Lanka battle (Redactionele bronvermelding: Storm Is Me / Shutterstock.com)

De Ramayana is één van India’s grootste en meest epische verhalen, haar wortels gaan wel zo’n 2500 jaar terug. Vanuit India verspreidden diverse varianten van het epos door heel Azië, zo ook Thailand, waar het bekend werd als de Ramakien (รามเกียรติ์). Verwijzingen naar het epos kun je op allerlei plekken waarnemen, maar dan moet je natuurlijk het verhaal wel kennen. Laat ons daarom in deze serie in dit mythische epos duiken. Vandaag deel 5, het slot.

Een strijd op leven en dood

Hanuman haastte zich opnieuw de bergen in, maar de benodigde geneeskrachtige kruiden zag hij niet direct. Hij kon geen seconde meer verspillen, haast was geboden! Hij maakte zich zo groot mogelijk, balde al zijn kracht samen en brak zo een hele bergtop los met planten en al! Met de berg top onder zijn arm keerde hij terug naar het strijdtoneel en vloog over zijn kameraden. De geur die van deze grote hoeveelheid kruiden afkwam was voldoende om alle gewonden weer op de been te helpen. Zelfs Lakshmana, die op het randje van de dood verkeerde, kwam weer tot leven en stond op. Het was tijd voor een alles beslissende aanval op de raksasa, nu of nooit. Rama, Lakshmana, Hanuman en de anderen vlogen voorwaarts en wisten de in euforie wanende raksasa te overmeesteren. Hun belangrijkste aanvoerders werden overrompeld en gedood. De raksasa verloren hun moed en trokken zich massaal terug achter de stadsmuren. Van alle grote raksasa was nu alleen nog Ravana zelf over.

Ravana besloot te gaan voor een laatste en alles beslissende aanval, iedere raksasa die nog kon vechten marcheerde door de stadspoort naar buiten met Ravana voorop in zijn strijdwagen Het lukte hen vele apen te doden en Ravana kwam oog in oog met Rama en Lakshmana te staan. Lakshmana stormde op Ravana af, maar deze sloeg hem met een enkele harde klap bewusteloos ter aarde. De strijd ging nu tussen Ravana en Rama. Magische pijlen schoten als bliksemschichten over en weer. Rama stormde op Ravana af voor een handgevecht, maar in tegenstelling tot Ravana had hij geen strijdwagen. De goden, die hoog van boven toekeken, vonden dat niet rechtvaardig en zo deed de oorlogsgod Indra zijn persoonlijke strijdwagen neerdalen uit de hemel. Gezeten in deze machtige machine ging Rama de confrontatie aan. Er vielen rake klappen, een strijd op leven en dood. Maar elke keer als Rama het lukte om één van Ravana zijn hoofden af te hakken groeide die net zo snel weer terug. Een dag en nacht duurde het gevecht, heel de wereld leek te vergaan en toch kwam er maar geen winnaar uit de bus. Toen kreeg Rama de ingeving om zijn boog weer ter hand te nemen en daar zijn meest bijzondere pijl op te leggen, die van Brahma. De pijlpunt was gesmeed met het vuur van de zon zelf, de schacht was gemaakt uit de bergen van Meru en Mandara. Het moment was daar, Rama sprak een heilige spreuk uit, legde aan, schoot… en trof Ravana recht in zijn hart! Ravana stortte dodelijk gewond neer, de koning der demonen was niet meer. De overgebleven raksasa schreeuwde vol ontzetting, apen juichte vol euforie. De zwarte hemel kleurde blauw, en bloemen daalde neer op het slagveld. Rama’s levenstaak was voltooid.

Vibhishana was bedroefd over de dood van zijn broer, Ravana mocht dan wel een onrechtvaardig monster zijn geweest, het was toch ook nog steeds zijn broer. Rama legde een arm op zijn schouder en sprak: “Treur niet, hij is als held gestorven. Nu hij dood is heb ik niet langer enige haat vorm hem. Laat ons samen de dodenoffers brengen”. Met grote plechtigheid werd het lijk van koning Ravana ritueel verbrand. Vibhishana was nu de nieuwe heerser over Lanka. Vrede.

