De muren van Chiang Mai
In een vorige bijdrage stond ik even stil bij de oude stadsmuren van Sukhothai. Vandaag vertel ik graag iets over de bijna even oude muren van Chiang Mai.
Ik geef eerlijk toe dat ik van Chiang Mai hou. Vanaf de eerste keer dat ik er kwam, nu al vele jaren geleden, was ik verkocht. En ik hoop stiekem ooit nog uit Isaan te verhuizen om m’n laatste levensjaren in of nabij de Roos van het Noorden door te brengen. Eén van de absolute charmes van Chiang Mai vormt, naar mijn bescheiden mening, de omwalling van de oude kernstad. Ze zijn al even beeldbepalend en iconisch voor de stad als Wat Chedi Luang of Doi Suthep.
De eerste stadsmuur rond Chiang Mai werd wellicht al op het einde van de dertiende eeuw opgetrokken. Vermoedelijk was het oorspronkelijk een brede aarden wal die ontstond door het uitgraven van een brede en diepe gracht aan de buitenzijde. Bovenop die wal werd een houten palissade opgetrokken. Een defensief concept dat al van in de Bronstijd in zwang was in de regio. Vermoedelijk werd in de laatste helft van diezelfde eeuw de palissade vervangen door een twee parallel lopende bakstenen muren waarvan de tussenruimte werd gevuld met een mix van stevig aangestampte aarde en klei.
De op een vierkant grondplan gebouwde binnenstad van Chiang Mai was omgeven door een stadsmuur uit baksteen die 1600 m op 1600 bedroeg. Aan elke zijde werd een poort gebouwd die breed genoeg was om twee ossenkarren tegelijk door te laten. Enkel aan de zuidzijde waren er twee poorten. Klokwijs kregen deze poorten volgende namen: Chang Phuak, Tha Phae, Chiang Mai, Suan Prung en Suan Dok. Deze poorten zagen er echter beduidend anders uit dan de huidige stadspoorten. Ze bestonden uit een dubbel poortcomplex, zodat ongewenste bezoekers twee poorten moesten innemen vooraleer ze de stad binnen konden trekken. Bovendien bevond zich in de ruimte tussen de twee torens een robuuste verdedigingstoren.
Wanneer u vandaag op het plein voor de Tha Phae-poort staat krijgt u een idee van de afstand tussen de twee poorten want het huidige plein was de ruimte die beide scheidde. De muren zelf, die niet langer aan de alsmaar moderner wordende artillerie konden weerstaan raakten in de achttiende eeuw alsmaar meer in verval. Uiteindelijk bleven alleen de bastions op de vier hoeken nog over. Klokwijs droegen deze fortificaties de namen Jaeng Hua Rin, Jaeng Sri Phum, Jaeng Katang en Jaeng Ku Ruang. Ze werden gebouwd op het einde van de achttiende eeuw nadat de Siamese vorst Taksin in 1776 de Birmezen uit de stad had verdreven en daarmee meer dan twee eeuwen van Birmese dominantie beëindigde.
Het duurde evenwel een tijd vooraleer de Siamezen tijd en geld in het grotendeels geruïneerde en verlaten Chiang Mai wilden investeren. Pas in 1787, in het zesde regeringsjaar van Rama I werd de knoop doorgehakt en werd beslist om Chiang Mai opnieuw in haar oude glorie te herstellen. De man die deze taak kreeg toegewezen was Chao Kawila of Kavila, de heerser over Lampang, die in 1796 vice-koning van Lana was geworden. Hij liet meteen ook de stadmuren herstellen en verdiepte de in de loop der jaren dichtgeslibde stadsgracht. In het jaar 1800 was de klus geklaard en de binnenstad opnieuw gefortificeerd. Tegen het begin van de twintigste eeuw was heel het verdedigingcomplex echter opnieuw in ongebruik geraakt en zwaar vervallen. Veel van de bakstenen waren gestolen en hergebruikt voor de bouw van woningen. De stadspoorten werden in 1985-1986 gerenoveerd, waarbij vooral de Tha Phae-poort een grondige reconstructie te beurt viel. Het is nog maar de vraag of de historische poort zelfs maar in de verte op de huidige leek want oude foto’s geven een heel ander beeld te zien. Bovendien bevond de oorspronkelijke poort zich wellicht enkele tientallen meters verder van de huidige locatie…
De vier hoekbastions vormden het middelpunt van een archeologische campagne die in 1996-1997 werd uitgevoerd door het Thaise Fine Art Departement. Daarna werden de hoekbastions opnieuw, ten dele opgebouwd, waarbij vooral gebruik werd gemaakt van de gerecupereerde oude baksteen. In de winter van 2018 werd een nieuwe renovatie doorgevoerd waarbij nieuwe bakstenen werden gebruikt, waardoor het verschil tussen het originele en nieuwe metselwerk duidelijk zichtbaar werd.
