Drie waargebeurde verhalen van gevangenen achter Thaise tralies
Over het leven in de Thaise gevangenis zijn diverse boeken uitgebracht, waaronder “Bangkok Hilton” van Sandra Gregory, “Levenslang in Thailand” van Pedro Ruijzing en “Tien jaar achter Thaise tralies” van Machiel Kuijt. Alle drie werden in de jaren 90 schuldig bevonden aan drugsdelicten en kwamen zo in de beruchtste gevangenissen van het land terecht: Klong Prem Central Prison (คลองเปรม, khloong-preem) en Bang Kwang Central Prison (บางขวาง, baang khwaang). Deze laatste is een maximum security prison voor mannen die en staat ook bekend als “Bangkok Hilton” of “Big Tiger”.
Wat vertellen de drie schrijvers over het leven achter de tralies?
Sandra – Bangkok Hilton (Forget You Had a Daughter)
De 28-jarige Britse Sandra is een beetje een flierefluiter en wanneer een vriendin haar vertelt dat een vriend een ticket naar Thailand over heeft, stemt ze spontaan in deze vriend te vergezellen. Aangekomen in Bangkok besluit ze om toch maar niet samen op te trekken en kiest ze er in haar eentje het mooie Thailand te verkennen. Zo verblijft ze in op allerlei plekken van het land, heeft ze veel plezier, doet vrijwilligerswerk en heeft ze verschillende betaalde baantjes. Maar na twee jaar heeft ze geen inkomsten meer en raakt haar geld op. Ze besluit dat het tijd is om terug naar huis te keren, het is dan februari 1993. Sandra wil haar ouders niet lastigvallen en zoekt andere manieren om aan de terugreis te betalen. Tussen haar vakantievrienden zitten diverse personen die hun geld met illegale praktijken hebben verdiend, zoals smokkel van edelstenen of verdovende middelen. Eén van deze vakantievrienden, Robert Lock, zegt dat hij haar wel duizend pond kan betalen als ze samen met hem naar Japan vliegt.
Als tegenprestatie vraagt hij een kleine hoeveelheid heroïne in haar lichaam te verstoppen. Appeltje-eitje zo verzekert hij haar: “De douane is al geregeld, het komt allemaal in orde”. Twijfelend stemt ze in: Robert is een aardige jongen, komt overtuigend over en anderen is het ook gelukt om zo geld te verdienen. Robert geeft haar 3 kleine, met zwart tape dichtgeplakte, pakketjes die zei in haar lichaam moet verbergen en samen gaan ze naar de luchthaven. Bij het inchecken wordt Robert echter opgewacht door de douane, dit naar aanleiding van een tip van de Britse ambassade aan de Thaise autoriteiten. “Hoort u bij hem?” vragen de douanemannen, “Ja” antwoord Sandra, eerlijk als ze is. En zo worden ze meegenomen naar een kamertje, maar bij Robert worden geen drugs aangetroffen. De beambten merken op hoe nerveus Sandra is en besluiten dan om ook haar aan een onderzoek te onderwerpen. Beet! Robert vloekt en ontkent direct in alle toonaarde iets van de drugs af te weten en Sandra niet te kennen. Beiden worden in handboeien afgevoerd naar een politiebureau en belanden zo in de cel.
Drie jaar later, 28 februari 1996, spreekt de rechtbank haar vonnis uit: levensbeëindiging wegens schuld aan de smokkel van 102 gram heroïne (oorspronkelijk 89 gram, beneden de 100 gram is een lagere strafmaat van toepassing). De rechter zet de straf om in levenslang en verlaagt deze naar 25 jaar gevangenisstraf. Robert wordt vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, de verklaringen van Sandra dat dit alles Robert zijn idee was blijken onvoldoende om tot zijn veroordeling te komen. Dankzij een verdrag wordt Sandra in juni 1997 overgeplaatst naar een gevangenis in het Verenigd Koninkrijk. Na enkele jaren in diverse Britse (maximum security) gevangenissen krijgt ze van de Thaise koning gratie en komt uiteindelijk op 21 juli 2000 op vrije voeten.
