De vergane glorie van Wat Phra Si Sanphet
Wanneer ik vrienden wil laten kennismaken met wat er nog rest van de buitengewoon rijke cultuurhistorie van Ayutthaya, neem ik hen steevast eerst mee naar Wat Phra Si Sanphet. Ooit was het de heiligste en belangrijkste tempel in het koninkrijk. De imposante ruïnes van Wat Phra Si Sanphet in Ayutthaya getuigen tot op de dag van vandaag van de macht en glorie van dit rijk dat de eerste westerse bezoekers aan Siam wist te betoveren.
De bouw van dit enorme tempelcomplex werd omstreeks 1441 begonnen onder het bewind van koning Borommatrailokanat (1431-1488) op de plaats waar bijna een eeuw eerder, in 1350 om precies te zijn, U-Thong (1314-1369), de eerste koning van Ayutthaya zijn paleis had opgetrokken. Borommatrailokanat liet een nieuw paleis aan de noordzijde van de stad bouwen en dus kwam deze site vrij om er een koninklijke tempel te bouwen. Wat Phra Si Sanphet was – net zoals vandaag Wat Phra Kaew op het paleisterrein in Bangkok – een koninklijke tempel en bijgevolg niet bewoond door monniken. Hij werd bijgevolg uitsluitend gebruikt bij religieuze ceremonieën en groeide uit tot het belangrijkste spirituele centrum van het rijk.
Borommatrailokanats’ zoon Ramathibodi II (1473-1529) liet op een terras bij de tempel – dat vermoedelijk de fundering van het oorspronkelijke paleis was – twee enorme klokvormige stupa’s of chedi’s in Sri-Lankaanse stijl, maar met Khmer-portieken bouwen om er de as van zijn overleden vader en broer in onder te brengen. Koning Borommaracha IV – die kortstondig tussen 1529 en 1533 over Ayutthaya regeerde – bouwde er een derde chedi naast die de as van Ramathibodi II bevat. Deze chedis bieden niet alleen onderdak aan de stoffelijke resten van deze vorsten maar bevatten ook Boeddhabeelden en koninklijke parafernalia. Tussen de chedis stond telkens een op een vierkant grondplan opgetrokken en met een hoge spits bekroonde mondop waarin relieken werden bewaard.
De benaming Phra Si Sanphet verwijst naar een 16 meter hoog bronzen en met 340 kg goud bekleed Boeddhabeeld dat in 1500 in de grote Wihan, de entree tot het tempelcomplex werd geplaatst door koning Ramathibodi II (1473-1529). Je kan er nog steeds de 8 meter brede sokkel zien die het 64 ton zware beeld moest dragen. De indrukwekkende Prasat Phra Narai aan de achterzijde van de tempel had een kruisvormig grondplan en een hoog, uit vier lagen bestaand dak. Het hele complex, dat ook kleinere schrijnen en sala’s bevatte, was omringd door een hoge muur met telkens een doorgang in elk van de vier windstreken. In de jaren veertig van de achttiende eeuw werd het hele complex dat de eerste sporen van verval begon te vertonen, ingrijpend gerenoveerd door koning Borommakot (1680-1758). Negen jaar na zijn dood, in 1767 werd Ayutthaya ingenomen door de Birmese troepen. Het betekende niet alleen het einde van de Siamese Ban Phlu Luang dynastie maar ook het einde voor het ooit zo magnifieke Ayutthaya. De stad werd te vuur en te zwaard geplunderd en totaal verwoest. De schaarse overlevende inwoners werden als slaven naar Birma gevoerd. Ook Wat Phra Si Sanphet ontsnapte niet aan de verwoesting en de ruïne geeft ons slechts een glimp van de het majestueuze karakter dat deze tempel ooit uitstraalde.
De eerste archeologen en kunsthistorici die de ruïnes bezochten waren Fransen die vooral in de periode 1880 – 1890 een eerste aanzet tot onderzoek gaven. Tot in het begin van de twintigste eeuw was deze site volledig overwoekerd. In 1927 werd Wat Phra Si Sanphet het eerste historische erfgoed dat beschermd werd en onder het beheer van het Thaise Fine Arts Departement kwam te staan. In verschillende fasen werd vooral in de jaren vijftig en zestig een gedeeltelijke restauratie en conservatie van deze site gerealiseerd. Enkel de chedi die de as van Borommatrailokanat bevat, net achter de Wihan, bleef gespaard van de verwoesting en is dus authentiek. De twee andere werden opnieuw opgebouwd in het raam van de grootschalige restauratie. Een fraai schaalmodel in een vitrine bij de toegang tot dit complex geeft een goed beeld van hoe Wat Phra Si Sanphet ooit één van de schitterendste juwelen in de kroon van Ayutthaya was….
