70 jaar van diplomatieke betrekkingen tussen Thailand en Laos
Binnen een paar dagen is het precies zeventig jaar geleden dat de koninkrijken van Thailand en Laos officieel diplomatieke betrekkingen met elkaar aanknoopten. Dit was natuurlijk niet de eerste keer in de geschiedenis. In het verre verleden was er niet alleen geregeld sprake geweest van diplomatieke banden tussen beide landen maar ook van feodale horigheid en bezettingen.
Laos en Thailand hebben officieel bilaterale betrekkingen sinds de tijd van hun voorlopers, de Lan Xang- en Ayutthaya- koninkrijken in de vijftiende eeuw. De twee naties deelden niet alleen een lange grens maar ook duidelijke taalkundige en culturele overeenkomsten. Het Laotiaanse koninkrijk Lan Xang omvatte tot ver in de 18e eeuw zowat het hele noordoosten van wat nu Thailand is. Isaan, de overwegend rurale noordoostelijke regio van Thailand, heeft bovendien bijzonder sterke, cultureel en historisch gebonden Lao-wortels. Taalkundig spreken de inwoners van Isaan – nota bene een derde van de Thaise bevolking – het Isaans dat linguïstisch veel dichter bij het Laotiaans aanleunt dan bij het Thais.
Toen de officiële diplomatieke betrekkingen in 1951 werden aangeknoopt, bevonden beide naties zich in volle transitie. Thailand was op zoek naar bondgenoten en internationale geloofwaardigheid nadat het tijdens de Tweede Wereldoorlog behoorlijk foute keuzes had gemaakt terwijl Laos zich net had ontworsteld aan het Franse koloniale juk. Dit schiep tal van mogelijkheden maar tegelijkertijd waren er ook – net zoals dat in het verre verleden vaak het geval was geweest – wrijvingen. Sinds de oudheid verzette Laos zich tegen de Siamese territoriale expansiedrang. Laotiaanse surrogaatheersers verzochten de Franse koloniale autoriteiten van Frans Indochina om Frankrijk te vragen het in de 19de eeuw verloren gegane Laotiaanse grondgebied op het Khorat-plateau terug te winnen en de door plunderende Siamezen gestolen Smaragdgroene Boeddha terug te eisen.
Een niet onbelangrijk deel van de spanningen tussen beide naties werden echter veroorzaakt door de houding die de opeenvolgende Thaise bewindsploegen aannamen tegen het buurland. Ondanks hun gedeelde keuken, taal en grens, bepaalden de uitgesproken anticommunistische ideologie van het Thailand na de jaren vijftig in combinatie met de vage idee van “Thainess” en een hardnekkig geloof in Thaise superioriteit, in grote lijnen het beleid van Bangkok ten opzichte van Vientiane. Een attitude die overigens ook ten dele de animositeit en aanmatigende houding van Midden- en Zuid-Thailand verklaart ten opzichte van de eigen bevolking in Isaan. Thamrongsak Petchlertanan, een historicus aan de Rangsit University, beweerde dat de notie van Thaise superioriteit diepgeworteld is in decennia van nationalistisch onderwijs op Thaise scholen. De vernietiging van Vientiane door het Siamese leger in 1778, bijvoorbeeld, maakt deel uit van dit verhaal en wordt trots verteld aan generaties Thaise kinderen.
Tot 1975 steunde Thailand de koninklijke regering van Laos en verzette zich tegen de Pathet-Lao-guerrillabeweging. Na 1975, toen de communistische Democratische Volksrepubliek Laos werd opgericht, zocht deze in toenemende mate steun bij Vietnam wat de argwaan in Bangkok – waar men nooit erg hoog had opgelopen met de Vietnamezen – alleen maar vergrootte. Dit leidde tot het verzwakken van de sowieso al niet erg stabiele betrekkingen en gaf zelfs aanleiding tot een aantal rechtstreekse militaire confrontaties aan de grens.
In 1980 leidde een klein incident met scherp vuur tussen patrouilleboten op de Mekong ertoe dat Thailand de grens met Laos sloot. Grotere grensgeschillen en militaire botsingen volgden in 1984 en 1987 in de provincie Sainyabuli. Deze conflicten vonden hun oorsprong in rivaliserende claims op bosrijkdommen op basis van niet altijd even accurate kaarten uit de begindagen van het Franse protectoraat. Tegen het einde van de jaren tachtig normaliseerden de betrekkingen zich echter en was er zelfs sprake van een verbetering die vooral op conto mocht worden geschreven van het Thaise open-marktbeleid. Sindsdien investeert Thailand in de economie van Laos, ontwikkelt de onderlinge handel zich en zijn er verschillende economische projecten gestart om de betrekkingen tussen beiden te verbeteren.
