Bangkok, 14 oktober 1973
Het lijkt er sterk op dat 14 oktober tot een nieuwe opstoot van protest tegen het regime zal leiden in Bangkok. Het is absoluut geen toeval dat de contestanten uitgerekend op die dag opnieuw de straat zullen optrekken. 14 Oktober is een erg symbolische datum want op die dag kwam in 1973 een einde aan het dictatoriale bewind van veldmaarschalk Thanom Kittikachorn. Ik breng dit verhaal ook om te duiden hoe heden en verleden met elkaar kunnen verstrengeld raken en hoe er opvallende historische parallellen zijn vast te stellen tussen Bangkok anno 1973 en Bangkok anno 2020.
In feite is de manifeste aanwezigheid van het leger in de Siamese en later de Thaise politiek al bijna een eeuw een feit. Kort na de coup die in 1932 een einde had gemaakt aan de absolutistische monarchie begon het militaire apparaat in de persoon van veldmaarschalk en premier Plaek Phibunsongkhram meer en meer de Thaise politiek te domineren. Maar het was na de militaire staatsgreep van 1957 die stafchef Sarit Thanarat aan de macht bracht dat de militairen hun macht pas echt wisten te consolideren. De jaren van zijn militaire dictatuur werden gekenmerkt door een forse economische groei die, niet alleen het gevolg was van de boomende wereldeconomie maar ook van de Korea- en Vietnamoorlogen.
Deze groei veroorzaakte ingrijpende veranderingen in de Thaise maatschappij. De tot dan toe nog overwegend rurale Thaise samenleving werd getroffen door een bijzonder snelle industrialiseringsgolf die dan weer een massamigratie van het platteland naar de grootstad veroorzaakte. Vooral vanuit het armlastige Isaan vertrokken in die jaren honderdduizenden naar Bangkok op zoek naar een beter bestaan. Ze kwamen echter veelal bedrogen uit want het was vooral de middenklasse die beter werd van het merkelijk versterkte economische klimaat. Ondanks de economische groei verbeterden de levensomstandigheden onder het regime van Sarit Thanarat en zijn opvolger, veldmaarschalk Thanom Kittikachorn nauwelijks voor de grote massa. En dit zorgde voor snel escalerende politieke onrust.
Begin 1973 was het minimumloon, dat sinds het midden van de jaren vijftig ongeveer 10 baht per werkdag bedroeg, onveranderd gebleven, terwijl de prijs van levensmiddelen inmiddels met 50% was toegenomen. Ondanks het feit dat vakbonden verboden waren, leidde de toenemende sociale onrust tot een hele reeks van -illegale- stakingen. In de eerste negen maanden van 1973 alleen vonden er, verspreid over heel het land meer dan 40 grote stakingen plaats en een complete werkonderbreking van een maand bij de Thai Steel Company leidde zelfs tot enkele, zij het aarzelende toegevingen. Tegelijkertijd zorgde de economische conjunctuur voor een spectaculaire toename van de studentenaantallen, die afkomstig waren uit de midden- en lagere klasse. Terwijl er in 1961 net geen 15.000 studenten ingeschreven waren was dit aantal in 1972 aangegroeid tot meer dan 50.000. Wat deze studentengeneratie deed verschillen van hun voorgangers was hun politieke engagement. De studentenrevolte van mei 68 was ook aan hen niet onopgemerkt voorbijgegaan. Beïnvloed door figuren als Mao Zedong, Ho Chi Minh of in eigen land de schrijver Chit Phumisak of de progressieve intellectuelen rond het radicale tijdschrift Social Science Review, begonnen ze zich te focussen op thema’s als de democratisering van het onderwijs, de sociale strijd in de fabrieken en de verpaupering van het platteland.