Pedro – Levenslang in Thailand
Pedro Ruijzing is taxichauffeur en op een dag vraagt hij een vaste hoe het zit met de grote bedragen contant geld die de klant regelmatig op zak heeft. Deze vertelt hem dat zulke bedragen heel normaal zijn in het wereldje waarin hij werkt en tevens nog eens makkelijk verdient ook. Of Pedro misschien ook een leuk som geld wil verdienen? Dat wereldje is die van de drugshandel. Als Pedro een tas met vakkundig verborgen drugs op wil halen in Bangkok en deze naar Amsterdam overbrengt zal hij een beloning krijgen van 25 duizend dollar. “Hartstikke veilig hoor, honderden mensen doen dit en wij kennen de juiste mensen daar dus het komt helemaal goed” benadrukt de klant. Pedro twijfelt, hij kan het geld goed gebruiken en stemt uiteindelijk toe. Hij krijgt een paar duizend dollar zakgeld en een ticket naar Thailand. Daar aangekomen geniet hij paar weken van het nachtleven en maakt dan een afspraak met zijn contactpersoon voor het ophalen van de tas met drugs.
In lege hotelkamer wacht een goed geprepareerde lederen tas op hem, met daarin 2 kilo heroïne. En inderdaad, zo op het oog is er niets verdachts aan de tas te zien en ook het gewicht van de tas verraad niets van een verborgen inhoud. Het is dan eind februari 1995 en Pedro boekt een vlucht terug naar Amsterdam. Op Don Muang verloopt moet de bagage door de scanner, en daar komt de tas probleemloos doorheen. Pedro loopt naar de incheckbalie en ook daar geen moeilijke vragen. Alles gaat goed! Maar dan wordt zijn arm vastgepakt en wordt hij omringd door vier Thaise mannen in burger: “Will you come with us sir?” vragen ze hem. Hij wordt een kamertje binnengebracht en krijgt een spervuur van vragen op hem afgevuurd. De tas staat op tafel en en één van de mannen snijdt de dubbele bodem open. De pakketjes worden zichtbaar en de man tegenover Pedro toont een brede, triomfantelijke glimlach: “Mister, you have a problem”.
De dan 36-jarige Pedro wordt op 13 juni 1995 door de rechter ter dood veroordeeld voor de smokkel van 2 kilo heroïne, maar omdat hij schuld heeft bekend wordt dit omgezet in levenslang. Pedro krijgt op 23 januari 2004, tijdens een staatsbezoek van koningin Beatrix, plots te horen dat hem gratie is verleend en vliegt kort daarop als vrij man terug naar Nederland.
Machiel – Tien jaar achter Thaise tralies
Tot slot nog het verhaal van de 29-jarige Machiel Kuijt, marktkoopman te Amsterdam en bekende bij politie en justitie. Machiel leert in Nederland de Thaise Linda** kennen en hij krijgt met haar twee kinderen. Nadat de relatie uit gaat, vertrekt Linda eind 1996 met de kinderen naar Thailand. In het voorjaar van 1997 gaat Machiel naar Thailand op vakantie om daar zijn ex en kinderen te zien én om zijn favoriete sport te beoefenen: Muay Thai. In Nederland behoort hij namelijk tot de top Muay Thai boksers. Nadat zijn vakantie er op zit wil hij samen met een Italiaanse vriend (Marco) doorvliegen naar Australië en daar enige tijd les gaan geven in Muay Thai. Ze nemen de taxi naar de luchthaven van Bangkok, maar worden onderweg door de politie aangehouden. Om datzelfde moment worden er in de auto van Linda en haar neef Samarn (สมาน) 748 gram heroïne aangetroffen. De politie vermoedt dat Machiel drugs wil smokkelen naar Australië, maar bij arrestatie van Machiel en Marco vinden ze geen spoor van drugs. De twee ontkennen dan ook dat ze iets met drugs te maken hebben. Linda en Samarn erkennen schuld, maar vertellen de politie dat Machiel en Marco niets met dit alles van doen hebben.
Tijdens het voorarrest verblijft Machiel voornamelijk in de Klong Prem gevangenis en pas na zo’n vijf jaar, op 11 maart 2002, hoort hij het vonnis van de rechtbank aan: Machiel en Marco worden onschuldig bevonden. Marco komt op borgtocht vrij en ontvlucht vrijwel direct het land. Helaas voor Machiel komt hij niet op borgtocht vrij omdat eerder dat jaar twee Nederlanders die voor een drugsdelict vastzaten tijdens hun vrijlating op borgtocht Thailand ontvlucht zijn. De officier van justitie gaat in beroep tegen de vrijspraak en Machiel moet tot 31 oktober 2003 wachten op een nieuwe uitspraak. Deze keer wordt hij, op basis van exact dezelfde bewijzen en verklaringen, wél schuldig bevonden en krijgt een veroordeling tot levenslang. Daar Machiel geen schuld bekend krijgt hij van de rechtbank geen strafvermindering.