Wat weinigen weten is dat er nog een tweede stadsomwalling was, waarvan vandaag nog, voor wie de moeite doet ze op te sporen, nog heel wat sporen zijn terug te vinden. Deze omwalling was ook het werk van Chao Kawila of Kavila. Deze vier kilometer lange wal of Kamphaeng Din loopt ruwweg in een halve cirkel rond het zuidoosten van de stad langs de Ping en het Mae Kha-kanaal en omvat onder meer de drukke Tha Phae-, Changmoi- en Changklan Roads. Hij werd, in tegenstelling tot de stadsomwalling rond de binnenstad niet bekroond met een gemetselde muur maar bestaat uit een massieve, erg hoge wal van aangestampte aarde en klei, die op een aantal plaatsen wonderlijk genoeg de tijd en de ongenadige moessonregens heeft doorstaan…
Hier en daar werden met baksteen versterkte vuurposities voor kanonnen gebouwd en een massief bastion, Jaeng Thipanet vormde de bekroning van het geheel. Deze wal werd in 1801 gefinaliseerd en dat was precies op tijd want hij weerstond met verve een jaar later het laatste Birmese offensief tegen de stad. Vandaag de dag gaan veel historici er van uit dat de Kamphaeng Din wellicht werd gebouwd op een veel ouder verdedigingswerk. Toen Chiang Mai uitbreiding begon te nemen zou koning Muang Kaew die van 1495 tot 1526 over het Lana-rijk regeerde hier al een omwalling hebben aangelegd. Chao Kawila zou deze als basis hebben gebruikt voor zijn defensieve lijn.
Ongeveer 40% van deze massieve omwalling is nog terug te vinden wat beduidend meer is dan de ‘kleine’ stadsomwalling. Het gemakkelijkst te bereiken gedeelte situeert zich langs de Thanon Kamphaeng Din, ooit een beruchte rosse buurt aan de rand van de Oude Stad, nu in de schaduw van het Mae Ping hotel. Wandel vanuit het stadscentrum over Loi Kroh Road en sla dan links Thanon Kamphaeng Din in. De aarden wal langs de straat is de oorspronkelijke, mogelijk uit de vijftiende eeuw daterende omwalling. De erosie en bomen hebben hem hier en daar echter fel toegetakeld. Om een goede impressie te krijgen van de omvang van deze verdedigingslijn moet je naar het Kanchanpisek Park, waar een wandelpad naast een bijna intact, vijf meter hoog stuk van de wal loopt. Zeker eens doen wanneer je in Chiang Mai belandt. Intussen heeft het stadsbestuur van Chiang Mai al enkele jaren de plannen voor de instandhoudings- en renovatiewerken van deze unieke historische omwalling op tafel liggen, maar voorlopig is daar op het terrein nog geen spat van te merken… En dat is alleen maar jammer. Hopelijk wordt dit geen gemiste kans…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
- Eten en drinken17 oktober 2024Culinaire herinneringen van een bourgondisch tafelaar – Chinatown & Yaowarat road (Bangkok)
- Bezienswaardigheden3 september 2024Het dak van Thailand – Doi Inthanon
- Achtergrond21 augustus 2024Thailand… om dichterlijk van te worden…
Dank je wel Lung Jan, voor het schrijven van dit stukje geschiedenis van de overblijfselen van het oude Chiang Mai. Mijn vrouw en ik prijzen ons gelukkig, om een permanent verblijf binnen deze muren bezitten. We zullen dan ook zeker een keer de genoemde historische plekken gaan bezoeken.
Met vriendelijke groet,
Ed
Een gemiste kans dat de stadspoort ronde de voorlaatste eeuwwisseling verloren is gegaan en de herbouwde poort in niets lijkt op de oude (op het net zijn de foto’s nog terug te vinden). Dat van die tweede verdediging wist ik niet, ik zal het in mijn achterhoofd houden mocht ik nog eens die kant op gaan.
Ook wij verblijven ieder jaar in Changmai.Met heel veel plezier en fietsen bijna dagelijks in de omgeving van de muur.Het is er altijd levendig en gezellig.En een hapje of een drankje bij de corner.In maart is het weer zo ver dat we gaan.
Ook wij verblijven ieder jaar in Changmai.Lekker fietsen en de omgeving van de muur is altijd levendig.S middags lekker wat etten of drinken bij de corner.Nog even dan gaan we weer naar het gezellige en levendige Changmai.
Bedankt Lung Jan. Ik januari ga ik voor een paar weken naar Chiang Mai en zal met andere ogen kijken naar al die overblijfselen uit het verleden. Ik zal zeker een bezoek brengen aan het Khanchanpisek Park, mooi gelegen naast het Psychiatrisch Ziekenhuis, zie ik op Google Maps.
Grappig, weet ik ook weer waar Thanon Kamphaeng Din zijn naam vandaan heeft:
Kamphaeng = muur, wal
Din = aarde, grond
Ik bewonder steeds meer je bronnenonderzoek, Lung Jan,
en vraag me af in welke archieven je kunt duiken.
Accuraat, heel leesbaar in een tekst gegoten, ter zake.
Dat op zich is al een kunst!
Mooie foto’s ook van de Tha Phae- poort. In het Thaise schrift ประตูท่าแพ Pratoe Tha Phae. Pratoe (tonen laag, midden) is ‘poort’, Tha (dalende toon) is ‘haven’ en Phae (midden toon) betekent ‘vlot, woonboot’). Het pleintje ervoor was vroeger een parkje waar mannen en vrouwen elkaar konden ontmoeten. Nu zijn er veel duiven om te voeren en staan er meest jonge mensen met borden te demonstreren tegen de huidige politieke en justitionele problemen.
Ik ben ook verliefd op die vroegere koningen van Lanna. Het waren allemaal dappere krijgers, steeds afgebeeld met zwaard, dolk of speer, steeds bezig met roof-en veroveringstochten.
Hr Lung Jan….. dank voor het leuke stuk geschiedenis. Echt mooi verwoord! Heb 5 jaar geleden het genoegen gehad om er de Marathon te mogen lopen en er een week te verblijven . Geweldige stad waar ik graag nog eens terug wil komen. Vind de informatie stukjes die via dit medium gepresenteerd worden zeer interessant en lees ze derhalve dan ook volledig . Normaals dank .. gegroet Hein
Fijne informatie die de herinneringen doet opleven.