Een van de belangrijkste motoren in dit bewustmakingsproces was het interuniversitaire National Student Center of Thailand (NSCT). Aanvankelijk opgestart als een brave patriotische en pro-royalistische studentenclub evolueerde het NSCT, aangestuurd door de studentenleider Thirayuth Boonmee naar een uitgesproken maatschappijkritische organisatie die een spreekbuis bood aan dissidenten en criticasters van het regime. De NSCT verschafte niet alleen onderdak aan allerlei politieke en sociale discussiegroepen maar ontwikkelde zich ook tot een platform voor concrete actie. Zo voerden ze bijvoorbeeld actie tegen de verhoging van de vervoerstarieven in de Bangkokse stadsvervoer maar ook, in november 1972, tegen Japanse producten die de Thaise markt overspoelden. Gesterkt door het succes van deze in het oog springende campagnes keerde NSCT zich een maand later tegen een decreet van de militaire junta dat de rechtspraak rechtstreeks onder haar bureaucratische controle plaatste. Na een reeks van acties aan diverse universiteiten trok de junta een paar dagen later het omstreden decreet in. Wellicht tot hun eigen verbazing ontdekten deze contestanten dat ze met een minimum aan inspanningen een maximum aan invloed – zelfs op een autocratisch regime – konden uitoefenen…
Het werd allengs duidelijk dat het regime en de studenten op ramkoers raakten. In juni 1973 werden een aantal studenten van de Ramkhamhaeng Universiteit aan de deur gezet omdat ze een satirisch stuk over de regering hadden gepubliceerd. De vonk sloeg echter in het kruitvat toen op 6 oktober Thirayuth Boonmee en tien van zijn medestanders werden gearresteerd omdat ze op drukke plaatsen in het centrum van Bangkok pamfletten hadden uitgedeeld pro een herziening van de grondwet. Twee dagen later weigerde de rechtbank hen op borg vrij te laten en beschuldigde vice-premier en chef van de nationale politie Praphas Charusathien de arrestanten er van een staatsgreep te plannen. Hiermee was het hek van de dam. De dag nadien kwamen meer dan 2.000 studenten opdagen voor een anti-junta meeting in de Thamasat Universiteit. Het was het begin van een reeks van betogingen en acties die al snel de steun kregen van niet-studenten. Op 11 oktober telde de politie al meer dan 50.000 demonstranten. Twee dagen later was deze groep betogers aangegroeid tot meer dan 400.000.
De regering, geconfronteerd met deze overmacht haalde bakzeil en besloot hun belangrijkste eis, het vrijlaten van de opgepakte studenten in te willigen. Ze kondigde meteen ook een herziening van de grondwet aan maar ruim de helft van de manifestanten vond dit te weinig en vooral té laat. Onder leiding van Seksan Prasertkul, een andere NSCT-leider, trokken ze op naar het paleis om er het advies van koning Bhumobol in te winnen. In de vroege ochtend van 14 oktober bereikte de massa het paleis waar een vertegenwoordiger van de koning aan de studentenleiders vroeg om de betoging te beëindigen. Ze gingen in op dit verzoek maar er ontstond chaos toen de assistent-hoofdcommissaris van politie, dranghekken liet plaatsen om de massa weg te leiden. De chaos sloeg om in paniek toen er enkele explosies, wellicht door het gooien van handgranaten, plaatsvonden. Dit was het signaal voor de ordestrijdkrachten om massaal uit te rukken en ondersteund door pantserwagens en helikopters, de massa met gebruik van traangas én scherpe munitie uiteen te drijven.