Machiel wordt dan ook overgeplaatst naar Bang Kwang, de gevangenis voor langgestraften. De uitspraak is totaal onverwacht en Machiel besluit dan ook om in cassatie te gaan en het vonnis aan te vechten. Op 1 april 2005 treedt tussen Nederland en Thailand een nieuw verdrag in werking: het WOTS, wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. Deze regelt dat gevangenen na een bepaalde termijn overgeplaatst kunnen worden naar hun thuisland om daar de rest van de straf uit te zitten. Machiel is nu in dubio, als hij naar Nederland wil zal hij zijn cassatieverzoek in moeten trekken, en dat komt neer op schuld bekennen. Het is een lastige keuze, maar hij besluit door te vechten.
Op 17 maart 2006 komt de uitspraak op zijn cassatie en verneemt hij dat zijn veroordeling blijft staan. Dan kiest Machiel er voor een beroep op het WOTS-verdrag te doen en vraag als eerste Nederlander in Thailand om overplaatsing. De Nederlandse justitie houdt echter de boot af, omdat Machiel naar Nederlands recht direct op vrij voeten zou komen en men vreest dat dit de Thaise autoriteiten als een belediging zal worden ervaren en zo de belangen van andere Nederlandse gedetineerden zal schaden. Justitie meent dat hij dus maar beter een verzoek tot gratie kan doen. Op aandringen van Kamerlid Boris Dittrich grijpt minister Donner van justitie in en geeft deze zijn ambtenaren de opdracht het verzoek tot overplaatsing naar Nederland door te zetten. Na diverse procedures en vertragingen krijgt Machiel op 15 december 2006 van de Thaise autoriteiten toestemming om naar Nederland te gaan. Het duurt nog tot begin 2007 dat hij in het geheim op Schiphol aankomt en daar herenigd wordt met zijn ouders en zijn twee dochters van dan bijna twaalf en tien jaar oud. Eindelijk vrij!
Het leven in de Thaise gevangenis
De verhalen van alle drie de ex-gedetineerde komen in de basis met elkaar overeen. Ze zijn zeker indrukwekkend en ingrijpend te noemen en laten zien dat het leven in de Thaise gevangenis absoluut niet aangenaam is. Ze vertellen over het verschijnen op het politiebureau zonder toegang tot een advocaat te hebben en een verhoor in al dan niet gebroken Engels. Thaise documenten onder de neus geduwd krijgen met de opdracht “you sign”, waarbij weigering te tekenen niet in dank wordt afgenomen. Overplaatsing in een vrachtwagentje met metalen kooi achterop vanuit het politiebureau naar de echte gevangenis. De binnenkomst aldaar waarbij gedetineerden je overrompelen en je zo jouw laatste bezittingen afhandig maken.
Het verplichte gevangeniskapsel van akelig kort haar (tegen de hoofdluis). De overvolle gevangenissen waar meer dan twee keer het aantal mensen verblijft dan wat de maximale capaciteit is. Het beton, steen en staal. De cellen die meer weg hebben van spartaanse dierenkooien. Je moeten wassen met smoezelig water uit rivier, de wc niet meer is dan een gat in de betonnen vloer achter een laag muurtje. Geen enkele privacy, wel de stank en de overlast van kakkerlakken of ander ongedierte. De zweetlucht. Het gebrek aan hygiëne, bijna iedereen die wel last heeft van huidziektes of andere aandoeningen. Medische zorg die vaak niet veel meer is dan een paar aspirientjes, zieke mensen die schreeuwend van de pijn een langzame dood sterven. Echte medicatie moet kun je verkrijgen op doktersrecept en dien je via de ambassade te regelen, maar daar gaan al snel weken overheen. Of je schuift stiekem wat geld naar een bewaker om zo op alternatieve wijze aan medicijnen te bekomen.
Je treft magere gevangenen, maaltijden die een gekookte drab vormen van wat ooit rijst was met nog een verdwaald stukje iets wat voor groen of vlees door moet gaan. Wie geld heeft, koopt eten via medegevangenen die illegaal zelf wat koken. Wie contact heeft met familie, vrienden of ambassade kan via die weg etenswaren en dergelijke ontvangen en geld op een eigen gevangenisrekening laten storten. De financiële hulp via de ambassade dient wel voor het grootste deel terugbetaald te worden.
