Die droeg de titel van Generaal Eerste Klasse (พล.อ. = พลเอก = phon èek, generaal één).
Meteen maar een overzicht van rangen van hoog naar laag:
จอมพล (tjom-pon) = Hoofd/Leider der Generaals -> Veldmaarschalk
พลเอก / พล.อ. (phon èek) = generaal (der klasse) één
พลโท / พล.ท.(phon thoo) = generaal (der klasse) twee
พลตรี / พล.ต. (phon trie) = generaal (der klasse) drie
พันเอก / พ.อ. (phan èek) = kolonel (der klasse) één
etc.
Tot slot: “politieke trakun (ตระกูลการเมือง of ตระกูลนักการเมือง)”. Dat is fonetisch: Trà-koen kaan-muang of Trà-koen Nák-kaan-muang. Letterlijk: Familielijn Politiek of Familiestamboom Politici. Kortom een familie netwerk/stamboom die goed geworteld is in de politiek.
Wat is de Thaise politieke geschiedenis toch interessant!
Citaat:
De groep was het meest invloedrijk van 1947 tot 1957 en opnieuw tijdens de late jaren 1980 tot 1991. In die laatste periode was het vooral Phin’s enige zoon, generaal Chatichai Choonhavan die zich deed opmerken. Naast een militaire loopbaan – die hij grotendeels aan zijn familiale band met de opperbevelhebber had te danken – bouwde hij ook een erg succesvolle carrière uit als diplomaat en politicus. Hij werd verschillende keren minister en van 1988 tot 1990 was hij premier.
Chatichai en zijn politieke vrienden waren zeer beroemd om hun corruptie. Hij werd daar door de pers wel eens op gewezen (nu kom je daarvoor in het gevang) en dan zei hij ‘No problem’.
De bekende zanger Aed Caraboa scheef vervolgens een liedje getiteld ‘No Plom Plaem’ , deze:
https://www.youtube.com/watch?v=TCeSIpxmX5M