77 Manifestanten kwamen om het leven terwijl 857 gewond raakten. Het excessieve geweld dat tegen de ongewapende manifestanten werd aangewend had echter een omgekeerd effect. Honderdduizenden vervoegden de demonstranten en in de late namiddag stroomden meer dan een half miljoen betogers door de straten van de Thaise hoofdstad, bereid tot de ultieme confrontatie met de ordestrijdkrachten. Het werd al snel, en zelfs voor de meest reactionaire hardliners duidelijk dat het regime gewoonweg niet iedereen kon afknallen om haar eigen belangen veilig te stellen. Bovendien groeide het risico op een echte stadsguerrilla met het uur. Her en der werd geplunderd en vooral op Ratchadamnoen Road bij het Democratiemonument stonden her en der panden in vuur en vlam. Eén militante studentengroep, de zogenaamde ‘Yellow Tigers’ die eerder door de politie onder vuur waren genomen, wist een pompwagen van de brandweer met benzine te vullen en als een vlammenwerper te gebruiken tegen een politiestation aan de Pam Fa-brug. De ernst van de situatie werd voor iedereen duidelijk en kreeg in de valavond een dramatisch hoogtepunt toen om 19.15 uur koning Bhumibol in hoogsteigen persoon op radio en TV het aftreden aankondigde van het kabinet Thanom. Het bleef in de nacht en ook de volgende ochtend echter nog onrustig omdat de betogers intussen ook het ontslag van Thanom Kittikachorn als stafchef van het leger eisten. De rust keerde echter weer toen bekend werd dat Thanom, samen met zijn rechterhand Praphas Charusathien en zijn zoon, kolonel Narong Kittikachorn het land was ontvlucht…
De gebeurtenissen bevestigden niet alleen de toenemende invloed van politiek bewuste studenten en intellectuelen op de politieke mores in Thailand. Ze deden vooral de leidende klassen op hun grondvesten daveren. Dit was immers niet een enkel een studentenactie voor meer democratie geweest. Wat begon als een in schaal beperkt protest van een handvol intellectuelen groeide in een mum van tijd en spontaan uit tot een brede massabeweging. Het was de eerste keer in de woelige Thaise geschiedenis dat de Pu Noi -de kleine luyden – massaal de straat waren opgegaan en van onder uit een revolte hadden ontketend. Het was niet gepland en zij die er aan hadden deelgenomen hadden de meest uiteenlopende ideeën over democratie en de samenleving die ze nastreefden. Zonder een duidelijke leiding en zonder een duidelijke politieke agenda wisten ze een onaantastbaar geachte despoot de laan uit te sturen
Dit verhaal kende echter geen happy end. De steeds mondiger wordende studenten en het – bescheiden – electorale succes van linkse partijen bij de verkiezingen in januari 1975 vormden meer en meer een doorn in het oog van de royalisten en andere reactionaire krachten en in de avond van 6 oktober 1976 escaleerde de situatie compleet toen politie, leger en para-militairen de campus van de Thamasat -universiteit bestormden en de Thaise Lente in bloed smoorden.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond28 december 2024Thailand is een noedelparadijs
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Voortreffelijk verhaal weer, Lung Jan. Ik heb hier ook over geschreven maar jouw verhaal is vollediger en duidelijker. Mijn complimenten.
We zullen zien wat de komende demonstratie op 14 oktober oplevert. Hoeveel mensen van de diverse groepen uit de samenleving in Thailand gaan hieraan deelnemen? Alleen een brede beweging zal resultaten afwerpen. In hoeverre wordt de monarchie erbij betrokken? En hoe reageert de huidige regering? Komt er ook een nieuwe 6 oktober? Helaas ben ik niet erg hoopvol. Beide partijen staan loodrecht tegenover elkaar en ik zie van beide kanten weinig oproepen tot een compromis.
Een situatie die tot problemen kan leiden is het volgende.
De demonstratie op de Rachadamnoen bij het Democratie Monument zal beginnen rond 5 uur ’s middags.
Ongeveer tezelfdertijd zal de koning in Wat Phra Keaw monnikspijen aanbidden, de kathin ceremonie op het eind van de boeddhistische vastentijd. Heel waarschijnlijk zal hij een route kiezen over de Rachadamnoen. De protestleiders hebben al aangegeven dat ze de koning geen strobreed in de weg zullen leggen maar premier Prayut waarschuwde voor een confrontatie. ‘Wees niet oneerbiedig’, zei hij.
Het lijkt mij een prima idee dat zij K. even met rust laten, want misschien chagrijnig. Volgens De Telegraaf van eergister is er in de Duitse Bundestag gemopperd op K. https://www.telegraaf.nl/nieuws/1478886071/duitsland-berispt-thaise-koning
Overigens begrijp ik de opmerking van @Tino Kuis niet goed daar waar hij het heeft over compromis. Er is in de geschiedenis van Thailand nog nooit een compromis gesloten ten gunste van het gewone volk. In tegendeel zelfs. De enige compromissen die er kwamen waren die van de diverse geledingen in de bovenlaag, welke resulteerden in het onder de voet zetten en houden van de onderlaag. Die laag delfde letterlijk en figuurlijk hun onderspit en enkelen van hen hun graf. Ik hou mij hart vast voor Thailand’s toekomst. Want al blijft het woensdag as rustig, uiteindelijk slaat eens de vlam in de pan.
Je hebt gelijk wat die compromissen betreft, en zo bedoelde ik het ook.