De gevangenis is een samenleving waar je slechts contact hebt met anderen om zelf te overleven. Een wereld die bol staat van de hiërarchie, waar niets mag maar alles kan, voor een prijs… Het plek waar je jouw menselijkheid en waardigheid verliest, waar je wel hard moet zijn als je er niet aan onder door wil gaan. Slapen op de vloer, dik opeengepakt en zelf maar een dun matrasje en dekentje zien te kopen. Officieel is geld binnen de gevangenismuren verboden, maar wie geld van buiten krijgt via familie of het thuisland kan allerhande zaken kopen die de gevangenschap wat dragelijker maken. Ook bewakers knijpen een oogje toe, kunnen je privileges geven, smokkelen iets de gevangenis in of uit als je er maar voor betaald. Al zijn er ook regelmatig veegacties en dan kun je zo alles kwijt zijn wat met moeite bijeengesprokkeld is. Na zo’n veegactie valt, voor een prijs, veel van de in beslag genomen spullen wel weer terug te kopen.
Ritselen en kleine clubjes van gevangenen die elkaar helpen is de norm. Een enkele vriend die je kunt vertrouwen of denkt te kunnen vertrouwen. Een plek waar iedereen elkaar in de gaten houdt en men elkaar verklikt in een poging punten te scoren bij de bewaking. Wie gepakt wordt op de een of andere overtreding krijgt straf. En die straffen liegen er soms niet om: wekenlange eenzame opsluiting in een klein donker hok, slaag krijgen met een Spaans rietje, klappen van een knuppel(tje) met al dan niet botbreuken tot gevolg, of de hele dag in de volle zon moeten staan. Diepe vernedering en pijn voor wie niet goed wil luisteren of de pech heeft het pispaaltje te zijn. Al moet opgemerkt worden dan niet alle bewakers zo zijn en bouwen gevangenen met sommige van hen toch een goede band op.
De persoonlijke ervaringen
Alle drie de auteurs benadrukken dat met die uitzichtloosheid het zeer belangrijk is om toch proberen positief te blijven en iets om handen te hebben, afleiding. Want wie de hoop opgeeft kan de gevangenisstraf geen jaren volhouden.
Zo kan Sandra in de vrouwengevangenis werken in de bakkerij en dat geeft afleiding. De overplaatsing naar haar thuisland betekent wel een verbetering in de leefomstandigheden, maar het personeel ervaart Sandra als niet heel veel anders dan in Thailand: enkele bewaarders zijn vriendelijk, de meeste interesseren zich nergens voor en sommige zijn ronduit sadistisch en gemeen. Dat ze in haar eigen land in diverse gevangenissen belandt en daar omgeven wordt door de zwaarst gestraften met de meest ernstige delicten valt haar tegen. Voor haar misdrijf had ze in eigen land nooit zo’n zware straf gekregen, dus waarom moet ze onder zo’n zwaar regime worden geplaatst? Ze heeft er geen goed woord voor over. Evenmin zijn Sandra en haar familie te spreken over de Britse autoriteiten die het stille van de stille diplomatie benadrukken, en Sandra zo geen idee heeft of en wanneer er perspectief op vervroegde vrijlating is. Pas als de ouders het zat zijn en de media opzoeken gaat het balletje pas gaat rollen. En met resultaat, plots komt er wel schot in haar zaak en zicht op vrijlating. Eenmaal uit de gevangenis neemt Sandra plaats in een commissie ter verbetering van de omstandigheden van gedetineerden en zo hoopt ze dingen te kunnen verbeteren. Maar onder druk van de Engelse media, die het schandalig vinden dat een ex-gedetineerde een vergoeding uit de schatkist ontvangt voor deze diensten, moet ze daaruit vertrekken.
Pedro gaat brieven schrijven en ontvangt daardoor van diverse bedrijven en personen de nodigen reacties en giften die hem goed van pas komen. Pas ergens in 2003 komt er voor het eerst iemand van de reclassering langs, die hem vertelt dat ze niet wisten dat hij daar in de gevangenis zat. Deze reclasseringsambtenaar vraagt of Pedro misschien een of andere cursus wil doen. Pedro ziet daar het nut niet van in en vraagt om een typemachine, dat gaat lastig worden, krijgt hij te horen, maar ze zullen het proberen. Na een paar maanden komt dat ding dan toch binnen, maar wordt door bewaking niet doorgelaten en uiteindelijk zal Pedro de machine nooit in handen krijgen. De reclassering is in zijn ogen dus waardeloos, en hij meent dat je sowieso op je eigen bent toegewezen en niet moet verwachten dat instanties iets voor je zullen betekenen. Wél is hij te spreken over de Nederlandse ambassade en dan in het bijzonder Wilma, die elke maand op bezoek komt en o.a. een bril voor hem regelt.