De wederzijdse argwaan bleef echter onderhuids bestaan. Een staaltje daarvan werd in 1992 geleverd toen de Laotiaanse stafchef van het leger, generaal Sisavath Keobounphanh, uit zijn macht werd ontzet door het Politburo van de Laotiaanse communistische partij. Keobounphanh, die een sleutelrol had gespeeld bij het herstellen van de betrekkingen met de buren, werd door de partijtop beschuldigd van corruptie en zelfverrijking. Deze corruptie van een hooggeplaatste partijleider symboliseerde de angst die in de geesten van sommige Laotiaanse leiders heerste en heerst dat de meer welvarende Thais “ons willen opeten”.
Twee andere politiek geladen dossiers vertraagden verdere toenadering, begin jaren negentig. Een daarvan was de schijnbaar ongebreidelde toestroom van Laotiaanse migranten en vluchtelingen. Die werden door Thailand als ongewenste minderheidsgroepen beschouwde en Bangkok weigerde hen als immigranten te accepteren. Een verwant probleem vloeide voort uit de aanwezigheid van Laotiaanse en Hmong-verzetsgroepen die de dichtbevolkte migrantenkampen aan de grens als basis gebruikten. De Hmong vormden ongeveer de helft van degenen die in de kampen woonden en hadden doorgaans minder kans op deportatie, deels uit angst voor represailles en hoop op nationale autonomie.
Lao- en Hmong-verzetsbewegingen bestaan al sinds de communistische overwinning in 1975, maar met het einde van de Koude Oorlog namen de ondergrondse pogingen om het Laotiaanse regime en haar Vietnamese militaire partners te ontwrichten af. In maart 1991 werd er een akkoord bereikt met Vientiane waarin werd gestipuleerd dat de Thaise autoriteiten de rebellen die op Thais grondgebied verbleven, zouden ontwapenen en sabotageoperaties tegen Laos zouden ontmoedigen. Tegelijkertijd maakten de Thai heel duidelijk dat ze de grote aantallen Hmong-vluchtelingen niet zagen zitten. In juli 1992 maakte de Thaise regering bekend dat de Laotiaanse vluchtelingen die tegen 1995 niet naar huis waren teruggekeerd of hervestiging in een derde land hadden gevonden, als illegale immigranten zouden worden behandeld en het land worden uitgezet. Het bleef echter vooral bij spierballengerol en stoere verklaringen tot in december 2009 Thaise militairen meer dan 4.000 Hmong manu militari uit het grote Ban Vinai Refugee Camp zetten en naar Laos deporteerden. Deze hardhandige uitdrijving werd zwaar bekritiseerd door onder meer Human Rights Watch en het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Vandaag zitten er nog steeds duizenden vluchtelingen uit Laos in een groot kamp bij Nong Khai.
De 60e verjaardag van het aanknopen van de Thais-Laotiaanse diplomatieke betrekkingen leidde evenwel tot een verdere ontspanning. Zo woonde de toenmalige Thaise premier Abhisit Vejjajiva de feestelijke opening bij van het prestigieuze Nam Theun 2 Multi-Purpose Project, een samenwerkingsprogramma tussen Laos, Thailand, Frankrijk en verschillende internationale organisaties. Dit waterkrachtproject van 1.070 megawatt aan de Nam Theun-rivier, exporteert het stroom naar Thailand terwijl het de lokale omgeving van elektriciteit voorziet. De bouw van de dam van 1,3 miljard dollar begon in juni 2005 en werd voltooid in april 2010. In 2012 stemde de Thaise regering ermee in om Laos leningen te verstrekken voor twee nagelnieuwe grootschalige infrastructuurprojecten. De eerste lening van meer dan 718 miljoen baht, financierde de aanleg van een weg van 33 km, die zou worden aangelegd van de controlepost Phudu in de provincie Uttaradit in Thailand naar het district Parklai in de provincie Sainyabuli, Laos. De tweede lening van meer dan 84 miljoen Thaise Baht financierde de tweede fase van de ontwikkeling van Pakse Airport in de provincie Champasak.
De betrekkingen tussen Thailand en Laos zijn inmiddels nog nooit zo goed geweest. Bangkok verwierf in snel tempo een steeds groter en lucratiever aandeel in grootschalige infrastructuurwerken zoals van de aanleg van de enorme Xayaburi-dam met een kostenplaatje van $ 3,8 miljard. Bovendien leidt de verhoogde participatie tot een evenredige afname van de Vietnamese belangen in Laos. Een gevolg van de bewuste en strategisch weloverwogen geopolitieke benadering door Bangkok, waarbij Vientiane steeds meer zijn eigen weg gaat in buitenlandse betrekkingen, ongeacht zijn traditionele banden met Vietnam. Bovendien wordt op deze manier ook de expansiepolitiek van China in de regio vertraagd. Een beleidsoptie die tot leedvermaak van de Thaise bewindslui Hanoi én Peking steeds meer irriteert en bovendien geld in het laatje brengt…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Koning Bhumibol bracht een staatsbezoek aan Laos in 1994, het eerste staatsbezoek van hem aan het buitenland sinds 1967 en tevens het laatste.