Bekend bij God
Dit is mijn oom Maarten. Ik voel een band met hem, maar heb hem nooit ontmoet of gekend. Hij overleed in Thailand, lang voordat ik werd geboren. Maarten was krijgsgevangene van de Japanners en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gedwongen aan de dodenspoorlijn naar Birma te werken. Hij overleefde het niet en werd maar 28 jaar.
Ook dit jaar ben ik op 15 augustus bij de herdenking van het einde van WO II in Azië en de dood van bijna drieduizend Nederlanders op de erebegraafplaats in Kanchanaburi. Hier liggen niet alleen Nederlanders, maar ook Australiërs, Britten en Indiërs. Allemaal waren ze jong toen ze stierven, vaak in de twintig, soms in de dertig, een enkeling in de veertig. Op sommige graven staat geen naam. Dan staat er: bekend bij God.
De Japanse bezetters willen in 1942 een spoorlijn bouwen van Thailand naar Birma om hun soldaten te bevoorraden. De Geallieerden hebben de mogelijkheden over water dan al afgesloten. Ruim 250 duizend mensen worden er aan het werk gezet. Zo’n 60 duizend krijgsgevangenen en de rest arbeiders uit de regio. Niemand weet dan nog hoe verschrikkelijk het wordt. Het wordt een hel. Er is een gebrek aan eten. Er is de hitte en de verstikkende vochtigheid. Er is malaria, cholera, dysenterie en de uitputting. Goed materiaal om mee te werken is er niet. Sommige bruggen worden met spijkers en touw in elkaar gezet. Er is de vernedering en de fysieke druk van de Japanners. Geslagen worden is geen uitzondering. Als de tijd begint te dringen wordt het geweld brutaler, het neemt onvoorstelbare grenzen aan.
Dat geldt zeker bij de aanleg van de Hellfire Pass. Met hamers en beitels worden in metershoge rotsen twee wanden uitgehakt waar tussen de spoorlijn moet komen. Er wordt steeds langer gewerkt. Uiteindelijk 24 uur per dag. Sommigen werken 16, 20 of meer uur per etmaal. Elke dag wordt de ontlasting van de gevangenen gecontroleerd. Als die voor minder dan de helft uit bloed bestaat, moeten ze werken. Elke dag sterven er mensen tijdens het werk. Je ziet in de Hellfire Pass nog altijd de herinneringen, de vergeelde foto’s, beertjes, klaprozen, kruisen, briefjes met gedachten.
Vanaf 1944 proberen de Geallieerden zoveel mogelijk bruggen van de spoorlijn te vernietigen, waaronder brug 277, de later beroemde brug over de rivier de Kwai. In juni 1945 wordt het spoor, dat in 17 maanden werd gebouwd en maar 21 maanden werd gebruikt, vernietigd.
Van de ongeveer 250 duizend mannen en vrouwen die aan de spoorlijn moesten werken sterven er ruim honderdduizend. Tussen de 70 en 90 duizend daarvan zijn burgerarbeiders. Plus zo’n 16 duizend geallieerde krijgsgevangenen. Onder hen bijna drieduizend Nederlanders. En Maarten Boer, de oom die ik zo graag had willen kennen.
Ernst-Otto Smit
Nederlanders die op 15 augustus in Thailand zijn en de kranslegging en herdenking op de erevelden in Kanchanaburi willen bijwonen, zijn welkom. Neem contact op met Green Wood Travel.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Thailand tips21 april 2023Kleding laten maken in Thailand
- Achtergrond4 augustus 2018Bekend bij God
- Advertorial26 november 2012Myanmar Eigenwijs
- Advertorial11 september 201220 jaar Green Wood Travel
Helaas is de treinreis over de brug meer verworden tot een vrolijk uitstapje en is menigeen alle wreedheden die bij de aanleg van de spoorlijn hebben plaatsgevonden vergeten. Een bezoek aan het JEATH War Museum is zeer aan te bevelen om het geheugen op te frissen. De letters staan voor Japanese-English-Australian en American-Thai en Holland.
Als ik dit museum bezoek en uitgebreid alle berichtgevingen lees en bestudeer, krijg ik het ijskoud.
Reeds 3 keer daar geweest, maar iedere keer kippevel.
Zo`n klein museum met zo`n grote schat aan historische informatie
Zou iedereen verplicht gezien moeten hebben
Ben in 1993 tijdens een River Kwai tour op de begraafplaats geweest.