Compliment en dank voor dit informatieve stuk, met vaardige hand beschreven! Ik hoop dat je ook de recente veertig jaren die nog turbulenter waren onder de loupe gaat nemen! En inderdaad: de voortekenen zijn niet gunstig, het volk mort zogezegd. Aan de andere kant: de studentenprotesten in Hong Kong hebben uiteindelijk niet tot het door hen beoogde resultaat geleid, dat zal het leger hier ook hebben opgemerkt. We leven in “interesting times”….
Die studenten in Hong Kong hebben in interviews gezegd dat ze hun strategie hadden afgekeken van de red shirts in Thailand. Ja, dan is de actie tot mislukken gedoemd.
Je kunt de studentenprotesten van Hong Kong niet vergelijken met die in Thailand. Het bestuur van de “stadstaat” streeft volledige annexatie na door grote broer in naburige republiek China. De Hong Kong studenten echter willen duidelijk maken het niet eens te zijn met een onvoorwaardelijke aansluiting, terecht bevreesd als zij zijn hun democratische rechten te verliezen. Zij hadden de hoop, het was hun immers toegezegd, tot 2047 de tijd te hebben om die rechten te bestendigen. Die hoop is hen ontnomen, en dat pikken zij niet.
De motieven van de Thaise studenten verwijzen naar hun verlangen onderhand ook eens democratische rechten te bezitten. Anders dan hun companen te Hongkong hebben zij in Thailand op dit vlak niets te verliezen. Enkel te winnen. De uitgangsposities zijn beduidend verschillend aan elkaar.
Vergelijkbaar is echter wel dat zowel het Chinese als het Thaise landsbestuur niet genegen is in te gaan op wensen van hun respectievelijke bevolking.
Vergelijkbaar is ook dat als aan die wensen niet tegemoet wordt gekomen fors flink meer aan de weg moet worden getimmerd. De vraag is dan op welke wijze gehoor wordt gegeven aan al dat getimmer.
Niet vergelijkbaar is het antwoord op die vraag. Want Thailand is China niet. Vooralsnog wordt er nog niet zo hard getimmerd, dus blijken de antwoorden mild. Daar komt bij dat Thailand zich een herhaling van oktober 1973 niet kan permitteren. Teruggrijpen naar militaire machtsmiddelen van destijds zal Thailand internationaal veel blame and shame opleveren. China kan zich veel gemakkelijker afsluiten voor kritiek van buitenaf..
Nee, waar ik het meeste bang ben is dat voordat Thailand bij zinnen zal komen, er buiten alle proporties gereageerd gaat worden, zowel van regeringszijde als door de studenten en hun aanhangers. Ik ken Thailand als een land waar in de volksaard (vaak) gekozen wordt op uiterst gewelddadige wijze te handelen om conflicten op te lossen. Ziedaar mijn vrees.
Citaat: “hoe er opvallende historische parallellen zijn vast te stellen tussen Bangkok anno 1973 en Bangkok anno 2020”
Ik zie ze nauwelijks en heb ze ook niet in het artikel teruggevonden.
Beste Chris,
Met de historische parallellen bedoelde ik op de eerste plaats dat beide protestbewegingen hun oorsprong vonden en vinden in spontane acties die werden opgezet door een kleine groep van overwegend intellectuele jongeren. Zowel toen als nu zijn deze acties op de eerste plaats gericht tegen autocratisch regerende leiders met een militaire achtergrond en in beide tijdsbestekken is er sprake van een economische crisissituatie die zich opvallend goed pleegt te lenen voor allerlei vormen van contestatie…
Beide zaken, protesten ontstaan bij intellectuele jongeren en in economische crisis-situaties, zijn niet opvallend te nomen. Ik heb geen studie gemaakt van protesten maar beide zaken gaan op voor zeker 90% van ale protesten waar dan ook ter wereld op.
Verder denk ik dat de situatie in Thailand in 1973 helemaal niet lijkt op de situatie in 2020.
Daar ben ik het helemaal mee eens, Lung Jan.
Er is wel een opmerkelijk verschil. De beelden uit 1973 laten zien dat de demonstranten (inderdaad eerst kleinere groepen studenten) grote portretten van koning Bhumibol met zich meedragen in de voorste rijen. Dat is nu ‘enigszins’ anders.