Demonenkoning in paleis

De hereniging van Rama en Sita

Lakshmana ging op zoek naar Sita, daar waar hij haar het laatst had gezien: het paleis. Sita was dolbij toen ze Lakshmana zag en het bericht over de dood van Ravana deed haar goed. Ze wilde haar Rama zo snel mogelijk zien maar Rama moest zich eerst opschonen na de zware gevechten. Sita werd gevraagd hetzelfde te doen en daarop trok zij de meest prachtige gewaden aan om vervolgens in een draagstoel naar Rama te worden gebracht. Vibhisina wou het tweetal zonder spiedende ogen elkaar weer laten zien, maar Rama sprak dat tegen: “Een vrouw mag zich in het openbaar vertonen tijdens een oorlog, gevaar, de ceremonie voor het kiezen van een partner en tijdens de huwelijksceremonie. Ze kan dus gewoon naar mij toekomen”. Daarom stopte de draagstoel op een korte afstand van Rama, en legde Sita de laatste meters te voet af naar haar Rama. Vol nederigheid, trots en bewondering keek ze hem in de ogen. Tranen van geluk rolde over haar wangen en haar gezicht was zo mooi als het aanzicht van de maan. Rama sprak tot haar: “Dankzij Hanuman en de apenlegers heb ik je gevonden en heb ik mijn wraak doen gelden en Ravana verslagen. Maar jij, mijn liefste echtgenote, jij bent bezoedeld. Je hebt samen met een andere man gewoond en hij heeft gevoelens voor je gehad, je vol verlangen bekeken. Mijn overwinning op hem maakt dat niet ongedaan, dus ik kan niet anders dan je verstoten als mijn vrouw. Zoek een andere man”. Sita was overdonderd, zo kende ze haar Rama niet! Ze huilde van pijn en schaamte. “Waarom zeg je dit?! Het was toch niet mijn wens om door een andere man gestolen te worden? Wat hij ook gedaan heeft, mijn hart is jou altijd trouw gebleven, besef je je dat soms niet? Waarom heb je deze hele oorlog gevoerd als dit het resultaat is? Je bent gekwetst en jaloers, een hersenloze en gepijnigde man. Maar ik heb je altijd gevolgd als zijnde jouw vrouw”. Rama keek weg en zei niets.

Sita keek vol ongeloof naar Lakshmana en zei tegen hem: “Mijn dierbare Lakshmana, ik sterf nog liever dan dat ik moet leven in een wereld waar Rama zo over mij denkt. Maak alsjeblieft een brandstapel voor mij klaar”. Lakshmana kijk zijn broer vragend aan maar deze bleef zwijgend voor zich uit staren. Uit Rama zijn houding bleek geen enkel bezwaar en een teleurgestelde Lakshmana begon aan het maken van de brandstapel. Eenmaal gereed besteeg Sita de stapel en sprak: “Oh heilig vuur, als ik Rama ontrouw ben geweest, laat mij dan sterven, maar als ik zuiver ben geweest in daad en gedachten, laat de vlammen mij dan sparen”. Het vuur werd ontstoken en de vlammen laaide snel en hoog op. Iedereen was vol afschuw en pijn terwijl Sita door de vlammen aan het zicht onttrokken werd. Rama bleef nog steeds zwijgend en star voor zich uit kijken. Dit ging zelfs de goden te ver en ze vroegen hem waarom hij zijn vrouw behandelde zoals een gewone sterfelijke man dat zou doen. Was hij soms vergeten wie hij was? De god Brahma sprak tot Rama: “U bent de heerser over verleden, heden en toekomst. U bent schepper en vernietiger, u bent aanwezig in elke mens, dier en element. U bent Vishnu en uw geliefde is Sita is Lakshmi, de godin van geluk en schoonheid. Nu Ravana het onderspit heeft gedolven zit uw taak hier op aarde erop en kunt u terugkeren naar de hemel. Uw Sita is u altijd trouw gebleven, wees niet gekwetst of jaloers, daar is geen enkele reden toe. Accepteer haar terug als uw vrouw, ze is onbesmet en kent alleen maar liefde voor u. Zij is puur en zuiver. Laat haar toe in uw hart”. Tussen de likkende vlammen kon Rama zien dat Sita nog steeds geheel ongeschonden was, zelfde haar kleding, sieraden en bloemen waren niet gekwetst door de laaiende vlammenzee. Toen sprak Rama tot de goden: “Natuurlijk wist ik dat, maar ik kon haar niet zomaar terug nemen. Mijn volk zou mij nooit geloven of accepteren als ik dat deed. Dat Sita mij altijd trouw is gebleven en niet bedoezeld is zullen de mensen nu niet langer in twijfel kunnen trekken. Het bewijs is geleverd”. Rama reikte Sita zijn hand, omarmde haar en gaf haar een kus ten tonele van alle aanwezigen.

