De spanningen in Birma & de Karen
Nu in Birma de eerste dodelijke slachtoffers zijn gevallen bij de demonstraties tegen de staatsgreep door het leger twee weken geleden, beginnen ook de spanningen aan de Thais-Birmese grens op te lopen. Het blijft immers koffiedikkijken of de militaire junta, net zoals dat in 1988 en 2007 gebeurde, de protesten met harde hand bloedig in de kiem wil smoren.
De tanks zijn in ieder geval in de straten en op de pleinen verschenen en her en der wordt er al met scherp geschoten. Nochtans gaan veel internationale waarnemers er van uit dat de nieuwe sterke man en stafchef van het leger Min Aung Hliang een aantal lessen uit het verleden heeft getrokken en dat het regime deze keer iets verstandiger zal omgaan met de snelgroeiende oppositie.
Laat ons in ieder geval hopen dat dit zo is, want een escalatie zal onvermijdelijk tot een hoop ellende en nieuwe vluchtelingenstromen richting de grens leiden. Men mag in deze context niet vergeten – en dat gebeurt jammer genoeg maar al te vaak – dat een aantal van de etnische minderheden in de meervolkerenstaat Birma al decennia door de machthebbers in Birma worden vervolgd. Sinds de Tatmadaw, de Birmese strijdkrachten, in 1962 met een staatsgreep een einde maakten aan een reeks van niet echt succesvolle burgerregeringen die het land sedert de onafhankelijkheid in 1947 probeerden te besturen, zijn onder meer de Karen en de Karenni systematisch op de korrel genomen en is er intussen sprake van wat één van de langst aanslepende militaire conflicten in heel Zuidoost – Azië moet zijn. Een niets en niemand ontziende burgeroorlog, die op en tijd en stond opnieuw oplaait en telkens voor nieuwe vluchtelingenstromen richting de relatieve veiligheid van de Thais-Birmese grens zorgt. Het is niet voor niets dat het Thaise leger in de grensstreek en de paramilitaire grenstroepen in de regio, sinds de nieuwe coup in de hoogste staat van paraatheid zijn. Niemand in Bangkok zit immers te wachten op een escalatie van het sowieso al erg beladen vluchtelingendossier. Deze vluchtelingen zijn nooit een prioriteit voor Bangkok geweest en zullen dat ook nooit worden, valt te vrezen.
Het is niet duidelijk hoeveel het er vandaag de dag precies zijn maar naar schatting zouden er ongeveer een half miljoen Karen in de diaspora zitten. 135.000 vluchtelingen uit Birma zitten in kampen langs de Thais-Birmese grens. Volgens een telling die 2015 werd uitgevoerd waren 79% van deze vluchtelingen Karen en Karenni. In Mae La dat 60 kilometer ten noorden van Mae Sot ligt, zitten alleen al 43.000 vluchtelingen. Mae Lae is het grootste kamp in de regio maar bestaat al sinds 1984, zodat er al een hele generatie is opgegroeid. Deze vluchtelingen worden nu al jarenlang bewust ver van de centra in afzondering gehouden en genieten geen officiële erkenning omdat ze als stateloos worden beschouwd en behandeld. Ze staan onder direct toezicht van de Thaise ordestrijdkrachten en de United Nations High Commisssioner for Refugees (UNCHR).
Het is dan ook absoluut geen toeval dat op 17 februari jongstleden de Karen National Union (KNU), de partijpolitieke organisatie die claimt namens de Karen in Birma te spreken, heeft aangekondigd dat het de Karen zal beschermen die deelnemen aan demonstraties tegen de nieuwe bewindvoerders. Onder meer in Kawkareik, een stadje dat op zo’n 50 kilometer van Mae Sot ligt gingen afgelopen week duizenden Karen de straat op om de vrijlating van Aung San Suu Kyi te eisen. In Myawaddy waren meer dan 5.000 manifestanten op straat gekomen en ook in Phayatongzu dat aan het Thaise Sangkhla Buri-district van Kanchanaburi grenst zouden vorige week naar schatting 3.000 Karen de straat zijn opgetrokken om hun ongenoegen kenbaar te maken. Als de Birmese ordestrijdkrachten toch zouden overgaan tot een meer repressievere aanpak van de oppositie is de kans groot dat het Karen National Liberation Army (KNLA), de gewapende tak van de KNU, opnieuw actief betrokken raakt in het conflict en het geweld opnieuw oplaait.
Openlijke onrust in Birma kan bovendien ook nog eens tot een heropflakkering van inter-etnisch geweld langs de Thais-Birmese grens leiden want het zou een uitgelezen kans kunnen bieden aan het Democratic Karen Buddhist Army (DKBA) om een aantal oude rekeningen met het KNLA te vereffenen. Het DKBA scheurde in 1994 af van het grotendeels door christenen geleide KNU. Zij sloten al vrij snel een wapenstilstand af met de Tatmadaw en volgens heel wat internationale waarnemers zouden ze in hun strijd tegen het KNLA en de KNU kunnen rekenen op ondersteuning van het Birmese leger. En dan heb ik het niet eens over de rivaliteit tussen het KNLA en het Mon National Liberation Army (MNLA), de militaire vleugel van de New Mon State Party (NMSP) dat geregeld tot geweld in de Tanintharyi-regio heeft geleid en nu opnieuw kan opflakkeren…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Goed verhaal, Lung Jan. Meer aandacht voor de al decennia onderdrukte etnische minderheden in Birma (40 procent van de totale bevolking) is nodig. Hun houding tegenover de vorige regering en Aung San Suu Kyi is nogal verdeeld. Dat staat in dit artikel van New Mandala:
https://www.newmandala.org/myanmars-coup-from-the-eyes-of-ethnic-minorities/
Ik stel vast dat ook in dit artikel de term ‘Rohingya’ moslims zorgvuldig wordt vermeden zoals Aung San Suu Kyi dat ook wilde, medeplichtig aan wat de VN ook een genocide noemt.
Door die term te vermijden ontkent men dat het hier gaat om een etnische minderheid in Myanmar, maar om illegalen uit Bangladesh die niet thuis zouden horen in Myanmar.
Je hebt gelijk, Niek, dat had wel gemoeten. Het viel mij in eerste instantie niet echt op. Het artikel is geschreven door Anonymous,
In 2007 werden talloze Bhoedistische monniken door,t
Leger afgeslacht!
Dapper dat zij nu ook weer mee protesteren.
……..en in 1988.
Heel merkwaardig dat Lung Jan de genocide op de Rohingya moslim minderheid vergeet te benoemen, welke zelfs gëscaleerd is toen Aung San Suu Kkyi defacto regeringsleider werd.
De vele tragedies van bootvluchtelingen in de laatse decennia mogen toch bekend zijn.
Momenteell trachten 800.000 Rohingyas in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld Cox Bazar in Bangladesh te overleven.
Beste Niek,
Dit artikel ging specifiek over de oplopende spanningen aan de Birmees-Thaise grens. Dit is een regio waar je volgens mij met een vergrootgas op zoek moet naar Rohingya… Karen en Karenini vindt je er daarentegen met hopen… Ik heb trouwens in het verleden wél aandacht besteedt aan de Rohingya maar vandaag deden ze, in de context van dit artikel, niet écht ter zake….