Machiel ontvangt wel elke maand bezoek van de reclassering en stelt dat zeer op prijs, hij is juist weer minder te spreken over de Nederlandse ambassade, die in zijn ogen maar weinig doet. Ook zijn ouders zijn teleurgesteld: diverse malen komt de ambassade afspraken niet na of maken men foutjes in het papierwerk, waardoor o.a. een gevangenisbezoek van de Machiel’s moeder in het honderd dreigt te lopen. Deze fouten erkennen ze op de ambassade wel maar excuses volgen niet en dat valt de familie zeer tegen. De eerdere ambassadeur, Kramer (2000-2004) , steekt helemaal geen poot uit, treed amper in contact en komt niet vriendelijk over. Maar de latere ambassadeur, Marres (2004-2008), daar zijn Machiel en familie wel zeer te spreken: hij maakt heel menselijke indruk en de vele contactmomenten zijn gewoon goed. Het ministerie van justitie stelt dat minder op prijs, maar de ambassadeur laat weten dat hij zelf wel bepaalt in welke maten hij contact met de familie Kuijt heeft. Over justitie zijn de ouders van Machiel dan ook niet te spreken, het contact gaat eigenlijk alleen per brief en de behandelend ambtenaar wenst telefonisch niet bereikbaar te zijn. De reactie van de verschillende instanties en ambtenaren is vaak dat men “op de hoogte is” en de “zaak in behandeling is”, maar verdere duidelijkheid krijgt men niet. De ambtenaren benadrukken het belang van de stille diplomatie. Er lijkt geen schot in de zaak en dit alles geeft de familie veel onzekerheid.
Tot slot
D schrijvers menen dat je in Thailand eigenlijk beter voor een moord dan voor drugs in de gevangenis kunt komen: de strafmaat is veelal lager en je maakt een betere kans op strafverlaging of gratie. Sandra en Pedro schrijven dat ze er nooit bij stil hadden gestaan hoe hoog te straffen voor een drugsdelict in Thailand zijn en evenmin hoe slecht de omstandigheden van de Thaise gevangenissen zijn. Ze erkennen dat ook dat ze ontzettend dom zijn geweest en dat niemand zo stom moet zijn zich met de smokkel van drugs in te laten. Het is helemaal niet even makkelijk geld verdienen en de gevolgen zijn niet te overzien. Je leven raakt totaal overhoop en dat is het echt niet waard!
Zie ook:
– Over de erbarmelijke staat van Thaise gevangenissen: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/de-erbarmelijke-staat-van-thaise-gevangenissen/
– De autobiografie van een Thaise ter dood veroordeelde: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/laatste-biecht-executiekamer-autobiografie-drugshandelaar/
Bronnen:
– Bangkok Hilton, Sandra Gregory. Uitgeverij: Arena (2003), ISBN 9789069744841. Oorspronkelijk in het Engels uitgebracht onder de titel “Forget You Had a Daughter”.
– Levenslang in Thailand, Pedro Ruijzing. Uitgeverij: De Fontein (2004), ISBN 9789026122156
– Tien jaar achter Thaise tralies, Machiel Kuijt. Uitgeverij: BZZTôH (2007), ISBN 9789045305929
– https://www.ad.nl/binnenland/machiel-kuijt-ook-in-nederland-vervolgd-om-drugssmokkel~a3d91af4/
NB:
* De Klong Prem gevangenis waarin Sandra en Machiel terecht kwamen staat beter bekend onder de naam Lat Yao / Lard Yao (ลาดยาว, lâat-jaaw). De vrouwengevangenis daar wordt soms ook Bangkok Hilton genoemd.
** Linda was de naam die ze in Nederland gebruikte, haar Thaise naam is Sanguan Pramoonchakka. Mogelijk schrijf je dat als สงวน ประมูลจักร, maar het terug vertalen van namen is erg lastig. Linda en haar neef kregen 33 jaar cel. Er wordt geopperd dat Linda misschien haar Thaise nationaliteit op zou kunnen geven in een poging aanspraak te doen op overplaatsing naar Nederland. Helaas kan ik geen Nederlandse of Thaise berichten vinden over hoe haar gevangenschap verlopen is. Het boek van Machiel bespreekt in tegenstelling tot die van Pedro ook het verloop van de zaken hier in Nederland, maar eindigt vrij plots.