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Ah, tempels, kathedralen, moskeeën…Weer een prachtige beschrijving. Mag ik jou eens als gids inhuren, Lung Jan?
Wat Phra Si Sanphet , is in Thais schrift พระศรีสรรเพชญ Phra en Si (of Sri) zijn titels en Sanphet betekent ‘Allesweter’ , natuurlijk alleen van toepassing op de Boeddha.
Citaat
‘…. een koninklijke tempel en bijgevolg niet bewoond door monniken…..’
Dat is niet juist. Bangkok telt 9 koninklijke tempels waarvan een aantal bewoond worden door monniken. De bekendste is Wat Bowonniwet waar koning Bhumibol en zijn zoon koning Maha Vajiralongkorn een aantal weken als monnik verbleven.
Beste Tino,
Je hebt natuurlijk overschot van gelijk wat die koninklijke tempels betreft… Het zijn er trouwens voor heel Thailand nog een pak meer. Ik zal me in de toekomst nauwkeuriger leren uitdrukken. Wat ik in feite wou zeggen was dat deze tempel die net als Wat Phra Kaew onlosmakelijk deel uitmaakt van het kroondomein – paleisgrond de facto niet over residerende monniken beschikte. Een non-monastieke traditie die, zo heb ik mij ooit laten vertellen, zou teruggaan tot de Sukothai – periode..;
Een interessant stuk geschiedenis van deze eerbiedwaardige tempel. Bedankt voor het plaatsen. Ben diverse keren in Ayutthaya geweest . Had ik jou maar als gids aan mijn zijde gehad Lung Jan !
De datering van de Ayutthaya-monumenten is meestal gesteund op de data die worden vermeld in de Koninklijke Kronieken van Ayutthaya geschreven in de vroege Rattanakosin-periode. Piriya Krairiksh vestigt in zijn document “A Revised Dating of Ayudhya Architecture” de aandacht dat de mogelijkheid bestaat dat de monumenten die we vandaag zien in een latere periode werden gebouwd.
Piriya Krairiksh stelt dat er nergens in de oude documenten staat, dat de as van koning Borommatrailokanat en koning Borommaracha III elk in een stoepa werden ondergebracht, terwijl er ook geen indicatie is van de locatie van deze stoepa’s noch een vermelding van een specifieke tempel.
Het olieverfschilderij van “Iudea” van c. 1659 in het Rijksmuseum te Amsterdam en de aquarel uit de atlas van Johannes Vingboons uit 1665 toont geen stoepa aan de achterkant van de koninklijke vihara (wihan luang), en daarom gelooft hij dat de timing van de bouw van de drie stoepa’s dient te worden herzien.
Verwijzend naar het “Plan van het Koninklijk Paleis van Siam”, opgesteld door Engelbert Kaempfer besluit hij, dat de chedi’s die op het plan worden gezien waarschijnlijk gebouwd zijn tussen 1665 en 1688 tijdens het bewind van koning Narai, aangezien al deze extra structuren ontbreken in Vingboons’ atlas. Hij merkt ook op dat de chedi’s op het plan van Kaempfer van het prasat-type (trapvorm) zijn en niet van het huidige klokvormige Sinhalese type. Krairiksh schrijft dat als we de huidige bouwkundige lay-out van Wat Phra Sri Sanphet vergelijken met Kaempfer’s plan uit 1690, dat er niets van de structuren getoond in dit plan overblijft.
De Koninklijke Kronieken van Ayutthaya vermelden dat koning Borommakot het bevel heeft gegeven voor een complete renovatie van Wat Phra Sri Sanphet in 1742, waardoor Krairiksh aanneemt dat de eerdere structuren werden gesloopt en vervangen door de drie stoepa’s van het Sinhalese-type afgewisseld met drie mandapa’s en aangelegd op een oost-west as volgens een symmetrisch ontworpen masterplan van die tijd.
Beste AHR,
best mogelijk dat hier sprake is van een latere nieuwbouw, heropbouw- of aanpassingsfase. Uit de archeologische opgravingen die vooral in de jaren zestig tot tachtig van vorige eeuw in Ayutthaya plaatsvonden blijkt dat deze praktijken schering en inslag waren. Ik verwees trouwens zelf naar het terras waarop de chedi’s staan en dat wellicht onderdeel uitmaakte van het oorspronkelijke, uit het midden van de 14e eeuw daterende paleiscomplex van U Thong. Voor de datering heb ik mij gebaseerd op de officiële datering zoals die voorkomt in het lijvige en gedetailleerde beschermingsdossier dat werd opgesteld door het Thaise Fine Arts Departement….