De terugkeer naar Ayodhya

De goden vertelden Rama dat zijn tijd van ballingschap ten einde was gekomen en dus kon Rama terugkeren naar Ayodhya en de regering van het land op zich nemen. Koning Vibhishana, de nieuwe heerser over Lanka, gaf Rama zijn strijdwagen te leen en vergezelde Rama op zijn reis. Ook het apenleger onder leiding van koning Sugriva voegde zich bij het reisgezelschap. De strijdwagen van een groots en imposant luchtschip met plek voor wel honderden passagiers. Het schip steeg ten hemel en vloog vlot naar het noorden. Beneden hen zagen alle passagiers de lange route die zij op de heenweg hadden afgelegd. De wereld lag er prachtig en vredig bij. Al snel bereikten ze de Ganges en volgde deze richting de hoofdstad. De gasten keken hun ogen uit, wat was Ayodhya toch een prachtige stad! Hanuman werd vooruit gezonden om koning Bharata in te lichten over de terugkeer van zijn geliefde broer Rama. De koning was ontzettend opgetogen dat Rama het goed maakte en spoedig terug zou zijn om de regering op zich te nemen, met veel belangstelling luisterde hij naar de verhalen van Hanuman over alles wat er voorgevallen was. Bharata liet de stad versieren en offers voorbereiden en samen met de koninklijke familie en het volk van Ayodhya wachtte hij Rama buiten de stadsmuur op. Het luchtschip daalde neer en Rama werd vol liefde en respect ontvangen. De broers sloten elkaar in de armen, Rama ontving zijn sandalen terug die al die jaren op de troon hadden gestaan en Bharata gaf Rama de regering over het land terug: “Ik geef u het bestuur terug over het koninkrijk waar ik tijdelijk de zorg over had. Het rijk is nog grootser geworden en het zal niet makkelijk zijn er leiding aan te geven, maar u bent meer als enig ander persoon geschikt om deze taak met veel succes te vervullen. Ik zorg dat morgen de officiële kroning plaats kan vinden”. Rama, Lakshmana en Sita kregen mooie koninklijke gewaden en prachtige sieraden. Boven Rama zijn hoofd werd het koninklijke zonnescherm gehouden en dragers wapperde met de staarten van raksasa om de hitten bij de hoofden van de koninklijke familie weg te wuiven. Voorgegaan door een stoet olifanten betrad Rama na veertien jaar onder luid gejuich en muziek zijn Ayodhya weer. De stoet trok door de stad en stopte bij het paleis, daar stapte Rama uit zijn wagen en nam plaats op de troon.

