Een knettergekke Hollander… of toch niet?
De Borobudur in Java, is het grootste Boeddhistische monument ter wereld. Dit, uit niet minder dan negen etages opgebouwde tempelcomplex uit de achtste eeuw van onze jaartelling had eeuwenlang onder as en jungle verborgen gelegen en vormde één van dé grootste archeologische sensaties in de vroege negentiende eeuw.
In 1814, in het korte tijdsbestek dat Nederlands-Indië even onder Brits bestuur stond, had de Engelse Lieutenant-Governor Sir Thomas Stamford Raffles de Nederlandse officier en gepassioneerde amateur-archeoloog Harmanus Christian Cornelius er op uit gestuurd om deze tempel bloot te leggen. Sindsdien intrigeerde het bouwwerk elke bezoeker.
Zo ook het illustere gezelschap dat op 1 juli 1896 de terrassen van deze tempel begon te verkennen. Onder begeleiding van een paar Nederlandse en Javaanse officials gidste de Nederlandse arts en amateur-archeoloog Isaac Groneman -voorzitter van de Archeologische Sociëteit van Yogyakarta – de Siamese koning Chulalongkorn en zijn twee (half)broers, de prinsen Damrong en Sommot rond op de site. Chulalongkorn was niet alleen in Java om er de nieuwste Westerse technologieën te bewonderen maar ook om de bestuurlijke banden met een Europese natie aan te halen in een tijd dat sommige op expansie beluste westerse grootmachten een begerig oog op Siam hadden laten vallen. Bovendien wilde hij, getuige zijn dagboek, ook een pelgrimage ondernemen naar een aantal belangrijke Boeddhistische schrijnen in Nederlands – Indië, want ondanks het feit dat de kolonie intussen overwegend islamitisch was geworden, hadden de pré-Indonesische stadsstaten zoals Srivijaya en het Majapahit-rijk, een belangrijke rol gespeeld in de verspreiding van het Boeddhisme in Zuidoost-Azië. Daarom werd de eerste dag van het tweedaagse bezoek aan deze site ook afgerond met een bloemenoffer en gebed bij de Boeddha in de bovenste stupa.
Chulalongkorn liet op de tweede dag van bezoek, zijn handtekening in de stupa uithakken en verordonneerde dat ze met goud moest worden ingelegd. Vorstelijke graffiti dus… Hij was zeker niet de eerste die zich aan het tempelcomplex vergreep want eerder deden er al verhalen de ronde hoe Nederlandse huzaren uit het garnizoen van Magelang hun sabels hadden geslepen op Boeddhabeelden en hoe officieren van het koninklijk Nederlands Indisch Leger (K.N.I.L.) na een picknick aan de voet van de Borrobudur de tempel als een in te nemen fortificatie hadden bestormd…
Tijdens zijn bezoek aan de tempel had hij indruk op z’n gastheren gemaakt door zijn kennis van het Boeddhisme en oud-Javaanse kunst. Hij had voorafgaand aan z’n bezoek het standaardwerk van oud-gouverneur Raffles ‘The History of Java’ (1817) bestudeerd en was als belangrijke sponsor van de Pali Text Society in Sri Lanka, een hevige promotor van het ontleden van oude Boeddhistische geschriften. Toen hij polste naar de mogelijkheid om enkele beelden en ornamenten mee naar huis te krijgen, werd daar om de belangrijke bezoekers niet te veel te ontrieven, gemakkelijk op ingegaan. Chulalongkorn, bijgestaan door z’n broers selecteerde zelf eigenhandig vijf Boeddhabeelden uit de stupa’s op de bovenste terrassen. Uiteindelijk werden er niet minder dan acht karren, volgestouwd met beelden, bas-reliëfs en ornamenten naar Siam verstuurd. Dit gebeurde allemaal met de uitdrukkelijke zegen van het hoogste koloniale gezag, van gouverneur-generaal Carel Herman Aart van der Wijck, die blijkbaar erg ver wou gaan in het behagen van de Siamese delegatie…
Los van de acht karladingen moeten er overigens nog een aantal andere belangrijke giften, ongeregistreerd zijn meegegeven aan het Siamese gezelschap. Vaak vermomd als ‘spontane’ geschenken van lagere koloniale ambtenaren of vertegenwoordigers van de Javaanse bestuurlijke administratie. Van prins Mangkunegara VI in Solo ontving de Siamese vorst bijvoorbeeld vier Boeddha-beelden uit zijn persoonlijke collectie die naar verluidt afkomstig waren uit Candi Plaosan.
Was van Wijck een knettergekke Hollander met tropenkolder die waardevol cultuurhistorisch erfgoed te grabbel had gegooid? Getoetst aan onze hedendaagse normen vermoedelijk wel maar het uitwisselen van waardevolle geschenken behoorde en behoort nog steeds tot de diplomatieke plichtplegingen én geplogenheden. Het draagt, zo wil het de diplomatieke codex, bij tot het smeden en versterken van relaties. Dat is nu zo en was zéker zo op het einde van de negentiende eeuw.
