De Salim in de Thaise politiek, een uiteenzetting
Thitinan Phongsudhirak schreef een opiniestuk in de Bangkok Post waar hij ingaat op de groep mensen die ‘Salim’ worden genoemd. Het zegt veel over met name de politieke gebeurtenissen in Thailand in de afgelopen 15 jaar en de ideologie die daaraan ten grondslag ligt.
De Salim in de Thaise politiek, een uiteenzetting
Er zijn maar weinig verschijnselen die de Thaise politiek meer verklaren en ondersteunen dan de opkomst en ondergang van wat tegenwoordig wat minachtend bekend staat als de Salim. Dat is een groep mensen die vergeleken worden met salim, een Thais dessert dat bestaat uit veelkleurige dunne noedels geserveerd in kokosmelk met gemalen ijs. Eens sociaal aantrekkelijk en politiek in de mode, zijn Salim niet meer gangbaar, weggekeken in een nieuw tijdperk van anti-establishment protest voor prodemocratische hervormingen onder het nieuwe bewind. Wat er gebeurt met deze promilitaire royalistische en nationalistische Salim zal veel zeggen over de politieke toekomst van Thailand.
De Salim kwamen voor het eerst naar voren in 2010 toen de geelhemden opnieuw werden uitgevonden. Oorspronkelijk hadden ze vanaf augustus 2005 in de straten van Bangkok geprotesteerd en de weg vrijgemaakt voor de militaire staatsgreep tegen de regering Thaksin Shinawatra in september 2006. Geel was de kleur die werd geïdentificeerd met koning Bhumibol Adulyadej de Grote die regeerde van 1946-2016. Men geloofde dat het aantrekken van geel de deugden en daden van de immens populaire monarch ook op hen zou weerspiegelen en hen eer zou aandoen. Impliciet in de gele beweging was het morele gezag van de overleden koning, dat niet afkomstig was van de stemmen van burgers in een democratie, maar van loyale onderdanen in het Thaise koninkrijk.
Het politieke verhaal van de Salim werd daarom geïnspireerd door en draaide rondom deze koninklijke morele autoriteit en het gevoel van superieure ethiek, wat leidde tot een ‘heiliger dan jij’ aanname en houding. Vertaald in de politiek keken de Salim noodzakelijkerwijs neer op de rol van gekozen vertegenwoordigers en politieke partijen. Voor hen zijn politici niet anders dan opportunistisch en corrupt, gekenmerkt door hun voortdurende gekibbel en gevestigde belangen. Als gevolg hiervan zijn verkiezingen niet te vertrouwen en alleen te verdragen wanneer dat echt nodig is.
Omdat ze niet geloofden in de populaire wil en het idee van een meerderheidsregering, wonnen de Salim nooit een verkiezing waar ze nimmer de moeite namen om massale electorale steun te winnen, vooral in de dichtbevolkte Noord- en Noordoost-regio’s. Hun belangrijkste voertuig, de Democratische Partij, verloor sinds 2001 elke stemmingsronde aan de partijen van Thaksin. Na het verlies vonden de Salim het gepast om de verkiezingsresultaten met alle mogelijke middelen ongedaan te maken.
Het begon allemaal rechtmatig genoeg onder de vlag van de People’s Alliance for Democracy (PAD) in augustus 2005 toen Thaksin en zijn partijleden zich de parlementaire controle steeds meer toe-eigenden en hun zakken vulden met overheidsbeleid dat hun privébedrijven begunstigden. De geelhemden zagen zichzelf als deugdzaam en rechtvaardig, de zogenaamde khon dee of goede mensen. Zij waren in een conflict gewikkeld met ‘kwaadaardige’ gekozen elites die beloften deden en ook nakwamen aan kiezers op het platteland in wat werd veroordeeld als ‘populisme’, zoals goedkope regelingen voor universele gezondheidszorg en microkrediet op het platteland.
Toen de staatsgreep van september 2006 en een nieuwe grondwet de krachtige kiesmachine van Thaksin in de verkiezingen van december 2007 nog steeds niet konden stoppen, kwamen de geelhemden vanaf medio 2008 weer de straat op. Deze keer gingen ze flink tekeer en bezetten ze het regeringsgebouw (waar ze rijst plantten) en later de luchthaven Suvarnabhumi (waar ze badminton speelden). Het portret van wijlen de koning werd vaak gebruikt als het symbool van de geelhemden, terwijl de regerende koningin in die tijd de begrafenis van een in geel geklede demonstrant bijwoonde. Hoewel ze hun doelen bereikten na de ontbinding door het Constitutionele Hof van weer een andere regerende partij van de Thaksin groep in december 2008, werden de gele kleuren zo vies en lelijk en tegen zo hoge kosten voor de Thaise economie en politiek dat ze hun geloofwaardigheid verloren.