Rama en Sita samen

De hogepriesters doopten hun handen in vier gouden kruiken die gevuld waren met het water dat uit de vier wereldzeeën was verzameld en sprenkelde dit over het hoofd van Rama. Rama was nu tot koning gewijd. Heel de wereld en alle goden waren verheugd en vol vreugde. Planten en bloemen ontsprongen uit de aarde en gaven een overvloed aan bloemen en vruchten. Rama deelde vele geschenken uit, de brahmanen kregen goud, juwelen en vee. De koninklijke gasten kregen gouden sieraden en Sita ontving de mooiste gewaden en sieraden van iedereen. Hanuman kreeg een prachtige parelketting en ook de rest van de apen kregen allerhande geschenken. Vanaf het moment dat Rama regeerde kende het rijk veel voorspoed en geluk. Er waren geen plagen, geen ziektes, geen criminaliteit. Iedereen kende respect en liefde naar elkaar en de koning. Er was eten en drinken in overvloed.

Iedereen was vol lof over Rama, iedereen prees hem en er leek geen wolkje aan de lucht. Toch kreeg Rama de indruk dat hem niet alles verteld werd en hij vroeg zijn adviseurs wat er was. Eén van hen had de moed om te spreken en zei: “De mensen zijn vol lof over uw regering maar ze vinden het wel wat vreemd dat u Sita weer tot uw vrouw heeft gemaakt. Ze heeft immers een lange tijd in het paleis van Ravana doorgebracht en zonder twijfel zal ze ook door hem zijn aangeraakt. Dat u Sita gratie heeft gegeven doet het volk denken dat ze ook onjuist gedrag van hun eigen vrouwen door de vingers kunnen zien. Dat raakt de stabiliteit van het land”. Rama hoorde dit met teleurstelling aan, Sita had immers met haar ritueel bewezen dat ze nog zuiver was. Hij sprak: “Ik vind het afschuwelijk dat het volk zo over mij en Sita denkt, dat kan ik niet verdragen. Nu is het zo dat Sita mij enige tijd geleden heeft gevraagd of ze de heilige wijsgeren aan de oever van de Ganges kan bezoeken. Breng haar daarheen, dat is haar wens.” Hij keerde zijn gezicht af zodat zijn tranen niet gezien werden.

Het afscheid

De volgende dag stapte Sita vol geluk in de strijdwagen, ze was maar wat blij dat ze offers kon brengen aan de kluizenaars die haar en Rama zoveel jaren eerder van goede raad hadden voorzien. Lakshmana begeleide haar maar hij kon zijn tranen niet bedwingen. “Wat is er Lakshmana?” vroeg Sita. Deze sprak: “Vergeef mij, wat ik nu ga zeggen zal u veel pijn doen maar ik kan niet anders. Rama wil niet dat u terugkeert naar het paleis, het volk trekt uw zuiverheid in twijfel en tevens uw trouw aan Rama. Hijzelf en ook ik zijn er absoluut zeker van dat er niets aan u te twijfelen is, maar hij wil toch dat u bij de kluizenaars achterblijft”. Sita viel zo ongeveer flauw toen ze dit hoorde: “Wat heb ik in mijn vorige levens misdaan om te horen dat ik nu voor altijd van Rama gescheiden zal worden? Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik verdrink mijzelf nog liever in de Ganges dan dit de aanvaarde, maar dat zou een vloek brengen over Rama en zijn nageslacht. Ik… ik begrijp waarom Rama mij verstoot, hem neem ik het niet kwalijk want ik weet dat hij niet aan mij twijfelt. Ik betreur wel dat het volk Rama niet volkomen vertrouwt. Ik zal naar hem luisteren beste Lakshmana. Rama is mijn echtgenoot en meester, ik zal doen wat hij opgedragen heeft”. Sita bleef alleen achter bij de wijsgeren op de kluizenarij en gaf daar enkele maanden later geboorte aan twee koninklijke zonen: Kusa en Lava.