Over deze blogger
-
Sinds 2008 een regelmatig bezoeker aan Thailand. Werkt op de boekhoudafdeling van een Nederlandse groothandel.
Gaat in zijn vrije tijd graag fietsen, wandelen of een boek lezen. Voornamelijk non-fictie met in het bijzonder de geschiedenis, politiek, economie en maatschappij van Nederland, Thailand en landen in de regio. Luistert graag naar heavy metal en andere herrie
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond9 oktober 2024De littekens van een gevangenschap
- Cultuur28 september 2024Khun Chang Khun Phaen, Thailand’s meest bekende legende – deel 5 (slot)
- Cultuur25 september 2024Khun Chang Khun Phaen, Thailand’s meest bekende legende – deel 4
- Cultuur23 september 2024Khun Chang Khun Phaen, Thailand’s meest bekende legende – deel 3
Op de enkeling na die er echt ingestonken is, of onder dwang handelde (‘ik weet waar je familie woont’) of in Thailand werd verrast met een pakketje uit NL met drugs (dat is een NL mevrouw op een van de eilanden overkomen) heb ik geen medelijden met de echte drugsrunners die voor geld die rommel vervoeren en dan gepakt worden.
Er is veel gepubliceerd over Thaise gevangenissen waar het geen sterrenhotel is, behalve dan de gevangenis voor voormalige politieke gezagsdragers, en waar je wordt behandeld als grof vuil. De medische zorg is onder de maat behalve als jouw staatshoofd of minister bemiddelt zoals bij Johan van L. en Machiel K.
Het zal twintig jaar geleden zijn dat ik het verslag las van een bijeenkomst van gevangenisdirecteurs en één van hen ging er prat op dat hij per gevangene de laagste zorgkosten had. Vermoedelijk een doos paracetamol, ‘goed voor alle kwalen’… Zo denkt Thailand over zijn bajesklanten.
In het verhaal van Sandra klopt de tijdlijn niet. In 1993 opgepakt, drie (?) jaar later in 2006 veroordeeld, in 1997 over naar het VK, en in 2000 gratie.
Oeps, dat moet natuurlijk 1996 zijn ipv 2006. Misschien kan de redactie dat nog aanpassen. Scherp gezien Erik.
“De schrijvers menen dat je in Thailand eigenlijk beter voor een moord dan voor drugs in de gevangenis kunt komen: de strafmaat is veelal lager en je maakt een betere kans op strafverlaging of gratie”‘
Daar ben ik nog niet zo zeker van. Ongeveer 1,5 tot 2 jaar geleden zijn 5 jongeren die een minder-valide straatverkoper doodschopten alle 5 tot levenslang veroordeeld.
Chris, voor moord is er vaak levenslang, en voor drugs misdrijven vaak de doodstraf. Hoeveel relatief gesproken weet ik niet zeker. Voor de doodstraf bij drugs zie hierboven het door mij uit het Thais vertaalde verhaal ‘De autobiografie van een Thaise ter dood veroordeelde’, wegens drugshandel. Hij kreeg overigens een paar keer een pardon, en is nu waarschijnlijk op vrije voeten. In de dodencel zitten nog enige honderd personen, vaak jaren wachtend op een eerste pardon.
https://www.foxnews.com/world/death-sentence-upheld-former-thai-principle-convicted-killing-3-people-including-toddler
https://www.thailandnews.co/2017/12/7-convicted-murder-disabled-bread-vendor/
https://www.khaosodenglish.com/news/crimecourtscalamity/courts/2016/07/12/lesser-charges-7-killing-disabled-vendor/
Ja, je kent het Amerikaanse gezegde, don’t do the crime if you can’t do the time. Ook ik heb weinig medelijden met mensen die welbewust harddrugs smokkelen.
Drugs zijn al heel lang een groot probleem, en het feit dat men in Nederland er nogal laconiek over doet, neemt niet weg dat men in Azie meestal vrij zware straffen geeft.
In Singapore wordt voor de smokkel van harddrugs nog steeds de doodstraf gegeven. IN 1994 werd de heer van Damme nog opgehangen wegens drugsmokkel. In 2015 werd een Nederlander (Ang Kiem Soei) door een vuurpeleton geexecuteerd in Indonesie… dus ik zou zeggen, blijf ver van harddrugs in Azie…