Het geel begon toen ook andere kleuren aan te trekken behalve rood, dat in 2009-10 beperkt was tot de rechteloze pro-Thaksin straatremonstranten die werden vergeleken met “domme buffels”. Op een gegeven moment kwamen er meer kleuren in de strijd, allemaal tegen de rode kleur. De oude gele kleuren werden de nieuwe Salim. Eén en hetzelfde, zij vormden de royalistische en conservatieve minderheid in het grote aantal kiezers van Thailand.
De Salim koesteren een diepe minachting en afkeer voor gekozen politici die corrupt zouden zijn, maar zij kunnen redelijk goed omgaan met legergeneraals die hetzelfde doen. Salims zijn noodzakelijkerwijs voorstander van de twee staatsgrepen in 2006 en 2014 omdat machtsovername de enige manier was om buiten de grondwet om te winnen terwijl ze bleven verliezen in het stemhokje. Omdat ze de voorkeur gaven aan benoemde boven gekozen vertegenwoordigers, vroegen de Salim de afgelopen twee decennia op belangrijke momenten om een koninklijk benoemde regering.
Natuurlijk hebben ze er geen enkele moeite mee als rechtbanken partijen in de oppositie, die door de kiezers zijn gekozen, te verbieden. De laatste was de Future Forward Party (FFP) in februari vorig jaar. Zoals ze ooit Thaksin verketterden, doen de Salim nu hetzelfde met Thanathorn Juangroongruangkit, de voormalige leider van de ontbonden FFP. Vergelijkbaar met hoe ze de Roden verwierpen, beweren de Salim nu dat de jonge door studenten geleide protestbeweging geen kennis heeft van de “Thaise geschiedenis” en wordt “gehersenspoeld” door de sociale media. Ironisch genoeg noemen de Salim de andersdenkende jongere generaties niet “dom” omdat velen van hen hun eigen kinderen zijn.
Hoewel de Salim over het algemeen goed zijn opgeleid, stedelijk en kosmopolitisch zijn, kunnen zij ook afkomstig zijn van lagere sporten op de sociaaleconomische ladder. De cruciale scheidslijn is hun vermeende bron van wettigheid en politieke macht. Voor de Salim staat morele autoriteit in een koninkrijk boven een gekozen ambt in een democratie. De minderheid heeft niet alleenrechten onder de meerderheidsregel; de minderheid heeft het recht om te regeren.
In 2013-14 moesten de Salim opnieuw de straat op gaan om de basis te leggen voor de omverwerping van weer een door Thaksin gecontroleerde gekozen regering, dit keer onder leiding van zijn zus Yingluck Shinawatra. Net als bij de PAD-gele kleuren in 2008, baanden de Salim onder het People’s Democratic Reform Committee (PDRC) zich een weg over de door Pheu Thai geleide regering, verwierp de ontbinding van het parlement, verhinderde de stemming in sommige kiesdistricten en spoorde het leger aan om in te grijpen. In mei 2014 verloor de Salim allure en aantrekkingskracht, maar kregen zij macht en regeringsbanen.
De hopeloze heerschappij van de junta heeft sindsdien de status van de Salim verder uitgehold. Nu lijken maar weinigen bekend te willen staan als Salim. Zelfs Sondhi Limthongkul, de voorloper van de PAD en gele pionier in 2005, heeft volgehouden dat hij geen Salim is en schrijft het toe aan de PDRC. Er was een tijd tijdens de laatste fase van de vorige regering dat de Salim geen kwaad konden doen en elke keer als ze de straat op gingen wonnen. Dit is niet langer het geval.
Hoewel ze het tegendeel beweren, onderschrijven de Salim niet het ideaal van gelijkheid. Ze moeten moreel superieur zijn om over de inferieure rest te kunnen heersen. Het is voor hen ondenkbaar dat plattelandsmensen en straatvegers in Bangkok en talloze anderen die minder bevoorrecht zijn zonder universitaire diploma’s of financiële middelen, electoraal op gelijke voet met hen moeten worden gerekend.
Maar het tij van Thailand is aan het keren. Zonder de bron van morele autoriteit van de vorige regering, betreden de Salim nu losse en wankele grond. Hun hoogtijdagen zijn voorbij. De mate waarin de Salim zich verzetten tegen de zich ontvouwende kracht van de geschiedenis in de Thaise politiek zal bepalen hoeveel pijn en verdriet Thailand de komende maanden zal doormaken.
Link naar het artikel in de Bangkok Post: www.bangkokpost.com/opinion/opinion/2037159/the-salim-phenomenon-in-thai-politics
Vertaling Tino Kuis
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Geschiedenis19 december 2024Op zijn verjaardag in 1995 gaf koning Bhumibol aan dat alle mannen een gratis sterilisatie konden ondergaan
- Geschiedenis14 december 2024Hoe een Nederlandse krant schreef over de studentenopstand van 14 oktober 1973
- Geschiedenis12 december 2024Hoe schreef de Nederlandse pers in 1960 over de geschiedenis en de huidige situatie in Thailand
- Cultuur17 november 2024Schemering op de waterweg