Rama regeerde vele jaren maar zonder enige vreugde in zijn hart. Zonder zijn Sita was hij niet langer gelukkig. Lakshmana adviseerde Rama om een groot offer te organiseren waarbij alle heiligen, brahmanen en koningen van heiden en verre aanwezig zouden zijn. Alle oude kameraden van Rama waren ook aanwezig. Er vonden allerhande offers en rituelen plaats en ook de hoge wijsgeer Visvamitra van de kluizenarij was samen met de twee zonen van Sita gekomen. Zij waren inmiddels twee jongemannen en ze reciteerden daar op prachtige wijze het epos van Rama. Zo mooi en volledige zongen ze hun lied, en wat leken ze op toch op de koning in zijn jeugdige jaren! Rama wilden hen belonen met een zak vol goudstukken maar dit weigerde ze. Op de vraag hoe het kwam dat ze het verhaal van Rama zo goed konden vertelden ze leerlingen van de wijsgeer Visvamitra te zijn en de komende dagen door zouden gaan met het voordragen van het epos van begin tot eind. Toen het epos bijna ten einde was had Rama de conclusie getrokken dat deze twee jongens wel zijn zonen moesten zijn. Hij omhelsde hen en dacht aan zijn Sita. Dat deed hem veel pijn. Hij stuurde een boodschapper er op uit om Sita te halen op dat zij zich voor eens en altijd van alle blaam kon zuiveren.

Toen Sita arriveerde ontstond er geroezemoes, het volk herkende haar en men vroeg zich af wat er gaande was. Visvamitra sprak Rama en het volk toe: “Jaren geleden heeft u uw Sita verstoten omdat het volk twijfelde of zij nog wel zuiver was. Laat ons vandaag zien dat ze wel degelijk zuiver is zoals ze zelf altijd volgehouden heeft en wat ook ik kan beamen”. Rama sprak: “Ook ik weet dat Sita niets te verwijten is en dat ze zuiver is en dat deze twee jongens die Sita op aarde heeft gezet mijn bloedeigen zonen zijn. Laat Sita nu aan het volk bewijzen dat ze onschuldig is”. Sita begon lichtjes te huilen en zei: “Moeder aarde, als ik werkelijk zuiver ben en Rama nooit ontrouw ben geweest, in lichaam noch geest en als ik altijd met heel mijn hart van Rama gehouden heb, laat dan nu de aarde opensplijten opdat ik terug kan keren in uw schoot!”. En toen, ten aanzien van heel het volk, spleet de aarde open en kwam de godin van de aarde tevoorschijn, plaatste Sita op een heilige troon en verdween samen met Sita in het diepste der aarde, die zich daarna weer sloot.

Rama was vol blijdschap, verdriet en woede. Eindelijk had hij zijn Sita weer terug maar in plaats aan zijn zij terug te keren was ze hem opnieuw ontnomen. Maar de god Brahma sprak tot hem: “U bent de god Vishnu, treur niet, straks in de hemel zult u weer met Sita herenigd worden”. Rama regeerde nog vele jaren verder maar zijn hart was voor altijd gebroken nu hij wist dat hij Sita in dit leven nooit meer terug zou zien. Tot op een dag de Tijd zelf tot Rama kwam en hem vertelde dat hij kon kiezen tussen nog verder regeren of ten hemel te treden. Rama koos er voor het aardse leven op te geven. Hij wou een van zijn trouwe broers als opvolger aanwijzen maar deze bedankte daar allemaal voor. Ze wilden liever samen met hun broer ten hemel stijgen, alle vier waren ze immers een deel van Vishnu. Daarom werden Rama zijn zonen als opvolgers aangewezen. Er werd een ceremonie georganiseerd en Rama, Lakshmana en de andere broers verdronken zichzelf in de Sarayu rivier. In de hemel werden ze door de goden opgewacht, waar Brahma tot hen sprak: “Wees gezegend Vishnu, u en uw broers kunnen nu de hemel betreden”. De broers transformeerde daarop in de gedaante van Vishnu en vol lof werd hij door de goden in de hemel onthaald.