Dan ben je 10000 km van huis en dan zie je daar die oer hollandse namen op een grafsteen staan.
Nou daar word je wel even stil van kan ik je zeggen.
Dat was ook mijn beleving toen ik die vele Hollandse namen zag, maakte een diepe indruk op me.
Als je de begraafplaats bezoekt en de graven van al die jonge jongens ziet dan gaan de tranen wel vloeien en wat zijn wij en onze kinderen en kleinkinderen dan toch bevoorrecht
Zo veel jonge mensen hebben daar het leven gelaten. Toen ik mijn schoonzusje eens meenam was zij daar nog meer van onder de indruk dan ik altijd was. Zij werd helaas zelf ook maar 26. Onze stiefvader heeft aan de spoorlijn gewerkt en vertelde vaak over de hardgekookte eieren die de Thaise vrouwen in de heg waar ze langs naar ‘huis’ liepen verstopten. Hoe dat hun net dat beetje kracht gaf. En over de visjes in de poeltjes die de zweren op hun benen schoonvraten. Mijn eigen vader zat in een jongenskamp op Java en werd 16 augustus bevrijd.
En de Thais maar beweren dat Thailand (Siam) nooit bezet is geweest.
Denk niet dat een Thai zal beweren dat Thailand(Siam) nooit bezet is geweest.
Maar ik denk dat, zoals meestal, er weer geen onderscheid gemaakt wordt tussen “bezetten” en “koloniseren’…
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bezetting_(militair)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kolonisatie
Neutraal was Thailand in ieder geval niet, dat wordt ook nog weleens beweerd…
Volgens mij is Thailand nooit bezet geweest want ze stonden aan de kant van Japan en lieten hen die spoorweg aanleggen.
Thailand had sovereign willen blijven maar de Japanners kwamen her en der aan wal en het land had toen de keuze: de jappen door laten op weg naar landen die onder Brits bestuur vielen of ook als vijand van de Jap worden gezien. Thailand koos er voor om mee te werken en een graantje mee te pikken (wat gebieden afpakken bij de buren die volgens de overheid historisch gezien aan Thailand toe zouden behoren). Phiboen met zijn Mussolini complex maakte het de jappen wel naar de zin. Maar als samenwerkende marionet van de Jap was het ook gewoon een bezet land.
In juli 2018 3 dagen in en vlakbij Kanchanaburi geweest om dichter bij mijn vader te komen die anderhalf jaar als krijgsgevangene aan de spoorlijn heeft gewerkt alvorens hij op 9 augustus op 4 km afstand getuige was van het vallen Fatman in Nagasaki.Het heeft mij diep geraakt dat hij ons gezin en mij zijn leven lang zijn leed en onbeschrijfelijke heeft onthouden. Zwijgen, verdringen en ontkennen was kennelijk zijn enige keus om te ‘overleven’. Ik had hem zo graag openlijk willen spreken over hoe hij de verschrikkingen, angsten en vernederingen heeft overleefd. En hem willen waarderen voor zijn onvoorwaardelijke vaderliefde en voorbeeld zijn in het nastreven van levensvreugde en verdraagzaamheid, die hij desondanks kon opbrengen. Het bezoek aan Kanchanaburi, de Hellfire pas en hoger op de lijn, richting Lin tin en Handato (Dutch Camps) heeft mij bijzonder geholpen, een soort van rituele pelgrimstocht, ook om tot een postmortum spirituele verbinding te komen met mijn vader en zijn lotgenoten. Ik wens iedereen een dergelijke ervaring toe. Wij zijn de Birma spoorlijn!
Ben in 1977 daar geweest. Heb mijn respects gedaan op de begraafplaats van omgekomen Nederlandse soldaten. Kijkje genomen bij de brug maar mocht er niet op. Stond een oude locomotief en een souvenier kraam. De volgende dag met een boot in een grot. De andere passagier was een Thai met zijn vrouw en deze man had nog aan deze brug gewerkt. Hij wou deze nog een laatste keer zien en herinneringen ophalen. Er was toen geen fatsoenlijk hotel en wij sliepen in een Baht 100- per nacht hotel wat later een short time hotel bleek te zijn. Er slopen allerlei duistere figuren rond ’s nachts op de onverlichte gang. Ook was de weg van Bangkok naar Kanchanaburi een onverharde weg vol kuilen en gaten en nam zo’n vijf uur rijden, met mijn Willys Jeep, in beslag.