De aankomst van de Indonesische kunstschatten in Bangkok werd op gepaste wijze gevierd. Chulalongkorn organiseerde een tentoonstelling voor het koninklijk paleis en liet honderd monniken opdraven om de beelden te verwelkomen. De vijf Boeddha’s van de Borobodur kregen daarna een nieuw onderkomen in Wat Phra Kaew. Chulalongkorn’s zoon en opvolger Vajiravudh, liet kort voor de Eerste Wereldoorlog vier van deze beelden overbrengen naar een nieuwe chedi die hij had laten bouwen in Wat Rachathiwat, het klooster waar zijn grootvader, koning Mongkut monnik was geweest. Het vijfde Boeddhabeeld werd naar Wat Boworniwet, een andere belangrijke koninklijke tempel in de hoofdstad, gebracht. Veel van de overige stukken werden in de paleistuinen opgesteld en enkele werden vanaf 1926 tentoongesteld in het Nationale Museum aan Sanam Luang.
Pas drie jaar na Chulalongkorn’s bezoek kwamen de eerste protesten op gang en verschenen er berichten over roofkunst in de pers. De Nederlandse regering die met de zaak verveeld zat, hoopte dat de storm wel zou gaan liggen en dat gebeurde ook. Maar dat was buiten de waard, in casu de Nederlandse militaire ingenieur majoor Theodoor Van Erp gerekend. Van Erp, die tussen 1907 en 1911 de eerste restauratie van Borobudur superviseerde, liet prompt de Siamese koninklijke signatuur uit de stupa verwijderen. Het was ook dezelfde Van Erp die in deze periode met de moed der wanhoop trachtte te achterhalen wat er allemaal precies richting Siam was verdwenen en vooral wie daarvoor verantwoordelijk moest worden gesteld… Volgens zijn bevindingen zou Van der Wijck slechts hebben ingestemd met het weggeven van één Boeddhabeeld ‘…indien het te verplaatsen was’… Maar in een telegram dat verstuurd was naar de delegatie blijkt dat van der Wijck geen bezwaar had aangetekend tegen het meenemen van meerdere Boeddha’s…
In de volgende jaren trachtte Van Erp tevergeefs de in zijn ogen ‘gestolen’ of ‘gekidnapte’ beelden terug te krijgen. Hij botste telkens op het minzame en vooral erg diplomatische maar ook resolute njet van prins Damrong, de broer van Chulalongkorn, die hem op zijn bezoek aan de Borobudur had begeleid. Damrong die een extreem belangrijke rol heeft gespeeld in het aankweken van een historisch besef in Thailand, ging er van uit dat zijn broer de meegekregen kunstvoorwerpen aan de Siamese natie had geschonken. Na zijn dood werd Chulalongkorn bijna als een heilige gecanoniseerd en ook zijn giften aan de natie hadden zoals Damrong fijntjes aan de Nederlanders wist uit te leggen, nu zo’n verheven statuut dat zij onlosmakelijk tot het Siamese erfgoed behoorden. De Javaanse relicten moesten de idee en de koninklijke legitimatie van de Chakri-dynastie en het Grotere Boeddhistische Siam verstevigen en konden bijgevolg niet meer gemist worden…
Pas in 1926 kreeg de cultuurhistorische administratie in Nederlands-Indië na lang aandringen als teken van goodwill én in ruil voor evenwaardige stukken, drie muurfragmenten terug die scénes uit de Ramakien voorstelden…
Sinds 1991 behoort de Borobudur tot het Unesco-Werelderfgoed maar er bevindt zich nog altijd een stuk Borobudur Bangkok…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond28 december 2024Thailand is een noedelparadijs
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Schitterend verhaal weer, Lung Jan. Het maakt zoveel meer duidelijk over de geschiedenis van Indonesië en Thailand. Ik vind het vooral mooi hoe je de verschillende details uitwerkt zodat het verhaal echt gaat leven. Ik zie het zo vóór me.
Het maakt ook duidelijk hoezeer koning Chulalongkorn zich gedroeg als een koloniale heerser en minder als een vorst van een vrij en onafhankelijk land.
Ik sta er op dat je al je verhalen in boekvorm gaat uitgeven, als je je huidige taak achter je hebt gelaten…
Koning Chulalongkorn een aardige, intelligente en ijverige man met veel humor. Maar wel een absolute heerser.
Prachtig stuk; heel interessant!
Ik sluit me bij de andere aan, weer een goed, helder stuk beste Jan.
Geweldig wat een historie, bedank Lung Jan
Borobudur in Java, zeer goed verhaal Mijnheer. Mijn vrouw 78 (geboren in Java) en Ik zelf 75 in Holland waren afgelopen February in Java voor 4 weken, en ja helemaal naar boven op de “Borobudur”. Zo vooral jouw verhaal is een speciale plaats in gaan nemen na ons bezoek aan de “Borobudur”. Mijn dank voor het samen stellen van dit verhaal.Anthony.
Zeer verhelderend Lung Jan, dank je wel. Nu heb ik een heel andere kijk op Chulalongkorn, alhoewel ik erken dat hij deed wat gebruikelijk was in die tijd. Toch niet fraai.
Trouwens heel bijzonder van majoor Theodoor Van Erp, een bijzondere kijk op erfgoed in die tijd.
Alweer de schijnwerpers van Lung Jan
op een boeiend historisch gegeven uit landen
die een plaats in ons hart innemen.
Trouwens, hij maakt ons kritisch mbt de gebeurtenissen uit het verleden.
Zonder extreme eenzijdigheid zoals heden meestal het geval..
Ik liep verleden week in het Nationaal Museum in Bangkok en vroeg mijzelf inderdaad af hoe het mogelijk was dat er zoveel stukken van de Borobodur staan ! De toelichting is zeer gering en klinkt als een gift van toenmalig NL….dank voor de duiding.