EINDE

De Ramayana en Ramakien vergeleken

De Thaise versie van de Ramayana is in hoofdlijnen gelijk aan het origineel. Hierbij beschouwen we de versie die tot stand werd gebracht door koning Rama I voor het gemak als de standaardversie. Rama II gebruikte deze vervolgens voor het schrijven van de standaard editie van de befaamde Khon (โขน, khǒon) dans. Er zijn dus allerhande versies van de Ramayana en de Ramakien, waarbij er scenes of personages zijn toegevoegd, uitgebreid, veranderd enzovoort. Om enkele van de verschillen tussen de Indiaase en Thaise versies te noemen: In de Ramakien is Rama niet alleen een avatar van Vishnu (ookwel Narai genoemd) maar tevens een reïncarnatie van de Boeddha.  En de mythische yaksha (yak) wezens hebben de plek van de raksasa ingenomen. De wezens zijn namelijk aan elkaar gerelateerd en worden in de praktijk door elkaar gebruikt.

Hanuman neemt in de Ramakien een veel prominentere rol in en is hij van een zedelijke iemand veranderd in een stoere macho die maar wat graag vrouwen versiert. Zo bedrijft hij de liefde met diverse yakshi (raksasi) die voor zijn charmes zijn gezwicht. Hanuman is ook listiger: wanneer hij gevangen wordt op Lanka is het niet koning Ravana die de aap zijn staart in de brand wil steken maar komt Hanuman zélf met dit idee, om zo heel de hoofdstad in de brand te steken. Zijn bijzondere staart weet hij ook als brug te gebruiken zodat het apenleger een brede rivier over kan steken. En tijdens de bouw van de dam naar Lanka, dreigt een zeemeermin het bouwwerk af te breken, maar Hanuman confronteert haar en wanneer zij in levensgevaar komt redt hij haar leven en jawel, bedrijven daarna samen de liefde. De bouw van de dam kan zo toch tot een succes worden gebracht.

Na de strijd om Lanka ontdekt Rama dat Sita (Sida) een tekening van de duivelskoning heeft gemaakt, en daarop beveelt hij dat Lakshmana (Phra Lak) haar mee het bos in moet nemen en aldaar onthoofden wegens haar (vermeende!) ontrouw. Phra Lak wil dit niet maar is zijn broer gehoorzaam. Hij haalt uit met zijn zwaar en op het moment dat het lemmet de nek van Sita raakt veranderd zijn zwaard in een bloemenkrans. Phra Lak gebruikt de lever van een hert om Rama te doen geloven dat Sita gedood is, maar brengt haar stiekem veilig onder in een kluizenarij. Als later de twee zonen van Rama geboren worden, krijgen zij enkele hoofdstukken een hoofdrol. Wanneer Rama later de kinderen ontmoet is hij blij te horen dat Sita nog leeft en probeert haar met een list terug naar Ayodhya te halen. Hij zet zijn eigen crematie in scène en wanneer Sita dan komt om afscheid te nemen verschijnt Rama om haar terug bij hem te vragen. Ze rent weg, maar realiseert zich dat Rama naar haar zal blijven zoeken. Daarom bidt ze tot de aarde om open te splijten en daalt ze af naar het land van de naga’s.

De Ramakien in beeld

Om een indruk te krijgen van welke invulling de Thai aan het epos hebben gegeven is het leuk om te kijken naar deze prachtige animatiefilm, gemaakt met de muurschilderingen uit het Grand Palace te Bangkok: https://www.youtube.com/watch?v=Bf_llIgDn24

Bronnen en meer:

Met dank aan Tino Kuis voor zijn feedback.

Over deze blogger

Rob V.
Rob V.
Sinds 2008 een regelmatig bezoeker aan Thailand. Werkt op de boekhoudafdeling van een Nederlandse groothandel.

Gaat in zijn vrije tijd graag fietsen, wandelen of een boek lezen. Voornamelijk non-fictie met in het bijzonder de geschiedenis, politiek, economie en maatschappij van Nederland, Thailand en landen in de regio. Luistert graag naar heavy metal en andere herrie

5 reacties op “De Ramayana en de Ramakien – deel 5 (slot)”

  1. Chander zegt op

    Hallo Rob V.

    Nogmaals bedankt voor dit prachtig werk.

    Als je ooit weer in de gelegenheid bent, dan zie ik graag het levensverhaal Krishna tegemoet.

  2. JosNT zegt op

    Beste Rob,

    Ik heb erg genoten van jouw werk. Daar moet je nogal wat tijd ingestoken hebben. Bij het lezen van het verhaal kon ik mij opnieuw de glansprestatie en de prachtige kostuums voor de geest halen van een Thais koninklijk ensemble dat de Ramakien opvoerde in een Brussels theater begin de jaren 80. Prachtig.

  3. Theo zegt op

    Beste Rob,

    Heel erg bedankt voor je uitgebreide verhaal en de tijd die je daarvoor er hebt in gestoken.

  4. Lieven Kattestaart zegt op

    Beste Rob,
    heb mij met genoegen door de afleveringen heen gelezen en bedankt ( en petje af ) voor al het werk dat je hier in hebt gestoken.

  5. Rob V. zegt op

    Bedankt iedereen die deze en de vorige delen een reactie heeft achtergelaten. Het heeft zeker de nodige uurtjes gekost en ik heb flink lopen dubben hoeveel ik moest snijden en hoe wat overbleef (combinaties van meerdere edities) een beetje leuk neer te pennen. Ik hoop dat gelukt is, maar wie het epos kent zal vast opgemerkt hebben dat diverse ontmoetingen van Rama, Hanuman en andere geschrapt zijn. Vooral in de gevechten op Lanka heb ik veel weggelaten, daar gaan hele hoofdstukken over wie met wie vecht en hoe ze elkaar te lijf gaan en verslaan. Ik zal eerlijk zeggen dat je dan verdrinkt in de namen en persoonlijk vond ik zoveel gevechten op rij teveel van het goede. Ik kan me wel goed voorstellen dat bij een (toneel) voordracht het juist wel leuk is enkele van die scenes aan het publiek uit te beelden. Vooral natuurlijk vroeger toen men nog niet thuis voor de buis kon gaan zitten.

    Ik hoop dat de lezers nu het verhaal in grote lijnen kennen en een verband kunnen leggen met dingen die ze verder nog tegenkomen in Thailand of elders. Wie dieper het verhaal in wil duiken kan bijvoorbeeld de Nederlandse versie in het boek uit mijn bronvermelding lezen. In het Engels zijn er meer versies beschikbaar. In het Engels heeft uitgever Routledge ook de Cambodjaanse (Khmer) versie van de Ramakien uitgegeven. Helaas weet ik niet van een verhalende Engelse versie van de Thaise Ramakien (daarvoor moest ik me helaas tot samenvattingen en scripties beperken).

    Het Nederlandse boek (De mooiste verhalen en legende van Hindoeïsme & Boeddhisme) heeft ook verhalen over Krishna en de Boeddha, maar voorlopig hoe ik het hier bij. Voor een beetje goede beknopte versie wil ik meerdere versies van een verhaal kennen. Van het Hindoeïsme weet ik weinig af, dus daar komen zoveel namen voorbij dat dit met een eerste keer lezen niet makkelijk te volgen is. Maar wie weet kom ik nog eens met een beknopt verhaal van groot epos op de proppen.

    De Ramayana was leuk om te lezen en samen te vatten, maar een ander epos wat ik hier al eerder samengevat heb, die van Khun Chang Khun Phaen was voor mij nog net een tikkie leuker. Ik denk omdat daar wat meer vrouwen passeren. Maar ik kan iedereen aanraden de Ramayana / Ramakien en Khun Chang te lezen.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website